SPORT IN BEELD/DE REVUE DER SPORTEN TEGEN CARDIFF CITY
Dialoog in mineur op het voorbalcon
,,'n Sof-wedstrijd meneer! Daar heb je nou Lagendaal. 'n Beste speler, maar niet in ons land. Hij moet nog leeren punteren! Had je vroeger Kees Pijl moeten zien. Als die op 20 M. afstand 'n bal vrij kreeg, dan was het vast 'n goal! Onhoudbaar, met de punt van z'n schoen!
En dat koppen van Anderiesen! Wat heb je daar nu aan. Met z'n voorhoofd geeft ie den bal een zacht duwtje naar z'n buurman. Schiet je niet mee op meneer! Nee, dan Jan Stok. Hij zat naast me op de tribune. Die kopte den bal een half veld ver weg. Zulke spelers hebben we niet meer!"
„Vrauwdeunt speelde toch wel aardig!"
„Aardig meneer, noemt U dat aardig, omdat ie nou toevallig gewoonlijk net daar staat, waar de bal komt? Veel te zelfzuchtig, meneer, wil te veel zelf goaltjes maken. Dan Piet v. d. Wolk van Sparta! Die bracht den bal prachtig tot bij de hoekvlag en dan een boogje vlak voor den goal. Huug deGrootof Ruffelse hadden 't maar voor 't intrappen !"
„Bas Paauwe was goed op dreef!"
Bas Paauwe op dreef! 'n Pingelaar meneer. Veel te slap. 'n Half moet z'n mannetjes staan. Hebt U vroeger F r a n s v. d. M e u I e n van Sparta wel eens zien spelen? Was er vanmiddag ook! Leip eerst den vleugelman en dan den binnenman van de sokken, ging dan er met den bal van door! Ze bleven dan uit z'n buurt! Gaat tegenwoordig jammer genoeg niet meer. De scheidsrechters fluiten te veel."
„Toch vond ik het wel een aardigen wedstrijd. U moet niet vergeten, dat de meeste spelers Zondag al een zwaren wedstrijd hebben gespeeld en dat ze a.s. Zondag weer in het veld moeten. Daar moeten ze ook rekening mee houden!"
„Gebrek aan uithoudingsvermogen! De fout van het tegenwoordige geslacht. Ik herinner me nog een Kersttoer van R.A.P. uit Amsterdam, jaren geleden, in het Oosten van Engeland. Vier wedstrijden in 6 dagen. Eigenlijk een Nederlandsch elftal; Kees van Hasselt en Jan Stok speelden ook mee. Ze concentreerden na afloop van eiken wedstrijd tot 's morgens vroeg en trainden op bier en jenever. En toch hadden de Engelschen respect voor onze jongens, kom daar nu eens om?"
Helaas moest ik op dat oogenblik van
de tram en ging dus de rest van dit deskundige betoog voor mij verloren.
Men zal het niet altijd eens zijn met de samenstelling van het Nederlandsch XI, doch men zal stellig de Keuze Commissie er niet van kunnen beschuldigen, dat ze zich aan gewaagde proefnemingen bezondigt. Het elftal, dat a.s. Zondag tegen België zal spelen, bewijst dat weer. Er was kans, dat men de achterhoede zou trachten te versterken en er moest een plaatsvervanger gevonden worden voor Vente, die nog steeds in het ziekenhuis is. De versterking van de achterhoede heeft men op waarlijk vernuftige wijze tot stand gebracht. Van Run heeft men weer gezet op de plaats, die hij vroeger, toen hij nog met van Kol speelde, reeds heeft ingenomen en die hij in z'n eigen club ook bezet, rechts derhalve. Links zette men Caldenhoven, den uitstekenden achterspeler van D. W. S. Men sloeg dus twee vliegen in één klap: men verving een speler, die geen algeheele voldoening meer gaf en men zette van Run op een plaats, waaraan hij meer gewend is en waarop
Voor Bertus Caldenhove, den stoeren D.W.S.aanvoerder, is't een seizoen om nooit te vergeten: zijn club afdeelingskampioen en hij zelf gekozen in de nationale ploeg.
hij dan ook stellig beter zal spelen. Door één nieuwen speler op te nemen, worden twee plaatsen beter bezet! Inderdaad een handige oplossing!
Als vervanger van Vente nam men Drok, dien men eerst eens in de tweede helft van den wedstrijd tegen Duitschland heeft laten proefstoomen.
Het elftal is sterk favoriet, dat beteekent dus, dat we ons op het ergste moeten voorbereiden!
Van Run speelt Zondag z'n vijf en twintigsten wedstrijd voor het Nederlandsch elftal tegen een vertegenwoordigende buitenlandsche ploeg. Op het bondsbureau zal men hem nog wel twee wedstrijden beknibbelen, daar men twee door hem tegen de Belgen gespeelde wedstrijden niet als officieel beschouwt. Dat is echter een fiscale kwestie. Of men van een wedstrijd al dan niet een zeker percentage van de recette aan de F.I.F.A. moet afdragen, blijft o. i. voor de spelers precies gelijk.
C. J. GROOTHOFF
Sport en Politiek
Dat sport en politiek samengaan wordt in sportkringen verwerpelijk geacht, Politiek in de sport kan echter in het algemeen belang zijn wanneer door sportieve toenadering wederzijds een betere verhouding tusschen de volken wordt bevorderd. Na den oorlog is het initiatief, om oude veeten door middel van sportieve ontmoetingen uit te wisschen, toegejuicht. Dat was óók politiek in de sport. Maar niemand stootte zich er toen aan! Nu de politieke verhoudingen in Europa gespannen zijn wordt te vaak gevreesd, dat onaangename verwikkelingen tijdens internationale ontmoetingen te duchten zijn. Vorige week Zondag heeft het Fransche volk een ondubbelzinnig bewijs gegeven van sportiviteit, toen de Gallische ploeg tegen Duitschland speelde, tegen den staat, die een dag tevoren bekend had gemaakt, dat de algemeene dienstplicht opnieuw was ingevoerd. „Deutschland über Alles" werd gespeeld, maar géén oneerbiedige kreet heeft de politie genoopt op te treden.
Het Fransche sportpubliek wist sport en politiek op dat oogenblik, terecht, te scheiden.
De tegenstelling is deze, dat de Staten blijkbaar niet altijd de sport van de politiek gescheiden weten te houden. Toen eenigen tijd geleden in Oslo een besluit diende te worden genomen over de toewijzing van de O. S. 1940 bleek dii onmogelijk, omdat de politieke hemel ten aajtfÉfl van deze O. S. tusschen Japan en Italië nieJjaH vrij van vlekjes was. De Japanners ImjÉH op toezeggingen van Rome, maarJ|H vertegenwoordiger te Oslo w^H heer De BaiIlet Latour ten^H toewijzing van de O. S.ri^M onderonsjes van Stayd^J I.O.C. aangeslotejMÉ^H aanbeval dooytotri^J
De moraJjj^B