SPORT IN BEELD IDE REVUE DER SPORTEN
Voor negen boksmatches: 23 mi! lioen!
Wat Jack Dempsey en zijn promotor Tex Rickard verdienden.
Jack Dempsey en Georges Carpent i e r, die op 2 Juli 1921 ten aanschouwe van 90.000 boksenthousiasten te Jersey City tegenover elkaar in den ring stonden, zijn opnieuw collega's geworden, nu niet meer collega-boksers maar collega's in het restaurantbedrijf. Dempsey toch, die enkele jaren geleden reeds een deel van zijn bijeengebokste dollars belegde in het exploiteeren van een hotel, houdt er tegenwoordig een restaurant op na en laat zich bij voorkeur door de Amerikaansche fotoreporters kieken in een wit kokspakje aan het fornuis; Carpentier kan men vinden als leider van een Parijsche bar, waar zijn specialiteit „cocktail 45" herinnert aan de 45 seconden, die hij eens noodig had om den kampioen van Engeland knock out te slaan in de allereerste ronde. Een „uitsmijter" heeft hij in zijn zaak niet noodig, dat is nog een voordeel van zijn boksloopbaan!
Voor Carpentier is dat baantje in de café restaurant-bar geen luxe en geen gril, de eens zoo populaire Fransche bokser heeft vrijwel al zijn geld verloren in de ondernemingen, waar hij het ingestoken had, en is, na geruimen tijd als danseur een bescheiden rolletje in een revue
Van het huis op de H eerengracht IlllSillll
„W,E het uitgelezen heeft blijft na glimlachen, en onder het lezen is er een voortdurende binnenpret, die soms in een verlossenden schaterlach uitbarst." Het moet wel een goed soort humor zijn, waarover een dergelijk oordeel geveld wordt, want de beoordeelaar is Hans Martin, de man, die zelf heel wat heeft laten schaterlachen . . .
M,
IARTIN schreef
voorwoord bij „Op
deze beoordeeling in zijn zoek naar Geluk", een vroolijken roman door Chip. Dit boek is een verzameling van luchtige, geestig vertelde levensindrukken van een mondain Haagsch jongmensch, dat, als zoon van altijd reizende ouders, bij een stijve tante, bolwerk van ouderwetsche degelijkheid, in de provincie ondergebracht wordt . . .
De
E jeugdig-volwassen ste¬
deling moet het nu zonder dancings en borrels stellen... Gelukkig is zijn sterk gevoel voor humor in staat kleur aan z'n rimpelloos leventje
van nieuwbakken provinciaal te geven. Zoo gebeurt het meermalen, dat de zelfgenoegzame, taaie provincie-stad-sfeer wordt verstoord door het gerucht van Chip's avonturen, die altijd min of meer bedoeld zijn als uitbreekpogingen uit het saaie kooitje naar een glanzend, mondain verschiet-op-den-achtergrond: Den Haag.
(„OP ZOEK NAAR GELUK", door Chip. 'n Vroolijke roman met een voorwoord van Hans Martin en talrijke teekeningen van Jan Kraan. Ingen. f2.50; geb. f3.50. A. J. G. Strengholt's Uitgeversmij. N.V. Heerengracht 390, A'dam-C).
vervuld te hebben, maar wat blij dat hij thans zijn cocktails klaar kan maken. Jack Dempsey is er beter aan toe, zorgen voor den ouden dag behoeft deze ex-wereldkampioen althans niet te hebben, maar goed en wel is er toch maar bitter weinig overgebleven van de enorme bedragen, die hij in den ring verdiend heeft. Want Dempsey /leeft verdiend, hij is wel de bokser geweest die de hoogste beurzen bedongen heeft, waarbij we nog maar zwijgen van de bedragen, die hem b.v. werden betaald voor zijn medewerking aan een dozijn twee-acters in Hollywood omstreeks 1925.
Wie aan Jack Dempsey's inkomsten uit boksmatches denkt, dient tevens te denken aan Tex Rickard, den gewieksten promotor, die het meerendee! van zijn matches verzorgde en er toe bijdroeg, dat men Dempsey „the worlds' greatest money fighter of all time" kon noemen.
In de Amerikaansche pers vertelt Dempsey thans hoe het mogelijk was, dat hij tusschen 1919 en 1927 negen groote boksmatches leverde, waarvoor 576.213 toeschouwers in totaal een bedrag van 9.255.848 dollar aan entreegelden neertelden, wat met de dollars van een vollen rijksdaalder uit die dagen neerkwam op ruim 23 millioen gulden. De hoogste recette kreeg men bij zijn revanchepartij tegen T u n n e y op 22 September 1927, waar meer dan 2J millioen dollar ontvangen werd van de 145.000 toeschouwers, maar de manier, waarop Tex Rickard er in 1921 in geslaagd was om voor de match Dempsey— Carpentier een menigte van 90.000 menschen in City bijeen te trommelen en een recette te krijgen die bijna viermaal zoo groot was als twee jaar tevoren bij Dempsey—Jess Willard te Toledo met eveneens het wereldkampioenschap als inzet, moge nog veel meer gelden als leerschool voor bokspromotors van heden en toekomst.
„In die dagen had ik Jack Kearns nog als manager", onthult Dempsey er over. „Tex Rickard was promotor van die match en vroeg ons tevoren wat of we liever hadden: een aandeel in de recette of een vaste som. Mijn manager Kearns prefereerde een vast bedrag en ik was dat met hem eens. De totale ontvangst van mijn match tegen Jess Willard, waarin ik aan dien wereldkampioen den titel afhandig maakte, was 450.000 dollar geweest; toen we daarom aan Tex Rickard 300.000 dollar als ons aandeel voorstelden, waren we verbaasd, dat hij er direct mee accoord ging. Tex voorspelde een recette van meer dan een millioen, we hadden moeite hem niet uit te lachen, want wie had ooit van zoo'n bedrag gehoord in de bokswereld van dien tijd, waarin de recettes nog nimmer boven een half millioen waren uitgekomen.
Toen de contracten geteekend waren, zette Tex zijn plannen uiteen: „we moeten deze match dramatiseeren en in de kranten laten uitkomen, dat voor de eerste maal uit Europa een vreemdeling op weg is om het wereldkampioen schap uit Amerika weg te sleepen. En niet maar zoo'n doodgewone vreemdeling: we moeten het den menschen inpompen, dat Carpentier een oorlogsheld is die tweemaal gewond werd in de loopgraven en in zijn twaalfjarige boksloopbaan 47 maal door knock out gewonnen heeft bij de 109 wedstrijden, waarin hij uitkwam. Hij moet voor ons publiek een knock-out-wonder worden en tevens een bokser met alle elegance van een balletdanseres. Carpentier moet de sympathie van het publiek hebben, hij is lichter maar sneller in zijn voetwerk, we moeten het voorstellen dat het als het ware een strijd tusschen een schermer en een zwaardvechter wordt, waarbij Dempsey dan de onsym¬
pathieke rol van den vechtersbaas moet vervullen. Jack is wereldkampioen, het publiek verlangt niets liever dan een kampioen te zien verliezen, dat komt puik uit. Maar vóór alles: geen mensch mag Carpentier zien trainen, we moeten hem als den gehimzinnigen vreemdeling voorstellen en zijn trainingskamp omgeven met bewakers, die niemand, ook de pers niet, doorlaten. Alleen op die manier krijgen we belangstelling voor een bokser, die hier in Amerika volslagen onbekend is en alleen op die manier merkt het publiek niet, dat Carpentier zestien pond lichter is; als ze jullie samen zagen, zou men denken dat het door het gewichtsverschil een eenzijdige kamp zou worden. Begrepen ?"
Alles ging volgens Tex' programma.
Toen in de vierde ronde de Fransche bokser knock out geslagen was door zijn veel en veel zwaarderen Amerikaanschen tegenstander, voelden zich minstens 60.000 van de 90.000 toeschouwers zich teleurgesteld door het eenzijdige gevecht.
Maar in de brandkast van het kantoor lagen 1.626.580 dollar opgestapeld, waarvan bijna een millioen als zuivere winst ten deel viel aan den handigen reclamemaker: promotor Tex Rickard.
Kampioenschap van den Amstel
Een strijd tegen 't horloge.
In navolging van Engeland (op de Thames) hebben we in Nederland een „Head of the River-race". Maar hier noemen we 't het Kampioenschap van den Amstel en er nemen geen 130 ploegen, maar 13 aan deel. Zondag j.l. werd dit lange afstandskampioenschap verroeid en het was het eerste evenement in de roeiwereld. Ondanks onaangenaam weer was er veel belangstelling aan den kant en in de auto van dr. M e u r e r ontdekten we den Amsterdamschen wethouder, dr. I. H. J. Vos, die zelfs in het clubgebouw van De Hoop met veel geduld wachtte op de prijsuitreiking, welke bijna een uur na aankomst van de ploegen geschiedde, omdat de heeren, daar het een kamp tegen 't horloge betrof en de ploegen om de tien seconden waren gestart, eerst het een en ander moesten uitkienen.
Sportief is een kampioenschap van den Amstel natuurlijk heel mooi en veelzeggend. Maar de toeschouwer heeft er maar bitter weinig aan. Hij kan in de autofile langs den kant gaan zitten en ziet eenige ploegen naast of achter zich, maar de rest blijft voor hem onzichtbaar. Hoe de wedstrijd precies in mekaar zit blijft hem duister. Het een en ander ontneemt ongetwijfeld eenige charme aan den overigens imposanten strijd van zoovele achten. In de eerste divisie heeft Nereus het Kampioenschap van den Amstel over 8 km. (van Ouderkerk tot het clubgebouw van De Hoop) gewonnen en Amstel won in de tweede divisie na scherpen strijd met Maas en Willem III. We zagen den slag De W i t bij Nereus I op 6 zitten, terwijl van Ogtrop slag roeide. Een heel prettige roeimiddag .... maar een beetje koud ....
2