SPORT IN BEELDjDE REVUE DER SPORTEN

IN HET KAMPEER-CENTRUM „COLDENHOVE" TE EERBEEK

Met camera en pen bij de deelnemers aan het „Geldersche Ruiterkamp"

Redactioneele opdrachten zijn gelijk aan het bekende recept „dat men moet volgen om kippensoep te fabriceeren. U weet wel: „Men neme een kip". Onze opdracht luidde ditmaal: Verslag Ruiterkamp, Coldenhove, Copy tijdig op de redactie.

Aan duidelijkheid en beknoptheid van stijl liet het niets te wenschen over. Maar evenals het jonge huisvrouwtje toch nog moeizaam tobt met de bereiding van de soep, peinsde Uw verslaggever waar „Coldenhove" ligt, hoe je er kan komen, en wat een Ruiterkamp eigenlijk is. Spoorboekje en kaart geraadpleegd bleek het nogal eenvoudig te zijn. „Kampeer-Centrum Coldenhove" trein tot Eerbeek. Maar dan? Coldenhove ligt 3 K.M. van het station Eerbeek, doch de kaart gaf goede wegen aan en een wandeling door dit mooie Veluwe-gedeelte lokte wel aan. Misschien was er in het dorp ook wel een A-, B-, of E-Tax? Het reisplan werd in elkaar gezet, echter onderging het nog eenige wijzigingen. De post bezorgde n.l. een brief uit Coldenhove waarin de Kampeerleiders vriendelijk inviteerden reeds den avond te voren hun gast te willen zijn. Bovendien bevatte het schrijven een complete reisroute en de toezegging dat men per auto ons van den trein zou halen en naar het kamp brengen. Zoo kwamen wij op een mooien zomeravond in het Kampeer Centrum „Coldenhove" aan. In de ruime, lichte Cantine van het kamphuis, een aardig in stijl bij het terrein passende houten gebouw, zaten eenige dames in fleurige zomertoiletjes. Eén ijverig breiende aan een geel truitje (eerst later bemerkten wij dat beurtelings door hen hieraan gearbeid werd; met uitzondering van één, en wel de eigenares en toekomstige draagster zelf!) De heeren waren verdiept in courantenlectuur, een paar speelden een partij op het Russische biljard. Ook zij waren niet in rij-costuum doch in eenvoudige sport dress. 't Tafereeltje zag meer huiselijk dan ruiterkamp-achtig. Na de begroeting en een kopje thee, maakten wij in gezelschap van de Leiders van het Kampeer-Centrum, de heeren Wolzak en Ketting een wandeling door het 50 H.A. groote terrein van de onderneming. Buitengewoon mooi is het hier. Groote donkere Dennenbosschen, hooge zandheuvels die een prachtig uitzicht bieden op de nu nog dorre ruige heide en de aardige landhuisjes. Deze worden tijdens het seizoen verhuurd. Ze zijn comfortabel en practisch. De deelnemers zijn ondergebracht in den zijvleugel van het Kamphuis, in aparte eenvoudige doch keurige kamertjes. Even namen wij nog een kijkje in de centrale keuken waar in smetloos wit de kok regeert, dan is het tijd om ' te ruste te gaan.

Eenigszins sarcastisch wordt gevraagd of we morgen den cursus geheel willen volgen. Om zes uur is het reveille. Wij vinden het griezelig vroeg, doch houden ons groot en geven een toestemmend

antwoord. Even later zijn wij alleen in de ons toegewezen kamer, en kijken naar het bed. Voor het eerst van ons leven zullen wij rusten op een stroozak. Omzichtig inspecteeren wij het geval, dat er frisch uitziet en rust op een goede spiraalmatras. Dat stelt eenigszins gerust.

Half zes, mevrouw! De stem van Mary (de serveerjuffrouw) met het aardige Amerikaansche accent, wekt ons uit het rijk der droomen. Even kost het tijd te realiseeren waar we zijn en de omgeving te herkennen. Het slapen ging uitstekend, de ligging is heerlijk. Vlug opstaan, toilet gemaakt en in de Cantine de morgenthee met beschuit genuttigd. Dan volgen wij het slingerend boschpad naar de stal toe. Heerlijk is de geur van het frissche loofhout, zacht suizen de Dennen. De bouw en entourage van de stal verbaast ons. Wij hadden iets primitief landelijks verwacht. En alhoewel de idee „Kamp" geheel bewaard is, getuigt de opzet en inrichting van doelmatigheid en groote vakkennis. Het is hier dat wij kennis maken met den leider van het Ruiterkamp, den heer M. J. v a n d e r V e 1 d e, die bijgestaan door zijn assistent, W. H e ij e r, den cursisten les en aanwijzingen geeft. Handig en vlug gaat het werk, dat aanvangt met het poetsen van de paarden. Buiten onder het afdak worden deze aan veldhalsters vast gemaakt. Een mooie collectie eerste klas rijpaarden. Vooral de voor dit doel uit Hongarije en Oostenrijk geïmporteerden, vallen op door goede bouw en lijn. Een mooie volbloed heft het fijne hoofd en kijkt wantrouwend den photograaf aan. Roskam, harde borstel, combinatie roskam borstel en daarna een zachte doek en voorzichtig neus en oogen afgesponsd. Ook de hoeven worden door de deelnemers ingevet. Op de vraag „voetje" tillen de brave paarden deze al uit uit zich zelf op. Ze hebben allemaal een naam. Sileziër en Bonne Fille de volbloedjes. Darius en Lord twee zwarte en een aardig model vosje, Harold genaamd. Eenige stevige „Bruinen" en een groote chique „Vos" Gold Rush.

* * *

Onze aandacht wordt gevestigd op een groot paard met zeldzaam mooie schouder, hooge schoft en de machtige droge spieren van een athleet. Hij is wat hoekig, deze knaap. J o c h e m s, de stalknecht, vertelt mij in zijn Geldersch dialect een aardig verhaal. Heelemaal kan ik het niet volgen, doch het komt er op neer, dat het paard „Don . . . ." heet en zijn photo in de dagbladen heeft gestaan. Dat een mijnheer (Dierenvriend) in zijn penhouder klom en aan het Ruiterkamp een brief zond waarin deze „Don" als ondervoed gekwalificeerd werd. „En," aldus Jochems: „Ie vrèt as e gèke en ie worde nie vète. It is nétte

Don wènhoope". Wij troosten Jochems, met de mededee'.ing dat een „Nurmi" ook niet rond en mollig en toch tot geweldige prestaties in staat is. Waarop Jochems, tevreden gesteld, weer voortgaat met zijn taak, de vakken van schoon stroo te voorzien. De paarden zijn nu gepoetst. Het harnachement ziet er keurig verzorgd uit, ook dit doen de cursisten zelf. Geen wonder, dat al dat werk den eetlust opwekt en bij het ontbijt, de groote schalen met brood spoedig verdwijnen. Wij zijn nog getuige van het uitrijden en leggen dit op de gevoelige plaat vast. Keurig is het geheel. Vrij en ongedwongen zitten ze te paard in rijbroek en gemakkelijke shirt. Vol vertrouwen en handig rijden ze door het geaccidenteerde terrein. Staande op een hoogen heiderug zien we ze na. Langs het glinsterende zandpad wordt gereden naar de wijde heidevelden. Al kleiner en kleiner wordt hun silhouet, tot het bont bewegelijke stipjes zijn, scherp afstekend tegen den donkergroenen boschrand. Paardrijden is een prachtige gezonde sport dat hier in het „Geldersche Ruiterkamp" tot ideaal gevormd wordt.

C.

Drie kijkjes in het kampeercentrum Coldenhove: v. I. n. r. fleurig tafereeltje tusschen de dennen; de heer Wolzak, leider van het kamp, geeft het goede voorbeeld; een der aantrekkelijke huisjes in het mooie Eerbeeksche kampeercentrum.