SPORT IN BEELD IDE REVUE DER SPORTEN
Zwemmen
Bij Willy den Ouden's jongste wereldprestaties
WILLY DEN OUDEN
De zeer bizondere prestaties die W i M y den Ouden tijdens haar recenten Scandinavischen toer geleverd heeft, hebben algemeen sterk de aandacht getrokken. Wanneer iemand in staat blijkt zijn eigen en tevens wereldrecords met drie en met acht seconden te verbeteren, resp. op de 200 M. en 300 M. vrije slag, dan moet dat wel ieders verbazing opwekken. Dan heeft het wonderlijke een dergelijken graad bereikt, dat men de feiten niet zonder meer accepteert maar zoekt naar een verklaring hoe dat alles mogelijk was.
Het groote verschil waarmede de records verbeterd werden vindt waarschijnlijk voor een voornaam deel zijn oorzaak in het feit, dat het bad te Aarhuus met zeewater gevuld is en dat de inrichting in Kopenhagen eveneens water heeft met een hoog zoutgehalte, al is dit dan geen zeewater.
Dat zoute water zwemt natuurlijk licht en kan voor den zwemmer of zwemster een voordeel beteekenen. De F.I.N.A. reglementen verzetten zich niet tegen erkenning van records in zoutwater gemaakt, ofschoon de bizondere omstandigheid die tot deze records heeft bijgedragen op de officieele recordlijst steeds vermeld wordt. Wij zeiden: zout water kan een voordeel beteekenen maar het is geen axioma. Zwemmers die er aan gewend zijn en derhalve hun slag aan het grootere drijfvermogen hebben aangepast zullen er ongetwijfeld profijt van hebben. Wanneer dat echter niet het geval is, dan is zoutwater dikwijls eerder een nadeel. Dat heeft men in eigen land kunnen ervaren bij de eerste wedstrijden in het zoutwaterbassin van het Noorderbad te Zandvoort, toen verschillende zwemmers en zwemsters beneden hun gewone prestaties bleven. Er blijven echter individueele uitzonderingen.
* * *
Ofschoon Willy den Ouden evenmin
aan zout water gewend is, schijnt het voor haar wel een voordeel te beteekenen. Anders kunnen wij het groote verschil waarmede zij haar records verbeterde, niet verklaren.
Dit groote verschil wijst er echter tevens op, dat 's werelds snelste zwemster ook in andere baden, zij het dan niet in die mate, haar topprestaties had kunnen overtreffen. Want het is buiten kijf, dat Willyden Ouden zich den laatsten tijd in zeer bizonderen vorm bevindt.
Dat is niet alleen nu gebleken maar het viel ook te distilleeren uit de tijden die zij dezen zomer op de 100 M. maakte. Deze tijden toch, gemaakt op 50 M. banen, waren meer dan eens slechts enkele fracties slechter dan haar wereldrecord, dat op een 25 M. baan gemaakt werd. Dat waren prestaties die nog hooger aan te slaan vallen dan haar wereldrecord. Men weet waarlijk niet te voorspellen, wanneer deze door Neptunus begenadigde zwemster haar hoogtepunt bereiken zal.
Het is voor de Hollandsche zwemmers niet aangenaam een vrouwelijke collega als Willy den Ouden in hun midden te hebben. De lezer versta mij wel: niemand heeft anders dan sympathie voor het aardige, bescheiden meiske dat Willy is. Maar haar prestaties worden nu eenmaal steeds aan die der heeren getoetst en dat is niet steeds vleiend voor de mannelijke trots. Met de 400 en 500 M. is nu ook Willy's snelste tijd op de 300 M. beter dan het Nederlandsch record der heeren. Dat brengt met zich mee dat er ietwat smalend over de prestaties van het „sterke" geslacht gesproken wordt. Toch is dat niet juist. Niet onze heeren zijn zoo slecht — althans niet met zwemmen, vrouwelijke lezer — maar Willy den Ouden is zoo buitengewoon goed, hors classe zelfs.
*
In zeer vele andere landen zou zij eveneens boven de snelste heeren uitsteken of daarmede evenwaardig zijn, zoodat zij b.v. in aanmerking zou kunnen komen voor de nationale heeren estafetteploegen 4 X 200 M. vrije slag.
Dat is ook bij ons het geval. In Nederland hebben alleen Mooi en Sipkema, resp. met 2 min. 24.2 sec. en 2 min. 24.1 sec, Willy's record van 2 min. 25.3 sec. kunnen overtreffen. Haar opneming in de nationale estafetteploeg zou dus als een versterking aan te merken zijn. Of het hiertoe echter ooit komen zal is nog al twijfelachtig. Het zou een harde slag zijn voor het mannelijk prestige dat nog verstrekkende gevolgen, ook buiten de zwemwereld kan hebben.
Schermen
CRITISCHE SCHERM NOTITIE
Gebrek aan belangstelling bij Olympische candidaten. De practische uitschakeling der landmacht-officieren.
In Scheveningen, op het terras van „Seinpost", is weer de jaarlijksche personeele wedstrijd op sabel om den Seinpostbeker verschermd. De bekerhouder A. C. Montfoort (Den Haag) wist ook dit jaar, zij het na spannende barrage met den heer Schriever (Utrecht), beslag te leggen op deze zoo zeer begeerde trofee. Over het verloop van den wedstrijd alsmede de organisatie en de rechtspraak, die dit keer wederom in goede handen berustte, kan de Haagsche Schermbond tevreden zijn.
Echter niet over het, te kleine, aantal deelnemers. Men mocht toch verwachten dat alle, voor de Ol. Spelen aangewezenen, van de partij waren geweest. Indien lichamen als bijv. de H.S.B. dergelijke belangrijke wedstrijden uitschrijven, daarvoor tijd, moeite noch geld sparen, dan hebben de wegblijvers ongelijk daar zij een uitstekende gelegenheid tot training onbenut voorbij laten gaan.
Wanneer achten zij dan den tijd gekomen om zich ernstig voor te bereiden voor de groote, eervolle en moeilijke taak, hun land met succes op de Ol. Spelen te vertegenwoordigen ?
* * *
Het is al ernstig genoeg dat onze officieren van de Kon. landmacht, practisch gesproken, voor het wedstrijdleven zijn uitgeschakeld. Militair inzicht, met het doel onze officieren te beschermen tegen misdragingen van één enkele ondergeschikte, zal misschien de reden zijn die tot de zoo ingrijpende order, krachtens welke het aan officieren verboden is deel te nemen aan wedstrijden waaraan ook door O.O. wordt deelgenomen, aanleiding gaf. Of het middel niet erger is dan de kwaal? Wie weet? Als „burger" kan men alleen constateeren dat de officiersuniform bij „schermend Nederland" graag gezien en gerespecteerd wordt en ik houd mij overtuigd, dat onze officieren van de landmacht in dezelfde mate, als die der zeemacht, over voldoende gezag en overwicht beschikken om corrigeerend op te treden tegen een enkele onwaardige, wie dan ook.
Wij kunnen dan ook niet anders dan deze order bejammeren, die onze sterkste vertegenwoordigers, zoowel binnen als buiten onze landsgrenzen, zoo ernstig treft en het algemeen schermpeil in ons land nadeelig zal beïnvloeden.
Hopelijk kan het bestuur van den K.N.A.S.B. hier iets doen waardoor een einde komt aan dezen toestand.
Een kleine wijziging of aanvulling van het reglement van den K.N.A.S.B. zou wellicht van veel invloed kunnen zijn.
Gelooft gij, mannen-broeders, niet dat ,,de vrouw" dan nog meer tegen ons zou opstaan en onze leiderspositie ernstig zou bedreigen?
Niets mogen wij nalaten om dat gevaar te keeren ....
W. J. RIJSTERBORGH.
2