SPORT IN BEELD/DE REVUE DER SPORTEN

V.S.V. SLAAT AIAX MET 4—2

- — — - — s

V.S.V. is in de eerste helft,-Ajax

Na den wedstrijd van V.S.V. tegen Ajax gezien te hebben, verwondert het mij niet, dat op het oogenblik V.S.V. in afdeeling I de leiding heeft. Deze Velsensche ploeg is inderdaad heel sterk. Niet alleen, dat het een elftal van pootige mannetjes is, maar de ploeg speelt ook goed voetbal. Spel, zooals de voorhoede in de eerste helft ten beste gaf, heb ik in dit seizoen nog van geen enkele ploeg gezien! De achterhoede van Ajax werd er geheel door overspeeld. De Amsterdammers — de middenlinie inbegrepen — werden door de snelheid en de doortastendheid van de tegenstanders volkomen overrompeld. Ze werden geheel uit positie gespeeld. Met harde trappen opende de aanval van V.S.V. het spel; het gevolg hiervan was, dat er bij Ajax geen oogenblik verband was tusschen middenlinie en verdediging. Ajax was er hier hopeloos uit, vooral onze internationale spil kon maar geen vat op het spel der gastheeren krijgen. De aanvallers van V.S.V. ontwikkelden niet alleen groote snelheid doch ze gaven den bal ook snel en zuiver af. Zij werden door een hardwerkende middenlinie gesteund. Hun achterhoede heeft in het eerste gedeelte het niet zoo zwaar te verantwoorden gehad. Dat leek ons overigens het zwakste gedeelte van de ploeg te zijn. Het trappen b.v. was niet al te best. Een ploeg met zóó'n sterken aanval en zóó'n middenlinie kan zich echter zonder groot gevaar de weelde van een minder sterke achterhoede veroorloven.

Speelt V.S.V. steeds zooals het in de eerste helft deed, dan stevent de ploeg regelrecht op het kampioenschap af en dan zal ze ook voor de andere kampioenen een harde noot zijn om te kraken. Dat is letterlijk zoowel als figuurlijk, want de V.S.V.'ers zijn wat men noemt „harde" spelers. Een tikje minder hardheid zou aan de goede verstandhouding met de tegenpartij ten goede komen en ook het handige spel van het meerendeel der V.S.V.'ers beter doen uitkomen.

*

Het spel van V.S.V. in de tweede helft geeft echter nog te denken. Was het tempo in de eerste helft te snel geweest en kwam er daardoor een inzinking of heeft V.S.V., uitgaande van het beginsel: „houden wat je hebt!" in het tweede gedeelte met opzet de verdediging wat versterkt?

Ik moet hierop het antwoord schuldig

blijven, omdat dit de eerste maal is, dat ik V.S.V. in dit seizoen zag spelen. Misschien ligt de waarheid wel in het midden en heeft het spelen tegen wind en regen in — Ajax had in de tweede helft dat nadeel niet, daar het toen droog was — wat al te veel

Onze voetbalcaptains.

Links: Volkers, de populaire Ajax-captain, die telkens weer uit de veteranen-gelederen opdook om weer aan de zijde der cracks te strijden; rechts de aanvoerder van de leidende club in afd. I, V.S.V. de stoere Hillekamp.

van de krachten der Velsenaren gevergd, waardoor ze later wat verdedigend zijn gaan spelen.

*

Ajax is mij in de eerste helft zeer tegen gevallen, de ploeg heeft evenwel in het tweede gedeelte eenige klassen beter gespeeld, zoodat met een tikje geluk, Ajax nog wel gelijk zou zijn gekomen. Hieraan moet ik onmiddellijk toevoegen, dat Ajax in dezen wedstrijd weinig geluk heeft gehad. Ik wijs er b.v. op, dat twee Amsterdamsche doelpunten ongeldig zijn verklaard en dat in beide gevallen er voor ons en velen met ons eenige twijfel was. Het is heel goed mogelijk, dat de heer van Welzen es het goed heeft gezien, doch van de plaats, waar ik zat, heb ik geen onregelmatigheid kunnen ontdekken en

in de tweede|helft de baas.

zelfs enkele V.S.V. supporters meenden, dat V.S.V. hier bofte. Verder werd een strafschop in handen van den doelman getrapt. Een fout! Natuurlijk, maar pech want door de overtreding was een vrij zeker doelpunt voorkomen.

Ajax heeft echter in het eerste gedeelte inderdaad zwak gespeeld, daarvoor is geen verontschuldiging aan te voeren. Van Wijngaarden was al heel zwak. Stellig heeft hij een viertal goed geplaatste voorzetten, waarbij hij den bal blijkbaar maar voor het intrappen had, gemist. Ook F i s c h e r op den anderen vleugel, bracht er weinig van terecht, waardoor de taak voor het binnentrio veel te zwaar werd Voegt men hieraan nog toe het onverklaarbare volkomen falen van Anderiesen in de eerste helft en het onvoldoende spel van P u 11 e I a a r, die blijkbaar verwond was en in het tweede gedeelte dan ook werd vervangen, dan is het falen van Ajax in het eerste gedeelte voldoende verklaard.

Maar in de tweede helft kwam een geheel ander Ajax in het veld! Blom vliet speelde nu back en Distel brink was op Blomvliet's plaats in den aanval gekomen. Reeds dadelijk na de hervatting bleek, dat vooral de Amsterdamsche middenlinie uit een geheel ander vaatje ging tappen. Wijngaarden miste nog even een kans, maar verbeterde daarna zijn leven en deed verder goed werk. De eenige fout van de Amsterdammers was, dat ze het spel te kort hielden. Daardoor kon de soms uit 5 backs bestaande achterhoede van V.S.V. telkens maar weer het gevaar afwenden. Anderiesen plaatste wel veel naar den vleugel, doch het liep ten slotte telkens weer dood op kort samenspel. Distelbrink kopte fraai No. 2 in het net. Doch dat is het eenige succes van Ajax in het tweede gedeelte geweest. Een door Blomvliet veroorzaakte strafschap — een beetje meer kalmte zij dezen Ajacied aanbevolen — bezorgde V.S.V. een vierde doelpunt.

Het laatste gedeelte van den wedstrijd was niet bijster aangenaam. Het ging in het veld nogal hard tegen hard; een zenuwachtige meneer wilde zelfs in het veld komen om een der Amsterdammers eens onderhanden te nemen. Natuurlijk werd hij door Van Welzenes onmiddellijk weggewerkt.

(Slot op pag. 9)

4