SPORT IN BEELD IDE REVUE DER SPORTEN
DE WELSTAND VAN HET NEDERLANDSCHE VOETBAL
Het groeiend bezit van den K.N.V.B. — De toenemende malaise in diverse clubs — Zwijgen is goud....
Een medewerker uit het Westen schrijft ons:
Men behoeft waarlijk geen door-dik-endun-aanpasser te zijn om iets abnormaals te zien in het verschijnsel, dat terwijl overal malaise wordt waargenomen, het niettemin het Nederlandsche voetbal maar opperbest schijnt te gaan.
De K.N.V.B. ziet zijn bezit maar van jaar tot jaar aangroeien en wel zoodanig dat vele hardwerkende zakenlieden er jaloersch van zouden kunnen zijn en de vele onder-bonden wedijveren bescheiden met den grooten broer. Van die onderbonden zijn er zoowaar, die reeds zooveel kapitaal bij elkander hebben gespeeld, dat ze een eigen bondsgebouw konden koopen. Dat is slim bekeken, want als de vele clubbesturen, wien het niet fortuinlijk gaat, telken jare op de balans zoo'n post „kapitaal" zien, dan wekt dat de begeerte en wangunst maar op („dat is van onze centen!"). Dat is niet zoozeer het geval bij een post „eigen gebouw".
De voetbalsport kweekt niet alleen goede voetballers maar ook slimme en gewiekste bestuurders!
De organisatie is overal zoo, dat een greep naar het geld (en de macht) alleen kans van slagen zou kunnen hebben als een meerderheid dat deed, wat bij den onderlingen naijver en wangunst uitgesloten is. Toch staan sommige van die bonden er zorgerlijk voor als b.v. de Drentsche. Maar andere, b.v. de Haagsche, wisten daarentegen te komen tot een zeer welkome verlaging van lasten voor de leden. In Rotterdam gaf dat reeds animositeit tusschen den tegenwoordigen en den vorigen beheerder der penningen. De Dordtsche dreigt met contributieverhooging, maar het is nog zoover niet.
Wanneer het met de crisis zoo door blijft gaan zullen al heel gauw, te beginnen bij de bonden, de klappen vallen en ernstig ook.
Daarna komen pas de K.N.V.B.-clubs aan de beurt.
Bij den K.N.V.B. moet men nog niets hebben van verlaging van lasten. Men wil daar alleen bezuinigen bij een ander, welk verschijnsel Minister Colijn eens constateerde bij zijn ambtgenooten.
Toch is er bij den K.N.V.B. een verlaging van lasten gekomen, welke aan dit lichaam echter geen cent kost, wellicht zelfs nog een bate oplevert, al naar den uitleg.
Het betreft het (niet verplichte maar onmisbare) officieele orgaan, waarvan de prijs, na eenige jaren van aandrang uit de provincie, is verminderd van f3.— per kwartaal op f2.— ; echter alleen voor de bij den K.N.V.B. aangesloten clubs, zooals het heet. Maar de H.V.B. en de A.V.B. zullen ook wel voor hun clubs opkomen, gelooft dat maar vrij. Of nu de vele abonnementen, die de K.N.V.B. ambtshalve moet betalen, er onder vallen is niet bekend, behalve dan bij den K.N.V.B. en den uitgever. Is dit wel zoo dan is de bate er warempel nog voor den K.N.V.B., als gevolg van verlaging van lasten bij een ander. Een kinderhand is gauw gevuld! Verder bemerkt men niets van een verlaging van lasten bij den K.N.V.B. De heer Staal zal de laatste zijn die er mede aankomt en als de leden lastig worden haalt hij desnoods het oude stokpaardje van Verwoerd „hoog noodige contri-
De Olympische Spelen
(Ingezonden)
U veroorlove mij eenige opmerkingen naar aanleiding van de stukken over dit onderwerp. Ik vraag mij allereerst af welk doel hebben de Olympische Spelen: het fokken van records, het vechten om een titel of hebben deze spelen nog een ander, nog een hooger doel?
En dan is 't antwoord onmiddellijk „Ja zeker", de spelen hebben zelfs een zeer nobel, een veel hooger doel, n.l. de verspreiding en fundeering van de Olympische gedachte, door middel van de sport de menschen nader tot elkaar te brengen, kortweg „verbroedering".
Het is duidelijk dat dus de deelnemers aan de Olympische Spelen slechts middel zijn om tot het doel te geraken en deze dus een secondaire rol spelen.
En nu vraag ik mij in gemoede af: ,,ls er eenige kans dat de Olympische Spelen in Berlijn iets zullen bijdragen tot verbroedering van de menschen ?"
Ik voor mij antwoord met een volmondig „neen" en acht uit dien hoofde elke cent aan deelneming aan die spelen besteed weggegooid geld.
Dat noch deelnemers, noch bezoekers tijdens de spelen eenigen overlast zullen ondervinden neem ik aan, maar moeten wij daarvoor soms dankbaar zijn?, dat is toch de natuurlijkste zaak van de wereld!
Ik ben absoluut overtuigd, dat wanneer deze spelen zouden doorgaan en alom de organisatie en rust in het derde rijk, (waarvoor gedurende de spelen wel zorgvuldig gezorgd zal worden) in de wereld-pers zou worden geprezen, millioenen menschen, welke thans reeds zooveel te verduren hebben, nog erger zouden worden beleedigd en gekneveld.
Mijn conclusie is dus: „Geen cent en geen man" voor de Olympische spelen in Berlijn.
ENGERS.
butie-verhooging" weder voor den dag en zoet zijn ze.
Intusschen genieten de K.N.V.B.-bestuurders met wellust van den maar steeds vloeienden stroom van groote baten. Het kapitaal is slechts ƒ 10.000.— en de Reserve slechts f60.000.—, maar daarnaast zijn er nog een aantal Reserves van samen een f 180.000.-.
En daarbij gelieve men niet te vergeten, dat de fondsen voor het personeel veilig gehouden zijn buiten de bondsfinantiën, dus niet zooals bij de Kon. Ho//. Uoyd en de Rotterdamsche Bank.
Die splitsing in allerlei reserves camoufleert meesterlijk het groote bezit van den K.N.V.B. Dat doet ook die zonderlinge splitsing van Huishoudelijke en Niethuishoudelijke Rekening, welke geen ander doel heeft dan camouflage om de muizen van het spek te houden.
I och behoeft men geen ingewijde te zijn om te weten, dat reeds hier en daar het spook van den tegenslag om den hoek komt kijken. In het verslag van den heer Staal is alles nog rozengeur en maneschijn, maar er is toch wel wat gebeurd, dat op iets anders wijst. Op de balans ziet men een post van: f6624.60 voor debiteuren. Wie dat zijn blijft het geheim van den heer Staal, maar evenals vorig jaar is er ook dit jaar een tip van opgelicht. Vorig jaar kreeg de heer L a m e y een veeg uit de pan, omdat hij daarover als lid van de Finantieele Commissie mededeelingen had gedaan in vertrouwden kring (van je vrienden moet je het hebben!) Dit jaar heeft de heer Hamburg, ook lid van de Finantieele Commissie, hetzelfde gedaan in de Oostelijke Afdeelingsvergadering. Daar onder zijn broeders, heeft hij medegedeeld, dat er zoovele Zuidelijke vereenigingen grooten achterstand hadden. Het Zuiden had blijkbaar een wit voetje bij den K.N.V.B. Groote verontwaardiging in het Zuiden, die tot uiting kwam op de Zuidelijke Afdeelingsvergadering. Al was het waar, dan mocht het toch zoomaar niet openlijk gezegd worden. Men dreigde daar den heer Hamburg zelfs met niet-herkiezing, waarvoor deze echter heelemaal niet bezorgd behoeft te wezen.
De tendenz van dit voorval is echter, dat er toeneming van malaise komt onder de vereenigingen, maar dat men dat geheim tracht te houden, kost wat kost. Men wil voor elkander niet weten, dat het slecht gaat, wat niet weg neemt, dat men over elkander merkwaardig goed is ingelicht. Maar de heer Staal schermt met het feit dat er slimmelingen zijn, die zich armer houden dan ze zijn, die goochemers!
Maar moge er dan ook tegenslag komen, dan behoeft de K.N.V.B. met zijn vele vette potten en potjes nog in jaren niet bezorgd te zijn. Daar krijgt de malaise niet gemakkelijk vat op!
4