SPORT IN BEELD/DE REVUE DER SPORTEN
De man, die alles beter wist
In eerbiedige hulde opgedragen aan de voetballers, die shortpassing afwisselen met shortpassing en daarna voor de variatie eens shortpassing gaan spelen.
De man, die alles beter wist dan een ander, zat er een tijdje naar te kijken en
verveelde zich zichtbaar. Juist toen de groenwitte voorhoede de 43ste kans op een doelpunt gracieus het nekje had omgedraaid, begon het hem te vervelen dat hij zich alleen verveelde, zoo dat hij een poging aanwendde om tevens een paar andere tribunebezoekers te gaan vervelen.
„Voetbal is toch eigenlijk maar een doodgemakkelijk spelletje," merkte hij halfluid op en toen zijn buren even opzij keken naar den auteur van dat stoutmoedige gezegde, vervolgde hij: „Geen kunst aan. Als ze nou eens gingen probeeren om den bal in den goal te schieten, was er tenminste nog wat aan, maar wat is er nou voor kunst aan met den bal zes pas naar voren te loopen, dan zes pas naar rechts, dan zes pas achteruit en dan weer zes pas naar rechts net als die midvoor daar doet? Volgens mij ben je na die viermaal zes pas net zoover van den goal af als bij het begin, het is precies een gymnastiek-uitvoering met vrije oefeningen. Zouden die lui nou werkelijk denken, dat de goals wel bij hen zullen komen als zij niet bij den goal komen?"
Een supporter van de groenwitten keek een beetje nijdig op zij.
„Nou, kalm aan, mijn waarde," vermaande de man, die alles beter wist. „Vind jij het soms mooi? Kijk eens, daar gaat er weer eentje voor niets. Als ik nou stond waar die jonge kerel met zijn melkboerenhondenhaar rondslentert, zou ik mijn voet achter den bal zetten en eens gaan schieten inplaats van te wachten tot mijn buurman om vier tegenstanders heengedraaid is en dan nog precies op dezelfde plek staat waar hij begon, alleen dan zonder bal, omdat hij dien onderweg is kwijtgeraakt."
ander, vlijde zich behagelijk neer op een der tribunebanken enkele seconden nadat de scheidsrechter het aanvangssignaal had laten hooren van den voetbalwedstrijd tusschen elf roodzwarten en elf groenwitten. De thuisclub in haar groenwitte shirts was in het veld aanmerkelijk sterker, maar elke aanval der voorhoede, die een hardnekkig volgehouden shortpassing speelde, liep dood voor dat men tot het beslissende schot gekomen was.
Het ging ongeveer zoo: de linksback der groenwitten plaatste den bal naar den linkshalf, die drie of vier tegenstanders passeerde en dan den bal overgaf aan den linksbinnen, die op zijn beurt naar den midvoor centerde. Deze stuurde den bal door naar den rechtsbinnen en vandaar kreeg de midvoor het stuk leer opnieuw voor zijn voeten. Omdat hij niet linksaf kon, want daar stond de linksbinnen hem in den weg, ook niet rechtsaf, omdat de rechtsbinnen in de baan liep, en ook niet recht vooruit, omdat dat daar de vijandelijke goal was, waar je toch zoo maar niet rechtopaf kón loopen, bedacht de midvoor zich een tijdje en speelde dan den bal terug naar den spil. Deze deed het leer naar rechts zwenken waar de rechtshalf klaar stond om een nieuwen aanval op te zetten, die tot resultaat had, dat het binnentrio opnieuw met den bal ging jongleeren zonder een meter op te schieten in de richting van het vijandelijk doel. Van tijd tot tijd belandde de bal toch binnen schotsafstand van den goal, maar dan was een der tegenstanders er als de kippen bij om met een forschen trap zorg te dragen voor opruiming.
De man, die alles beter wist dan een
Voor eiken goeden clubsecretaris is een
MOUBAL
BRIEVENREK
onmisbaar !
Prijs fl 5.-
incl. omzetbelasting
FABRI KANTE:
MOUBAL
N.V. PLAATMETAALINDUSTRIE VAN MOUWERIK & BAL ZEIST TELEFOON 3145
DE IDEALE
GEZONDHEIDSSIGAAR
Wilt U hart en gezondheid sparen
Rook dan UITSLUITEND
SA NOL A-SIGAREN
„Ze schieten slecht," zei er iemand.
„Slecht schieten, hoe komt die man erbij?" verontwaardigde zich de man, die alles beter wist. „Dat is toch geen schieten, ze duwen een beetje tegen den bal, het is toch allemaal moeite voor niets, want een goal maken ze toch niet. Reken zelf maar uit: voor ze den bal vijftien keer hebben gecenterd, zijn ze hem al lang kwijt en in minder dan vijftien keer mag het niet. Die roodzwarten konden eigenlijk net zoo goed naar huis gaan; laten ze die groenwitten maar alleen spelen, dan loopen ze elkaar nog zoo in den weg dat er toch geen goal komt. Toen ik vroeger voetbalde, mocht je nooit met zijn vieren om den bal heen gaan staan als je bij dezelfde partij hoorde en in de voorhoede zat, maar dat schijnt veranderd te zijn."
„Meneerrr . . . ." begon een van zijn buren dreigend, maar hij hoorde het niet en zette rustig zijn alleenspraak voort: „Zoo, dat is aardig gecenterd van dien midvoor naar den rechtsbinnen en dan weer terug naar den rechtshalf. Noemen ze dat geen driehoeksspel tegenwoordig? En waarom mogen die vleugelspelers niet meedoen, ze zullen toch evengoed een kans kunnen verprutsen als het binnentrio. Goed zoo van dien linksbinnen, een prachtkans voor den midvoor om te verknoeien, zie je wel? Wedden dat ze voor zonsondergang geen goal maken?"
* * *
De groenwitten verloren met 0—1, hoewel ze overwegend sterker waren geweest. Het plaatselijke dagblad schreef den volgenden dag dat de thuisclub volkomen onverdiend verloren had.
Na afloop werd op de tribune een der toeschouwers afgeranseld door teleurgestelde supporters van groenwit, het was toevallig de man die alles beter wist. . . .
A. E.
9