SPORT IN BEELD/DE REVUE DER SPORTEN

DAGBOEK VAN EEN LEEK

Vrijdag 22 Maart: Gaat het U als mij? Wordt gij ook eiken dag lastig gevallen over kaarten voor Nederland—België en nu al weer over kaarten voor Nederland— Engeland? Niemand begrijpt hoe moeilijk het is om een kaart te krijgen, als men geen bijzondere kruiwagens of connecties heeft. En nu ben ik maar zoo bang, dat deze groote toeloop voor den wedstrijd tegen de Belgen weer aanleiding zal zijn tot het smeden van plannen bij lieden, die denken, dat er nog een grooter stadion mogelijk is. Zeker, zeker, de cijfers wijzen uit, dat wij Zondag 31 Maart een stadion hadden kunnen vullen van 250.000 plaatsen. . Maar wat zegt dat? Hoeveel keer komt dat voor? Mogen wij ons daardoor laten bedriegen? Mag ons deze overdaad zand in de oogen strooien? Er zijn immers geen drie feiten in een jaar, die een stadion vragen met zooveel ruimte. Hoe zou dat te bekostigen zijn, hoe te onderhouden, hoe te verantwoorden in dezen tijd?

Ik heb een ontstemden brief van een ontstemden achterneef. Hij heeft het een beetje aan zijn maag en schijnt nu ook last te hebben van eksteroogen en aambeien. Hij is boos op mij en op den K. N. V. B. Ik ben dus in goed gezelschap Gebeurt mij niet iederen dag. Hij had met zijn vrouw naar Holland—België willen gaan en vindt het nu een schande, dat hem dat niet gelukt. Hij gaat nu toch naar Amsterdam — hij woont in de provincie — maar laat zijn vrouw thuis in het vriendelijke Geldersche dorp, waar hij burgemeester is. Veel verstandiger, maar niet goedkooper; want wat zal hem dat Zaterdagavondje kosten? Hij schrijft dat er gekonkel is met plaatsen, gesjagger, dat het een vriendjesgedoe is. Het zou niet zoo erg zijn als het een vriendinnetjesgedoe werd. Ik heb zijn brief aan Staal gestuurd en Staal heeft hem in de pruIIemand laten glijden bij de andere ontevredenen.

Zaterdag 23 Maart: Ergens in een advertentie gezien hoe de acteur Lou van Gasteren zijn hoofd staat te wasschen met een nieuw soort zeep of een soort van champoing of een of andere lotion, weet ik veel. Ik ben op het schitterende denkbeeld gekomen, dat dit iets is voor adverteerders om te gaan doen met sportmenschen. Bijv. een leverancier van scharen, die Lagendaal afbeeldt de nagels van zijn teen knippende of de firmajanssen en Tilanus, dewelke in Jaegerondergoederen doet en dan een foto van het bestuur van den K. N. V. B. in zijn dessous. Ik beloof U, ik zal smakelijk blijven meneer de hoofdredacteur, maar is het niet prachtig? Sajet in zijn Jaegertje. Of die meneer uit het Noorden,

hoe heet hij ook weer, die uitvinder van de overgangsbepalingen.

Is dit geen arbeidsveld voor onze populaire scheidsrechters of journalisten, voor zoover de heeren een klein snippertje bijverdienste nog noodig mochten hebben?

Zondag 24 Maart: Ter vergadering van de N. W. U. in Utrecht en eerst 's ochtends ter vergadering van den Zwembond in Amsterdam. Ik heb het voetbal er voor in den steek gelaten. V. d. B e r c h van Heemstede redde de situatie in Utrecht en Kellenbach redde de situatie in Amsterdam. Sabel en hij vertrokken en er komen nu nieuwe leiders.

In Utrecht kreeg ik de overtuiging, dat die heele nieuwe bond een dood geboren kindje is en dat alles wat wielrent maar het beste doet om achter den heer v. d. Berch en achter alle andere jonkers tot graaf Swaab de Beer toe, aan te blijven hollen, alle democratie ten spijt.

De uitslagen van de kampioenscompetitie verrassend. De provincie zegeviert over Amsterdam. Het zal tijd worden. Beter laat dan nooit. Maar we zijn er nog niet. We spreken elkaar nader. Als D. W. S. en Ajax elkaar nu maar niet gaan afmaken.

Maandag 25 Maart: Gelezen van V. O. C. en van H. V. V. Moet U weten — als het U nog niet bekend was — dat ik zooveel van oude voetbalclubs houd. Oude voetbalclubs en oude wijn en oude kaas en oude grachten in oude steden naast jonge vrouwen. Dat kan me boeien. Die combinatie van oud en jong.

H. V. V. nu heeft een mooie kans om zich te herstellen, moet een beslissingswedstrijd spelen tegen C. V. V., is dan kampioen van de afdeeling en mag dan promotiewedstrijden spelen. Kan dus weer eerste klas worden. Ik hoop het voor de club van Van M o o r s e I, die eens de club van K I e y n was.

Ik hoop ook, dat H. B. S. in de eerste klas blijft, want H. B. S. kunnen we ook niet missen. Maar ziet, het jongemensch, dat dit alles voor mij tikt, geeft me een gentle hint en zegt, dat dat niet mogelijk is, want H. B. S. en H. V. V. zullen in één competitie moeten spelen. Er kan er dus maar één in de eerste klas blijven of terugkomen. Hoe moet dat nu? Ik waag me er niet aan. Gelukkig, dat wij het maar niet voor het zeggen hebben.

V. O. C. is kampioen van een der derde klasse-competities en die mag nu promotiewedstrijden spelen teneinde in de tweede klas te komen. In Rotterdam leeft weer de belangstelling voor V. O. C. op, vooral nu Sparta het chique gebaar heeft gemaakt

om aan V. O. C. haar terrein af te staan voor deze promotie-wedstrijden. Is dat geen zusterlijke geste, van voornaamheid getuigend? V. O. C. wordt tegenwoordig geleid door Leen Versteeg e, een prachtvent, die elke week een paar ons aankomt en nu al een imposante gestalte heeft, een schitterend opvolger van Dirk van Prooye, die het hoogerop gezocht heeft, maar die zijn V. O. C. toch niet vergeet. Verder zijn er nog allerlei belangrijke lieden in V. O. C. met een hart voor hun club en met liefde en toewijding voor wat er aan schoons in de amateursport nog niet verloren is.

Dinsdag 26 Maart: Waarom gaan wij toch alle takken van sport en alle spelletjes en alle andere aardigheidjes zoo serieus behandelen in de dagbladen? Is dat noodig? Is dat goed? Ik wil geen namen noemen van sporten en spellen, van sportjes en spelletjes, die vroeger bedreven werden doodgewoon door iedereen, zonder dat iemand er notitie van nam. Maar nu is dat allemaal belangrijk geworden. Nu hebben wij competities en bonden en kringen en vereenigingen en nu komt alles in de courant.

Alleen domino, het eenvoudige dominospel, dat is er nog vrij van gebleven. Ik heb nog nooit gehoord, dat er een Nederlandsche Domino Bond bestaat en dat je kan zijn dominospeler eerste of tweede klas en dat er sectarische domino-bonden bestaan of dat er een internationale wedstrijd Nederland—Mexico op dominogebied gespeeld wordt, met Hans Boekman als scheidsrechter. Dat kan hij zeker goed. Hij zou er zijn arbitralen wellust kunnen botvieren. Denk er eens over, amice!

Woensdag 27 Maart: Naar Rotterdam geweest om Willy den Ouden wereldrecordhoudster te zien worden op de 500 M. En nu hoop ik maar, dat ze vandaag over een jaar nog net zoo hard zwemt, want dan hebben wij haar noodig in Berlijn, als wij dan tenminste niet allemaal tegen dien tijd weggegast zijn.

Donderdag 28 Maart. Ik ben naar de waarzegster geweest in de Tweede Weteringdwarsstraat 49 in Amsterdam, pal bij de Vijzelgracht. Waarzegsters denkt men altijd, zijn oude vrouwen met grimmige gezichten en rimpelige handen. Deze waarzegster was nog geen 25, ze was blond en blank en lachte als het ruischen van een zomerwoud vol vogels.

„Winnen we Zondag?", vroeg ik.

„Ja, mijn jongen," zei ze flatteus.

„Met hoeveel?", vroeg ik weer.

„Twee doelpunten verschil; als ik mij vergis, mag je Zondagavond het geld terug komen halen."

Ze lachte zóó schalksch, dat ik mij haastig de deur uit spoedde.

TARTUFFE.