DE REVUE DER SPORTEN
De Gecombineerde Nederlandsche Sportbladen
SPORT IN BEELD
trok zijn buisje recht, dat door de haast scheef was komen te zitten.
— Er is immers geregeld en overal ruzie," knikte het mannetje met zijn groote hoofd, „vanmorgen nog een protestvergadering van ouders van middenstandsgezinnen, die zich met hand en tand er tegen zouden verzetten, dat hun zoons gingen voetballen. Het was zoo gevaarlijk, zeiden ze. Maar ze bedoelden eigenlijk, dat ze het ordinair vonden."
— Oh, maar dit is veel ernstiger," verzekerde de Kampioenstitel en speelde met den gouden medaille om zijn hals. „Hier staat het geluk van een jong menschenpaar op het spel en je moet helpen, Veine."
— Vertel me het verhaal dan maar," mompelde Veine, de oude wijsgeer en hij zette de deksel van de hoedendoos op een kier, zoodat hij het gezicht van zijn bezoeker beter kon bestudeeren onder het spreken. Toen de Kampioenstitel zijn verhaal gedaan had, klopte de hoedendoos-filosoof hem vriendelijk op den schouder.
— Goed zoo, zoontje," mompelde hij, „ik zal zorgen, dat ik er ben op Nieuwjaarsdag. Ga jij nu een paar uurtjes slapen."
Een man met een slaperig gezicht, omdat hij tot half twee glazen vol bier had laten loopen, had den bal te pakken. Het was een van de Onstuimige Rakkers, maar omdat hij er zoo heelemaal niet onstuimig uitzag met zijn slaapoogen en zijn platvoeten geloofde geen enkele Roode Tijger, dat het ernst was. De Slaapwandelaar schuifelde ongestoord door de Tijgersverdediging en ineens zag men de wreef van zijn linkerplatvoet vooruit schieten en het was I—O voor de Rakkers.
Een kwartier later was het 2—0, nog een kwartier later 3—0. Na de rust maakte de midvoor van de Tijgers, een man met een rood gezicht, die een zaak in fijne vleeschwaren had, er 3—1 van. Maar de Rakkers lieten het er niet bij. Hun supporters brulden onvermoeid „Manus, Manus, Manus!" En Manus klemde zijn kaken op elkaar, rende naar voren, even dat wereldberoemde venijnige prikje van zijn linkervoet het
was 4—1, met nog tien minuten te spelen!
Het kampioenschap kon De Onstuimige Rakkers niet meer omgaan ....
Op het dak van de eere-tribune zat de Kampioenstitel te klappertanden van angst. Nu dreigde alles toch nog mis te loopen. Over tien minuten zou de scheidsrechter voor de laatste maal fluiten en over tien uur zou de generaalsdochter naar haar advocaat gaan om echtscheiding aan te vragen
— Is dat haasten," zei een krakende stem naast hem. De Kampioenstitel keek op. Naast hem zat, in een strak grauw jasje, Veine, de grijze filosoof en keek hem met zijn pienterige oogjes lachend aan.
— Ik kom pas van een hockey-wedstrijd," bromde hij in zijn baard, „en nu zullen we hier even een handje helpen. Let eens op, broertje. Zie ik het goed op het scoring-bord, staan de Tijgers met 4—1 achter. Haha."
Met een eleganten sprong dook hij van het tribune-dak af. Een schot. 4—2.
— Een dood-makkelijke bal, had die vent met gemak kunnen houden," bromde de controleur van de perstribune.
De roodaangeloopen Tijgers-midvoor in fijne vleeschwaren slipte tusschen de vijandelijke backs door, schoot tegen den doelman aan, de bal sprong terug, vlak voor zijn voeten en nu deed hij het beter, 4—3.
— Stom geluk," snauwde een conducteur, die vrij van dienst was en kruis of munt had gegooid tusschen een voetbalmatch en een bioscoopje.
Een snerpend fluitsignaal. Hands. Penalty. De captain van de Roode Tijgers, die in het dagelijksch leven linksback voetbalde, kwam naar voren en schoot den bal in den uitersten rechterhoek. Het was 4—4.
— Manus, Manus, Manus," gilde een spreekkoor in een ongeregelde vierkwartsmaat.
Boven op de eeretribune zat de Kampioenstitel in zijn rood-wit-blauw buisje met een hoofd als een tomaat van opwinding.
Manus had den bal, hij slingerde zich door de defensie, lenig als een jonge aap, hij kwam iedereen voorbij, stond alleen voor den doelman. Hij zwaaide zijn linkervoet.
Drie meter naast vloog de bal... .
— Hoesgosmooglijk," stamelde een twijfelachtige juffrouw in een bontmantel, die altijd wat geld opzij legde voor voetbalwedstrijden, omdat ze vond, dat een mensch alle emoties moet hebben meegemaakt.
— Met Manus is het mis," zei de dikke man, die op een Gold Flake kauwde en die voorzitter van de elftalcommissie was.
— Dat is zuiver zwijnen," vervolgde hij even later, toen een bal hoog door de Tijgersrechtsbuiten werd voorgezet, op het hoofd van den vleeschwaren-midvoor weerkaatste en in het doel der Onstuimige Rakkers verdween. Op het scoring-bord kwam 4—5 te staan. De scheidsrechter liep al met zijn nikkelen horloge, dat hij vijf jaar tevoren
van zijn vrouw had gekregen voor zijn Sinterklaas, in zijn hand.
Maar nog was het niet uit. Een handsgeval, een duidelijk handsgeval van den linksback der Roode Tijgers, 'n Strafschop voor de Onstuimige Rakkers.
Een orkaan stak op.
— Ma n u s," riep de orkaan. Manus ging achter den bal staan en de orkaan ging liggen en werd doodstil. Het linkerbeen, het wereldberoemde linkerbeen van Manus ging omhoog .... het werd een schot, zooals je van Manus kon verwachten. Hard. Laag. En precies in den hoek ....
— Goal!" brulde de orkaan, die weer was opgestaan.
— Wacht even," grinnekte het kleine, oude filosoofje, dat al dien tijd achter het doel had gestaan. Snel als de weerlicht, met een veerlicht sprongetje, zat hij in den rechterhandschoen van den Roode Tijgersdoelman en met een bliksemsnelle beweging werkte hij den bal naast. . .
— Met Manus is het afgeloopen," mompelde de elftalcommissie met een nieuwe Gold Flake in den mond. „We zullen het den volgenden keer met een ander moeten probeeren . . . ."
— Dat was toch je reinste veine, zóó'n schot houden," zei een sportjournalist, die het weten kon tegen een anderen sportjournalist, die het weten kon.
Maar Veine, het kleine, grijze wijsgeertje hoorde het al niet meer. Hij zwom door een fijn motregentje naar huis terug en kroop weer in zijn hoedendoos ....
Dien Nieuwjaarsavond verdween de barst uit Lea's stem. Manus, de voetbal-held pleegde zelfmoord. Zijn voetbal-schoenen werden door Herman, den echtgenoot van den generaalsdochter op zolder gezet, waar ze direct met een oud dubbelloopsgeweer een gesprek begonnen over de vergankelijkheid van roem. H. G. H.
Overzicht in de Apollo-hal tijdens de Steenwedstrijden van den Amst. Turnbond, waar mej. Wolzak en Van der Vinden wonnen.
If