Cuypers' invloed op de vernieuwde Hoofdstad.

Toen de stad Amsterdam tusschen 1860 en 1870 begon te groeien, en haar aantal inwoners van 241000 in die tien jaren tot 275000 was vermeerderd, kwam ook de dringende behoefte aan het bouwen van nieuwe woningen en het stichten van geheel nieuwe wijken aan den dag. Sedert bijna twee eeuwen had de stad nagenoeg geen uitbreiding ondergaan, en plotseling moesten plannen worden gemaakt om buiten de poorten moderne buurten aan te leggen. Van harmonischen opbouw, of van een logische aansluiting aan de oude stad was nauwelijks sprake. Smakeloos en eentonig werden de nieuwe straten langs de liniaal getrokken, de P. C. Hooftstraat, de buurt Y Y en de Schildersbuurt zijn er de nog onsierlijke bewijzen van. Toen de bouwmeester Pierre Cuypers zich in 1865 te Amsterdam kwam vestigen was het nog juist bijtijds, opdat hij door den aanleg van een paar echt mooie modelbuurten van stede-uitbreiding kon aantoonen, hoe de nieuwe wijken moesten worden ontworpen, om een sieraad voor Amsterdam te worden. Maar grootendeels was het reeds te laat. Cuypers vereenigde een warme belangstelling voor oud-stedeschoon met een harmonischen blik op de stadsontwikkeling in 't algemeen.

Even buiten de Leidschepoort, in het toenmalige Leidschebosch kocht Cuypers de vroegere buitenplaats „Rhodenburg", die toen gebruikt werd als theetuin, genaamd

3