SPORT IN BEELD/DE REVUE DER SPORTEN

OVER TECHNISCHE LEIDING

Het toeval wil, dat op denzelfden dag, dat ik in • ■ mw pv | m m T%

de Revue een lans brak voor onze Nederlandsche | |^ Q Q |^ |^ # # # |^

oefen meesters en waarschuwde tegen de beunhazerij van ondeskundige binnen- en buitenlanders j^=^^^^^=^^^^===z=====^====^=

op het gebied van spel leid i ng, een officieel rapport van de Technische Commissie van den K.N.V.B. werd gepubliceerd, waaruit blijkt, dat deze commissie het op dat punt volkomen met mij eens is. In dat rapport wordt er op gewezen, dat er geen land is, waar zooveel buitenlandsche trainers werkzaam zijn als in ons land en dat — enkele uitzonderingen daargelaten — de ervaringen niet zoo gunstig zijn als men zich wel eens wil voorstellen. Terecht zegt de commissie in haar rapport, dat ze toezicht en controle op buitenlandsche oefenmeesters als een eisch beschouwt. Het is wel een beetje laat, dat men tot dit inzicht komt, doch beter laat dan nooit. Reeds eenige jaren geleden hebben wij in dit blad deze meening verkondigd; ze wordt thans door de T. C. tot de hare gemaakt.

Het zou stellig wel nuttig zijn, indien een lid van de bondsvergadering, die in dit onderwerp belang stelt, eens aan het bondsbestuur een opgaaf zou vragen van het bedrag, dat per jaar door Nederlandsche clubs aan buitenlandsche oefenmeesters wordt betaald. Dit bedrag zal stellig op het bondsbureau bekend zijn, althans gemakkelijk vastgesteld kunnen worden; publiceering van dit bedrag zou zeker de oogen doen opengaan voor het groote belang van deze aangelegenheid.

De K. N. V. B. doet op het oogenblik voor de door hem zelf opgeleide trainers en spelleiders niets. Een merkwaardig voorbeeld hiervan kreeg ik weer dezer dagen.

zelf vast zit, derhalve techniek, taktiek, mentaltraining, indoor-training, spelregelkennis, enz.

Het is alleen jammer dat de T. C. geen concreete voorstellen doet, doch eigenlijk slechts losse beschouwingen ten beste geeft.

Die beschouwingen zijn natuurlijk wel van belang, doch als men aan het bondsbestuur over laat daaruit conclusies te trekken, dan vrees ik, dat het resultaat ver beneden de verwachtingen van de T. C. zal blijven.

Wat ik b.v. zou voorstellen is het volgende. Voor de Technische leiding wordt het land verdeeld in aan aantal districten. Aan het hoofd daarvan wordt geplaatst een goeden oefenmeester, liefst een die in het bezit is van het oefenmeesters-

Microfoon chauvinisme

N/eRLEDEN week Zondag werden te Eindhoven op het terrein van P.S.V. atletiekwedstrijden gehouden, zooals men in de vorige Revue heeft kunnen lezen. Tegelijkertijd werd te Amsterdam de wedstrijd D.W.S.—P.S.V. gespeeld; begrijpelijkerwijs was men te Eindhoven uiterst nieuwsgierig naar het resultaat. Om aan die belangstelling tegemoet te komen was er een telefonische verbinding tusschen Amsterdam en het terrein te Eindhoven gemaakt en werd door middel van een luidspreker het publiek op de hoogte gehouden van den gang van zaken te Amsterdam.

Antiek reglement

Een gediplomeerd spelleider vroeg mij, indien vereenigingen zich tot mij wendden om een spelleider, eens aan hem te willen denken. Ik antwoordde, dat ik op het oogenblik geen enkel verzoek had en gaf ik hem in overweging zich tot het bondsbureau te wenden, daar het voor de hand lag, dat vereenigingen, die een Nederlandschen spelleider zochten, zich daarvoor tot het bondsbureau zouden wenden. Hij volgde mijn advies op en het antwoord was .... dat men hem op de beroepslijst had geplaatst! Nu heeft de bewuste spelleider in het eerste elftal van een van onze meest bekende Westelijke eersteklas clubs gespeeld. Hij speelt thans nog wel met de veteranen in vriendschappelijke wedstrijden en ook wel eens in de Zaterdagmiddagcompetitie. Het gevolg van zijn plaatsen in de beroepsklasse is, dat die vereeniging hem van haar ledenlijst moet afvoeren, daar beroepsspelers geen lid van den K. N. V. B. en derhalve ook niet van bondsvereenigingen mogen zijn. Hij zal dus de voetbalsport, die hij volkomen voor zijn genoegen en uitsluitend voor ontspanning beoefent, vaarwel moeten zeggen.

Dat alles is natuurlijk strikt in overeenstemming met het reglement, doch dat reglement is al even uit den tijd als de Nederlandsche Zondagswet. Daarin zit de fout!

Waarom geen voorstellen?

Het rapport van de Technische Commissie heb ik overigens met groote belangstelling gelezen, luist omdat daarin zooveel aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van de techniek. Met dit wcord bedoel ik niet alleen de balbehandeling, doch alles wat er aan de ontwikkeling van het spel

De manier, waarop de heer Van Moorsel hier in het openbaar werd becritiseerd, was meer dan onhebbelijk. „Eindelijk ziet Van Moorsel dan toch een strafschop," heette het en „de heer Van Moorsel fluit voor een z.g. buitenspelgeval".

Men kreeg den indruk, dat het een voortdurende strijd van P.S.V. tegen D.W.S.-en-den-scheidsrechter was. Door een dergelijke chauvinistische berichtgeving voedt men het publiek in een volkomen verkeerde richting op. Dat plaatselijke bladen, waarop de voetbalverenigingen geen controle hebben, zich hieraan bezondigen, is al erg genoeg, doch dat vereenigingen zelf het publiek tegen den scheidsrechter ophitsen — een ander woord kunnen we hiervoor niet vinden — gaat toch alle perken te buiten.

Wij meenen goed te doen de aandacht van den K.N.V.b. hierop te vestigen.

Fa. Unkel & Meyer

Weesperzijde 93 - Tel. 516 97 AMSTERDAM (O.) Herstelplaats voor automobielen-en bootmotoren

BILLIJK EN VAKKUNDIG

diploma van den K. N. V. B. Glendenning en Kaufman zouden, om te beginnen, reeds ieder een district voor hun rekening kunnen nemen. Voorloopig zou men de tegenwoordige districtsindeeling kunnen volgen, waarbij dan het Westen geografisch verdeeld zal moeten worden b.v. in Noord en Zuid. Er zouden dus nog drie districtsleiders benoemd moeten worden. Die vijf leiders moeten, alvorens ze hun taak aanvaarden, nog een speciale cursus meemaken, die hoofdzakelijk moet dienen om eenheid in de leiding te brengen. Die vijf leiders organiseeren in hun eigen district een aantal cursussen voor clubleiders. Op die manier kan men regelmatig in de behoefte aan clubleiders voorzien. Het spreekt vanzelf, dat men aan die clubleiders eenige tegemoetkoming zal mogen geven, waarvoor men speciale bepalingen zal moeten maken. De districtsleider moet zooveel mogelijk in contact blijven met de vereenigingsleiders, niet alleen om eenheid in de leiding te behouden, doch ook om op de hoogte te blijven van het eventueel voor vertegenwoordigende elftallen beschikbare materiaal. De districtsleiders en zooveel mogelijk ook de clubleiders, moeten ook ter beschikking zijn van vereenigingen van plaatselijke of gewestelijke bonden.

Men zal aan al die leiders, ook al ontvangen ze eenige bezoldiging, toestemming moeten geven om voor hun vereeniging te blijven spelen, indien ze dat wenschen. Juist daardoor zullen ze hun spel kunnen onderhouden.

De districtsleiders dienen de Keuze Commissie van advies bij de samenstelling van het vertegenwoordigend elftal. Zij brengen dus de goede krachten uit hun district naar voren.

'n Technische dag

Eens per seizoen organiseeren die districtsleiders een „Technische dag" met de clubleiders, waarbij vraagstukken het spel betreffende, besproken kunnen worden en onderling van gedachte kan worden gewisseld. Het zou bovendien nuttig zijn, indien men eens per seizoen een algemeene Technische dag hield, waarop de Technische Commissie met de districtsleiders en de docenten aan de cursussen voor oefenmeesters bij elkaar kwamen om vraagstukken op technisch gebied BK bespreken.

Dat alles zou natuurlijk geld kosten, veel geld zelfs, doch als men de meerdere winst, te maken bij de interlandwedstrijden door de 20.000 plaatsen, die men er bij gaat bouwen, voor de verbetering van de technische leiding besteedt, komt men al een flink stuk in de goede richtingBovendien is het nog steeds een waarheid, dat elke gulden aan spelverbetering besteeds, een voortreffelijke geldbelegging is.

C. J. GROOTHOFF.

6