SPORT IN BEELD JDE REVUE DER SPORTEN

VOÈ.TBAL

SLAAPT DE

K. N. V. B. ?

Genegeerde nationale belangen

Het deed mij genoegen van verschillende kanten een betuiging van instemming te ontvangen met de opmerkingen omtrent Nederlandsche oefenmeesters en Nederlandsch materiaal.

Uit het zinnetje: „Blijkbaar is deze geschiedenis op het oogenblik bij de T..C. om advies" zou men kunnen opmaken, dat ook bij deze commissie gebrek aan activiteit is. Dit is echter niet het geval. Bij den wedstrijd Velocitas—Be Quick sprak ik den heer Poen, lid van de T.C., die mij o.m. vertelde, dat het advies over trainers-licenties reeds in Augustus was verzonden. De zaak is dus al weer twee maanden bij het K.N.V.B.-bestuur. Haastige spoed acht men daar blijkbaar zelden goed ....

Intusschen wordt deze aangelegenheid toch wel zeer urgent. Dezer dagen kwam mij n.l. het volgende ter oore. Een vereeniging had, na een mislukte proef met een vreemdeling, besloten een Ned. oefenmeester te nemen. Er werd gesolliciteerd door een gediplomeerden Nederl. oefenmeester met eenige jaren practijk en goede aanbevelingen. Besprekingen werden gevoerd, doch ten slotte werd benoemd een gymnastiekleeraar, die een spelleiderscursus van den K.N.V.B. had afgeloopen, doch geen diploma had gekregen. Hier is dus iemand, die officieel na onderzoek door den K.N.V.B. ongeschikt is verklaard, gekozen met terzijdestelling van iemand, die met off. documenten zijn bevoegdheid kon aantoonen.

Ik laat de beoordeeling van dit feit gaarne aan de lezers over!

Intusschen sluimert het dossier over de licentie-kwestie rustig bij een van de bestuursleden en kan de bevoegde Ned. oefenmeester misschien straks gaan stempelen ....

C. J. G.

Sportmenschen hebt ge spierof rheumatische pijnen; gebruikt

dan HUTERNIAK

Direct afdoende. Attesten ter inzage Uitstekend middel v. sportmassage Zendt postwissel a f 1.10 aan de COMPAGNIE HUTERNIAK, Peperstraat 36 VENLO en U ontvangt franco flacon

Stakende scheidsrechters: niets nieuws!

Groothoff deed het reeds jaren geleden . . . De Winschoter staking valt af te keuren, maar ook de houding van vele voetbalbonden!

Van het feit, dat een aantal Winschoter voetbalscheidsrechters in staking is gegaan, werd in ons blad reeds mededeeling gedaan. Zij, die meenen, dat dit weer eens wat nieuws onder de zon is, vergissen zich echter; ik zelf ben als scheidsrechter „in staking" geweest! Dat was in den tijd, toen Jasper Warner nog voorzitter van den Voetbalbond was. Men riep mij toen als scheidsrechter — en dus als lid van den bond —ter verantwoording voor hetgeen ik als journalist had geschreven. Waarop ik verklaarde, dat ik niet verder zou scheidsrechteren, indien ik niet mocht schrijven, wat ik wilde. De staking duurde een paar maanden, meen ik. Het slot was, dat ik m'n zin kreeg.

Dit was dus slechts een persoonlijk stakinkje, dat de regelmatige afwerking van het wedstrijdprogramma geen oogenblik in gevaar bracht.

Hier heeft men echter een staking van een twaalftal scheidsrechters uit een zelfde streek, waardoor de regelmatige afwerking van het programma in moeilijkheden komt en de sport dus de dupe wordt. Daarom reeds is een dergelijke staking af te keuren.

Maar laat ik hieraan dadelijk toevoegen, dat ik — zonder deze staking goed te keuren — de houding van de bonden tegenover de scheidsrechters niet kan bewonderen.

De scheidsrechters zijn vertrouwensmannen van de bonden. Zij vertegenwoordigen het gezag van den bond bij de wedstrijden.Op alle mogelijke wijzen tracht men er bij spelers en publiek in te brengen, dat men de scheidsrechters behoort te vertrouwen. Een speler, die een scheidsrechter zou beleedigen, wordt door den bond ernstig gestraft; een toeschouwer, die een scheidsrechter in het openbaar van onbetrouwbaarheid zou betichten, zal den toegang tot de wedstrijden worden ontzegd en zij, die een scheidsrechter — als zoodanig — een pak slaag geven, komen met den strafrechter in aanraking. Elk weldenkend mensch zal het toejuichen, dat de autoriteiten den scheidsrechter de hand boven het hoofd houden. De scheidsrechter moet een persoonlijkheid zijn, iemand in wien men vertrouwen moet kunnen stellen. Slechts daardoor zal het mogelijk zijn, dat men een beslissing, die men onjuist of onbillijk acht, zonder morren aanvaardt. Men weet, dat de leider het vertrouwen waard is en dat hij zijn beslissing volkomen ter goeder trouw heeft gegeven.

Vertrouwen is de grondslag van de autoriteit van den scheidsrechter! * *

De spelers, de vereenigingen en het publiek moeten dus vertrouwen in den scheidsrechter stellen. Alleen de bonden zelf hebben blijkbaar het recht hun vertrouwensmannen .... niet te vertrouwen!

Kan het dwazer? Geeft men hier¬

mede niet iedereen het recht de scheidsrechters als onbetrouwbaar te beschouwen?

* *

Het is goed, dat men voor de officials van de bonden een regeling van de onkostenvergoeding maakt, waardoor iedereen weet, waaraan hij zich heeft te houden.

Een scheidsrechter, die bedrog pleegt door b.v. tweede klas te declareeren, doch derde klas te reizen, moet ernstig worden gewaarschuwd. Begaat hij een tweede overtreding, dan blijkt daaruit voldoende, dat hij het vertrouwen niet waard is. Hij moet dan van de lijst van scheidsrechters worden afgevoerd!

Door dit te doen, zal men het vertrouwen van spelers en toeschouwers in het corps scheidsrechters vergrooten.

Ik ken de nieuwe bepalingen voor het declareeren van scheidsrechters van den Groninger V.B. niet, doch het lijkt mij zeer goed mogelijk, zelfs zeer waarschijnlijk, dat de Scheidsrechtersvereeniging voor Winschoten en Omstreken gelijk heeft met haar verklaring,dat uit die nieuwe voorschriften ten opzichte van het scheidsrechterscorps slechts wantrouwen spreekt.

Bepaal ik mij tot den K.N.V.B., dan moet ik vast stellen, dat deze bond dat wantrouwen niet onder stoelen of banken steekt.

Ik wijs b.v. op het publiceeren van de bepaling, dat de scheidsrechters een bewijs moeten overleggen, dat ze inderdaad tweede klas hebben gereisd. Nog deze week vind ik in de off, berichten van den K.N.V.B. een mededeeling aan scheidsrechters over het te vroeg van huis gaan. Daaruit blijkt duidelijk, dat men van meening is, dat er scheidsrechters zijn, die opzettelijk met een vroegen trein gaan om daardoor het recht te hebben meer in rekening te mogen brengen!

Kan men dergelijke openbare mededeelingen niet beschouwen als opzeggen van het vertrouwen aan de scheidsrechters door het bondsbestuur?

En kan men verwachten, dat spelers en toeschouwers desondanks in diezelfde scheidsrechters vertrouwen zullen stellen?

Het antwoord hierop kan niet twijfelachtig zijn. Niemand zal kunnen ontkennen, dat men door dergelijke publicaties het vertrouwen in de scheidsrechters verloren doet gaan en hun gezag ondermijnt.

En daarom kan ik mij begrijpen, dat scheidsrechters, die in een serie bepalingen een blijk van wantrouwen zien, liever voor verdere leiding bedanken, dan de kans te loopen, zich door het publiek de vraag gesteld te zien: „hoeveel heb je met het leiden van dezen wedstrijd verdiend?

Ik hoop, dat de Ned. Bond van Voetbalscheidsrechters dit eens aan den K.N.V.B. duidelijk zal maken en dat deze bond er ook in zal slagen het Winschoter conflict uit de wereld te helpen. C. J. GROOTHOFF.

3