SPORT IN BEELD/DE REVUE DER SPORTEN
Langdurige, maar rustige debatten TER N.W.U. VERGADERING
Waardige en waardevolle taal en tactvolle leiding van den Unie-praeses
Opposanten-woordvoerder kreeg en nam volop gelegenheid zijn hart te luchten.
Weliswaar heeft de jaarvergadering van de Nederlandsche Wielren Unie langer en véél langer geduurd dan Unie-vergaderingen plachten te duren, maarze is rustigen zonder stormvlagen verloopen. De debatten waren niet zelden wijdloopig en onvruchtbaar, maar ze werden gevoerd in hoffelijken trant, dankzij het beleid van voorzitter jhr. v. d. Berch van Heemstede, die soepelheid, tact en een goede dosis geduld aan den dag legde, welke voortreffelijke kwaliteiten het verloop dezer vergadering wel zéér ten goede zijn gekomen.
We zullen ons moeten beperken tot enkele der belangrijkste onderwerpen, die deze bijeenkomst in het Jaarbeurs-restaurant heeft opgeleverd.
Daar was het voorstel van het hoofdbestuur om amateurs te verbieden deel te nemen aan meerdaagsche wedstrijden.
Voorzitter jhr. Van den Berch van Heemstede gaf er zijn verklaring bij.
't Amateurschap moet zoo zuiver mogelijk worden gehouden En 't rijden door amateurs in meerdaagsche wedstrijden kan niet meer als amateurssport worden beschouwd. Aan den anderen kant zijn hiermede de belangen van de beroepsrijders niet gediend. Het enorme aantal profs en onafhankelijken ziet zijn kansen dalen door het optreden der amateurs. De spoeling wordt weer dunner.
Naar aanleiding van dit voorstel vond
het Zuiden eenige pleitbezorgers, die hier de z.g. avond-zesdaagschen bedreigd zagen, een bekend instituut der Zuidelijke banen. Het waren menschelijke pleidooien, welke de Zuidelijke woordvoerders lieten hooren, waarin werd aangedrongen op mildheid voor de amateurs, in wier gelederen zoo menig renner zonder arbeid is.
Hoe sympathiek het geluid ook was, de voorzitter nam zeer terecht en niet minder beslist stelling tegen iedere vertroebeling van het amateurisme, er op wijzend, dat ieder die de wielrensport gaat beoefenen wéét, dat het een dure sport is. Als men niet over de middelen beschikt om in die sport te liefhebberen dan moet men er
niet aan beginnen.
Naar aanleiding van een opmerking van oud-kampioen Schlebaum werd reeds nu medegedeeld, dat i.z. het stayerskampioenschap voorritten zullen worden gehouden, waaraan alle Nederlandsche stayers kunnen deelnemen.
Nadat de pers weer tot de vergadering was toegelaten — en comité général waren enkele persoonlijke kwesties afgehandeld— werd als laatste agendapunt aan de orde gesteld: verkiezing van een voorzitter.
Jhr. van den Berch van Heemstede hield echter eerst een sobere maar overtuigende rede, welke kon worden opgevat als een uitvloeisel van de oppositie, welke van de zijde der Wielerclubs in Nederland is ontstaan, een oppositie, welke culmineerde in een vergadering te Utrecht en welke een Bond van Ned. Wielerclubs in uitzicht stelde. De reactie van N.W.U. zijde, neergelegd in het betoog van den Unievoorzitter is stellig belangrijk genoeg om hier goeddeels over te nemen.
„De bijzondere belangstelling, welke weer eens aan onze Unie te beurt valt, aldus jhr. Van den
Berch van Heemstede, noopt mij nogmaals haar karakter en werkwijze duidelijk uiteen te zetten.
Boven persoonlijke belangen.
Moge ik beginnen met er aan te herinneren, dat de N. W. U. niet is eene vakorganisatie, welke ten doel heeft de persoonlijke belangen van renners, clubbestuurders of baandirecteuren te behartigen, doch wel hunne algemeene.
De N. W. U. staat boven de persoonlijke belangen.
Wat zij dan wel is.
De N. W. U. is het lichaam, dat, ingevolge de reglementen der Union Cycliste Internationale — bij welke internationale organisatie der wielrensport zij aangesloten is — tot taak heeft deze reglementen in Nederland te doen eerbiedigen en in ons land de belangen der wielrensport zoodanig te behartigen, dat deze sport op de beste wijze tot haar recht en op een steeds hooger peil kan komen.
Daartoe heeft de N. W. U. de internationale voorschriften aangevuld voor zooveel zulks, in verband met de nationale toestanden, noodzakelijk bleek; welke voorschriften vereenigd zijn in het Wedstrijdreglement der N. W. U., dat telkenmale gewijzigd en uitgebreid wordt, indien zulks noodzakelijk blijkt.
De Sport Commissie en de Technische Commissie der N. W. U., samengesteld uit ter zake volkomen deskundige personen, hebben tot taak het Hoofdbestuur in deze van advies te dienen, welk college deze adviezen steeds aandachtelijk bestudeert en uiteindelijk, na rijpe overweging, een beslissing neemt, welke ter goedkeuring aan de Algemeene Vergadering voorgelegd wordt.
Dat, niettegenstaande er op de meest ernstige wijze naar gestreefd wordt deze taak zoo goed mogelijk te verrichten, somtijds genomen besluiten gewijzigd moeten worden, vloeit voort uit de omstandigheid, dat menschelijke arbeid nimmer volmaakt kan zijn en dat waar gewerkt wordt, helaas ook fouten gemaakt kunnen worden.
Mocht echter blijken, dat een fout begaan werd, dan zal het Hoofdbestuur zich altijd terstond beijveren om de begane fout te herstellen.
Verzekering van beroepsrenners in uitzicht gesteld.
Een, vanaf de oprichting onzer Unie door het Hoofdbestuur gekoesterde wensch zal, naar ik vertrouw, in de naaste toekomst vervuld worden. Het Hoofdbestuur heeft steeds gemeend, dat de beroepsrenners — dat zijn dus de professionals, onafhankelijken en gangmakers — verzekerd moesten zijn tegen ongevallen. Toen de middelen der N. W. U. daartoe nog ontoereikend waren, hebben wij op verschillende manieren getracht de renners te bewegen daarvoor zelve iets bij te dragen. Op de tegenkanting hunnerzijds is deze maatregel toen afgestuit. Door het Hoofdbestuur is altijd op de grootst mogelijke zuinigheid bij onze officials aangedrongen ter zake hunner declaraties en ik mag dankbaar vaststellen, dat alle officials zich steeds aan dit verzoek gehouden hebben. Het Hoofdbestuur zelf heeft nimmer eenige declaratie ingediend. Wij deden dit, omdat het Hoofdbestuur wilde trachten de kosten dezer verzekering door de Unie zelve te doen dragen
N.V. OLDAMBT-PEKELA
Official Chevrolet dealer
Jaarvergadering van Zondagmiddag te Utrecht, v. I. n. r. L L v. d. Berch van Heemstede en P. J. Adrian.