De ploegen van het Arnhemsche U.D.I. en de Emmericher Turnverein 1883 voor den aanvang van hun dualmeet. Foto Haitsma.
mam
W////////////////////Ê
De eerste Buitenlandsche Dualmeet
tusschen de Emmericher Turnverein 1883
en U.D.I. Arnhem
mede tengevolge van versnippering der krachten over diverse clubs — bracht aan W.V.V. degradatie naar de tweede klasse en aan Upright, dat van 1921 tot 1924 eveneens in de eerste klasse uitkwam, zelfs degradatie naar de derde klasse.
Het zwaartepunt in het Noordelijk voetbal is zich de laatste jaren geheel gaan verplaatsen: in 1920 bestond de Noordelijke eerste klasse uit zeven Groningsche, twee Drentsche en één Friesche club, volgend seizoen zal men er vier Groningsche, drie Drentsche en drie Friesche clubs in vinden. Alleen het feit, dat op één uitzondering (Frisia in 1925) steeds 'n stad-Groningsche club kampioen werd sedert de instelling van 'n Noordelijke eerste klasse, doet nog 'n kleine superioriteit van Groningen gevoelen.
—o—
In het Zuiden heeft Roermond het, na 'n goed begin der degradatiewedstrijden, moeten afleggen; 'n groote rol hebben de roodwitten nooit gespeeld, maar toch kieeg hun club bekendheid, doordat Massy en Schreurs het tot het Ned. elftal brachten, terwijl Lommen en Wijnperle in het Zuidelijk elftal uitkwamen. In 1925 veroverde Roermond het eerste klasseschap ten koste van P.S.V.; vier jaar lang wisten de menschen uit Noord Limburg zich te handhaven, doordat het puike spel van hun uitblinkers het over 't algemeen te zwakke werk van de overigen goed maakte, maar dit seizoen, nu Lommen naar P.S.V. gegaan was en zoowel Wijnperle als Massy eenige wedstrijden moesten overslaan wegens blessures, eindigden de roodwitten met evenveel punten als Wilhelmina, dat in den beslissingswedstrijd te Venlo zegevierde, 'n Onverwachte inzinking gedurende de promotiewedstrijden bezorgde aan de Roermondenaren twee nederlagen in vier dagen en daarmee het verlies van het eerste klasseschap. Onder leiding van trainer Julian zullen de roodwitten thans ijverige pogingen doen om het verloren terrein te herwinnen.
Roermond's plaats wordt ingenomen door de Valk, dat, in tegenstelling met K.F.C. en M.S.C., reeds eenige ondervinding op eerste klasse-gebied heeft, al is het ook niet veel: twee seizoenen. In 1924 toch werd de club uit ValkensWaard eerste klasser, in- 1926 moest Ze het in de degradatiewedstrijden afleggen tegen P.S.V.
Sedert 1913 komt de thans 21 jaar oude geelzwarte club uit in de K.N.V.B. competities met uitzondering van het laatste mobilisatie jaar, toen de Roof-
Wanneer wij den naam U.D.I. Arnhem noemen, dan gaan de meesten onzer onwillekeurig in gedachten een twintigtal jaren terug en wel naar het oude U.D.I. niet mannen als Koops, Evers, Hoogveld, de Kreek e.a.
Het U.D.I. van thans heeft niet meer zulke klinkende namen in haar midden, namen die U.D.I. vooruit en groot brachten, namen welke gevreesd werden op de athletiekvelden. Neen, die roep heeft het U.D.I. van thans niet meer, doch wat zij wel overgehouden heeft van vroeger, dat is haar energie en clubgeest. En dat dit geen holle woorden zijn, bewijst wel het feit, dat zij, om haar leden iets te leeren, over de grens trok om met onze Oostelijke naburen een clubkamp aan te binden.
Dank zij de ijverige bemoeiingen van haren leider Meenen uit Emmerich mocht het haar gelukken om de EmmeJ richer Turnverein van 1883 bereid te vinden, de Udianen te ontvangen voor een dualmeet, welke de vorige week plaats vond.
In goede stemming vertrok U.D.I. naar Emmerich, alwaar zij op de bekende Duitsche manier hartelijk werd ontvangen om na eenige uren rust den strijd aan te binden met hun Duitsche sportmakkers. We willen niet uitweiden over alle mogelijke prestaties in den tweekamp, alleen willen we memoreeren, dat U.D.I. het met stukken af heeft moeten leggen tegen Emmerich. De Arnhemmers hebben veel kunnen leeren, wat ook de opzet was, vooral wat stijl betrof op de werpnummers alsmede vechtlust. Nu we het toch' nog even
vogels geen elftal bij elkaar wisten te krijgen. Om zich de sterkste te betoonen van de 31 Zuidelijke tweede klassers, waarbij zich sterke clubs als V.V.V., T.A.C., Staatsmijn Emma, Bleyerheide, Dongen en Staatsmijn Hendrik bevinden, is niet gemakkelijk; dat de club
over stijl hebben, kunnen we niet nalaten, ondanks de belofte het niet over prestaties enz. te schrijven, één naam te noemen en wel dien van een jongen Duitscher, Grospitz, een jongmensch, dat misschien tot aan den schouder van Jaap Knol reikt en in prachtstijl de speer 59.20 M. wierp, den discus 34.18 M., de kogel 11,65 M. stootte en bij polshoog 3.25 M. haalde. Deze athleet is een geboren tienkamper, daar hij ook op de loopnummers voortreffelijk is.
Zooiats vereischt natuurlijk veel oefening, doch dat is voor de Duitschers geen bezwaar, daar zij wel weten, dat zonder moeite en inspanning nimmer iets bereikt werd. Bovendien werkt hier de overheid mede om de athleten iets te laten bereiken, n.1. door steunverleening, het in orde maken van sportterreinen, enz. Want als wij zien dat een plaat je als Emmerich van ± 17.000 inwoners drie door de Gemeente aangelegde sportparken met sintelbaan heeft, dan behoeft het geen verwondering te wekken, dat een volk met een dergelijke medewerking een groote voorsprong op ons heeft. Ook in dat opzicht hebben wij dien dag weer veel geleerd!
Moge eens de tijd aanbreken, dat onze overheid inziet, dat een gezonde geest slechts kan wonen in een gezond lichaam en dit uit door den aanleg van prima sportparken met goede banen, waar jong Nederland zich kan uitleven in een sportieve ontwikkeling, waarvan het resultaat zal zijn een sterk en krachtig Nederlandsch Volk!
J. HAITSMA.
uit Valkenswaard daar in geslaagd is, spreekt voor haar kracht, Waardoor we van haar feitelijk meer verwachten dan van de andere pas-gepromoveerden uit de Koog en Meppel.
M. J. ADRIANI ENGELS.