SPORT IN BEELD/DE REVUE DER SPORTEN
DE VERBROKEN SAMENWERKING TUSSCHEN ANWB. EN KNAC.
Weinig verheffend schouwspel!
Zooals men weet is kort geleden de — sinds 9 jaar bestaande — samenwerking tusschen den A. N. W. B. en de K.N.A.C. beëindigd.
Door de verbreking van deze verbintenis Zullen de belangen van een werk, dat consciënteuze zorg verdiende en verdient door twee lichamen behartigd worden.
Het behoeft hier nog niet eens met klem van redenen gezegd te worden, dat dit een betreurenswaardige splitsing is, die niet anders dan nadeelig kan werken op de betrokken belangen.
Toch zou men a priori geen van beide bonden verwijten mogen maken, wanneer het inderdaad aanvaardbare motieven Waren, die deze scheiding tot stand hadden gebracht. Men zou dan slechts spijt kunnen gevoelen, dat het zoo loopen moest.
Maar wanneer men nagaat, welke onbetekenende factoren deze I l-jarige samenwerking hebben verstoord, kan men zich slechts ergeren. Dit is ruzie van de bridgetafel, maar met nationale belangen als inzet!
Het is, in 1924, tot een accoord voor samensmelting tusschen A.N.W.B. en K-N.A.C. gekomen, waarbij door den A.N.W.B. werd bepaald, dat het plaatsen yan de alom bekende wegwijzers door dezen bond zou blijven geschieden en dat het kanton der — door den A.N.W.B. destijds ingestelde — wegencommissie in de bureaux van den Wielerbond zou blijven gevestigd.
Die overeenkomst is in 1932 in zoover gewijzigd, dat de z.g. „richtingsborden" (de lage witte borden met blauwe letters) 'n samenwerking met de K.N.A.C. zouden borden geplaatst.
Na een bestuursconferentie in hef bidden van het vorig jaar werd de gewone samenwerking voortgezet, maar i.z. de richtingsborden zou nader overleg worden gepleegd. Voorloopig werd dat overleg uitgesteld. Om de verheugdende reden, dat er plannen waren voor een intenser en dieper gaande collaboratie.
Immers: op diverse terreinen reisinformaties, reisdocumenten, autokaarten — verrichtten beide instituten eenderen arbeid, waardoor dus in de practijk dubbel werk werd gedaan.
Eind vorig jaar stelde de A.N.W.B. samenwerking voor in zeer ruimen zin:
I- Propaganda voor verkeersveiligheid, verkeersberichtgeving, enz.
II. de beroepswijzen in haar vollen °rnvang.
III. samenwerking op het gebied van automobieltourisme.
Voorts onderbrenging van beide vereenigingen in één gebouw.
Of de A.N.W.B. de intentie heeft gehad of niet: we kunnen begrijpen, dat de N.N.A.C. door deze voorstellen het roode koord der annexatie zag loopen.
De K.N.A.C. deinsde terug voor deze
h. i. angstwekkend vergroote samenwerking en voelde alleen nog voor het instandhouden van het oude beperkte accoord, gestut door enkele aanvullende bepalingen.
*
De A.N.W.B. heeft daarop zijn voorstel
i. z. intenser samenwerking laten varen en zich tot die op den ouden voet bereid weer verklaard. Op één punt vond de Bond het echter niet mogelijk met de aanvullende bepalingen der K.N.A.C. mee te gaan. De bepaling n.l., dat bij beëindiging der overeenkomst de — door A.N. W.B. en K.N.A.C. samen — geplaatste richtingsborden voor de helft het eigendom zouden worden van elk der vereenigingen. Men zag in A. N. W.B. milieu daarin een principieel bezwaar, omdat zoodoende de be beroepswijzen niet meer in één hand zou blijven.
Op dit verlangen van de N.N.A.C. is is de samenwerking verbroken.
*
Wij hebben gemeend de redenen, die tot deze funeste scheiding hebben geleid ietwat uitvoerig uiteen te zetten. Te duidelijker blijkt o. i. de weinig verheffende kinderruzie, die uiteindelijk tot die scheiding heeft geleid.
Het wordt tijd, dat een verstandig vader — ligt hier geen taak voor den rijksbemiddelaar? — de oneenigheid tusschen deze ontstemde kinderen bijlegt.
Er staan groote belangen van weg en weggebruikers op het spel!
Het meisje, dat van Rie Mastenbroek won.
Geen interview met Tini Wagner
(door een falenden medewerker)
Ik herinner me een verhaal uit den Boerenoorlog van een commandant der Boeren, die, althans volgens mijn boek, een dergelijken moed en wilskracht bezat, dat hij in z'n ééntje een Kopje, met Engelschen er achter, ging bestormen. Een dergelijk onstuimig man zou me van pas gekomen zijn toen ik Vrijdag j.l. in het Sportfondsenbad wanhopige pogingen deed om de Ij-zwemster Tini Wagner voor een oogenblik te spreken te krijgen, naar aanleiding van haar overwinning op onze Rie Mastenbroek.
Nu zullen er ongetwijfeld lieden zijn, die met minachting hun neuzen optrekken voor een dergelijk falen en uit de hoogte lispelen: „met list is ieder mensch aan het spreken te krijgen".
Ik geef toe: met eenig overleg is er voor een journalist wel wat te bereiken. Maar als het de pootige gevuldheid des heeren van Es is, die zich lichtelijk met het air van „slechts over mijn lijk" op den weg naar het begeerde doel plaatst, dan begint zelfs de meest halsstarrige journalist bakzeil te halen. Ik liet Tini Wagner, die achteraf \n-geluknig over deze oplossing bleek te zijn dus rustig, waar ze was — n.m.l. in het water van het Sportfondsenbad — en stelde me tevreden met een praatje i. z. over paedagogische moeilijkheden bij het opleiden van getalenteerde zwemstertjes tot sterren ....
Toch had het aardig kunnen wezen. Ik had me er eigenlijk heel wat van voorgesteld, wijl hier nu eens de gelegenheid was om niet een officieel interview te schrijven, maar een gezellig praatje te houden met Tini Wagner, die Rie Mastenbroek versloeg, wijl Rie Mastenbroek niet in vorm was (zoo vertelde tenminste de paedagogische heer van Es) en mezelf. Maar niet „mezelf" als vormelijke ridder van blocnote-en-potlood, maar als joviale oom, als „oom van de Revue".
„En Tini" zou ik dan vaderlijk begonnen zijn: ..hou je veel van zwemmen?"
„Ja mijnheer."
„Vond je het prettig van Rie te winnen?"
„Nee, mijnheer."
„Omdat je haar sterker vindt?"
„Ja, mijnheer."
Ongetwijfeld zou het praatje zoo doorgegaan zijn.
Ik verzoek den Revue-lezers de rest er zelf bij te denken. Op die manier komen zij toch niets te kort, ondanks de belemmering, die de overigens beminlijke heer van Es voor hen op het pad naar „kennis en wetenschap" in de kwestie „Tini Wagner" vormde.
En eigenlijk kan het geen kwaad als zoo'n meisje lang uit de klauwen van de publiciteit blijft. Men zou er daarmee slechts geluk willen wenschen, zooals zij geluk dient te worden gewenscht met haar overwinning op Rie Mastenbroek.
Want dat was toch kranig! P-
7