SPORT IN BEELD/DE REVUE DER SPORTEN
WIJ EN DE OLYMPISCHE SPELEN
Enkele nadere bizonderheden over deelnemers, data, toegangsprijzen, enz. enz.
Voor wie naar Berlijn gaan!
Er zijn 116 Olympische titels te veroveren.
Het duurt nog maar een klein jaar en de Olympische Spelen te Berlijn behooren alweer tot de geschiedenis: op Zondagmiddag 16 Augustus 1936 zal, na zestien dagen met negentien der verschillende takken van sport het Olympische vuur gedoofd worden in den stadiontoren en dan zal er als „extranummer" buiten Olympisch verband alleen nog de werelddeelen-zwemestafette om den Hearnbeker gehouden worden, die in 1932 te Los Angeles door Azië (Japan) werd gewonnen voor Amerika en Europa.
Jaren voorbereiding voor een tournooi van . . . . 16 dagen
Zestien dagen duurt het Olympische tournooi—1936 slechts omdat de voetbalen hockeywedstrijden niet meer enkele weken tevoren apart verwerkt worden, gelijk dat in 1928 te Amsterdam het geval was, zestien dagen dus voor een wereldorganisatie met 4 a 5000 deelnemers en ver over de honderdduizend toeschouwers, zestien dagen als resultaat van een jarenlang voorbereidingswerk onder leiding van dr. Carl Diem, algemeen secretaris van het organiseerend comité voor de elfde Olympische Spelen, alleen de winterspelen in Garmisch-Partenkirchen (6—16 Februari) vallen buiten deze begrenzing in zestien dagen, welke de Hollandsche sportliefhebbers in staat stelt om in twee weken vacantietijd de Olympische Spelen 1936 vrijwel geheel bij te wonen.
De Olympia-pas
Buitensporig duur behoeft dat niet te worden voor deze liefhebbers: een zoogenaamde „Olympia-stadion-pasz", die thans reeds in voorverkoop te krijgen is, kost 100, 60 en 40 Mark voor de drie rangen der zitplaatsen en geeft recht op het bijwonen van alle athletiekwedstrijden, de kwartfinales, de demifinales, en de finale voetbal, de demifinales en de finale handbal, het slot der ruiterwedstrijden, de openingsplechtigheid, het „Festspiel", de kunsttentoonstelling, de demonstraties baseball en gymnastiek en de sluitingsplechtigheid in het Olympische stadion, waar de bezitter van deze pas gedurende de zestien dagen een vaste plaats heeft.
Wie de belangrijkste gebeurtenissen op de Olympische Spelen 1936 wil bijwonen, kan niet beter doen dan zich zoo'n ,,Olympia-stadion-pas" aanschaffen, die hem per dag slechts op een gulden tot een rijksdaalder, al naar den rang der zitplaats, komt en als hij, uit belangstelling voor de Hollandsche zwemsters, verder
onderbreken onze enquête onder de diverse Ned. sportbonden ditmaal voor een algemeen overzicht van het a.s. Olympische tournooi. Adspirantbezoekers mogen er het hunne uit putten.
nog op een abonnement op het zwemstadion voor 40, 30 of 20 Mark neemt, om daar te vertoeven op de twee handbaldagen en op de uren van minder belangrijke voetbalwedstrijden, wel, dan is hij van I tot 16 Augustus behoorlijk „onder dak".
Alle sporten te volgen is door die tijdlimiet van zestien dagen tusschen Zaterdagmiddag I Augustus en Zondagmiddag 16 Augustus nog minder mogelijk dan het in 1928 te Amsterdam was; wie speciale belangstelling voor athletiek, zwemmen, boksen, schermen, roeien, voetbal of hockey heeft, kan ook voor die takken van sport abonnementen krijgen in prijzen tusschen 40 en 15 Mark, doch aan een „Olympia-stadion-pasz" zullen de meeste landgenooten wel voldoende hebben.
100 000 plaatsen!
In het Olympische stadion vindt men 60.000 zitplaatsen en 40.000 staanplaatsen, het hockeystadion kan 20.000 toeschouwers bevatten, het zwemstadion 16.000, geen sterveling zal kunnen voorspellen of deze plaatsruimten voldoen aan den eisch om op slappe dagen de tribunes niet troosteloos-leeg te doen schijnen en op drukke dagen net groot genoeg om niemand teleur te stellen met een bord„uitverkocht". Verheugend is het voor de toeschouwers, dat de entreeprijzen laag zijn gehouden om massabezoek te
trekken: 6, 4, 2 en I mark per dag, op eindstrijddagen 10, 6, 4 en 2 Mark, waarbij alleen de goedkoopste rang uit staanplaatsen bestaat.
Ook de Duitsche spoorwegen werken mee om vreemdelingen te lokken door reducties op de prijzen: 60% op de gewone tarieven voor sneltreinen liefst, niet alleen van de grens naar Berlijn en terug, maar ook bij rondreizen in Duitschland als men langer dan een week in het rijk verblijf houdt.
Voor alle rangen en alle sporten heeft men 50% der kaarten voor Duitschers en 50% voor vreemdelingen bestemd; het Duitsche quotum der „Olympia-stadionpassen", waarover we het hierboven hadden, was drie maanden geleden reeds uitverkocht, zoodat nu alleen de buitenlanders aan de reisbureaux in hun vaderland deze algemeene abonnementen nog kunnen bestellen.
Berlijn verwacht. . .
Hoeveel bezoekers er zullen komen is onmogelijk te schatten; iets meer houvast heeft men over het aantal deelnemers in de negentien sporten van het Olympisch programma, al sluit de voorloopige deelnemerslijst, die de nationale Olympische comités moeten inleveren, pas op 20 Juni en de definitieve pas op 18 Juli van het volgend jaar. Men verwacht tusschen de 4 en 5000 deelnemers, waarmee het record van Amsterdam-1928 (3905) geslagen zou worden. Parijs-1924 telde 3385 deelnemers, Stockholm-1912 kwam op 3282, Antwerpen-1920 op 2741, Londen1908 op 2082, daarna eerst komt Los Angeles'1932 met 1700, doordat het aantal Europeanen hier vanzelfsprekend zooveel geringer was als bij Olympische Spelen in het eigen werelddeel. De Olympische Spelen in St. Louis (1904) telden 595, die in Athene (1896) 484 en die in Parijs (1900) ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling 427 deelnemers.
Om 116 titels
Het aantal takken van sport, dat in Los Angeles 14 bedroeg, is thans gestegen tot 19, die tezamen 68 individueele en 33 ploegwedstrijden voor mannelijke, benevens 12 individueele en 3 ploegwedstrijden voor vrouwelijke sportcracks bevatten. In totaal zijn er dus I 16 Olympische kampioenstitels te veroveren in deze zestien dagen; daarbij ploegwedstrijden aan elk lid der winnende equipe de gouden eeremedaille geschonken wordt, zijn er 267 van deze gouden eereteekenen voor Olympische kampioenen beschikbaar, waarvoor de representanten van 49 verschillende landen den strijd zullen aanbinden onder leiding van circa duizend juryleden en scheidsrechters.
7