DE REVUE DER SPORTEN

De Gecombineerde Nederlandsche Sportbladen

SPORT IN BEELD

Voorbeeld van de Nederlandsche supporters-schare als het goed gaat.

vijfkamp betreft: 1934 was daarvoor geen gunstig jaar, omdat de vijfkampen voor officieren en onderofficieren afgelast moesten worden wegens den dood van Prins Hendrik; bij den vijfkamp te Stockholm eindigden onze landgenooten in de achterste gelederen.

lot zoover over de z.g. Olympische Sporten. Daarnaast was er neg heel wat te doen in ons Nederlandsche sportwereldje, waarover men elders in dit nummer meer kan lezen in het artikel, waarin we „met zevenmijlslaarzen door de Nederlandsche sportwereld" gegaan zijn. Honkbal, badminton en rugby gingen in 1934 verrassend-veel vooruit, na een tijdlang stationnair gebleven te zijn in aantal beoefenaars; in al deze drie sporten vonden internationale wedstrijden plaats tegen naburige landen (honkbal 21 — 12 en 17—19 tegen België, badminton I— tegen Denemarken, rugby 6—3 tegen België en 0—21 tegen Duitschland). Korfbal behaalde haar jaarlijksche zege op België (9—3), ook op cricketgebied staan we, blijkens de inningszege op „België", aan het hoofd van Europa's continent, wat overigens nog weinig zegt.

Tafeltennis maakte een enormen sprong naar boven, de kaatsers kregen weer internationaal contact met hun Belgische en Fransche sportbroeders, het aantal golfbeoefenaar(ster)s breidde zich aanmerkelijk uit (diverse int. wedstrijden kreeg men hier), de paardensportliefhebbers konden hun hart ophalen aan draverijen in ettelijke plaatsen van ons land, voor de automobilisten waren R.A.I.tentoonstelling, K.N.A.C.-concours, rallye naar Monte Carlo en int. Alpenrit groote evenementen, voor de motorsportenthousiasten de T.T.-races en de tallooze grasbaanwedstrijden en voor de kanovaarders de Europeesche kampioenschappen te Kopenhagen. Op biljartgebied viel niet veel succes te vermelden: Robijns ver-

Redactioneele m

Opmerkingen

Een nieuw jaar en nieuwe activiteit

Geen sport of er valt nog wat in recht te zetten.

Geen sport of er zit hier of daar nog een vlekje, dat weggepoetst moet, een splinter, die er uit moet.

Conflicten, problemen, geschillen, sommige nietig en klein als grassprietjes. Andere machtig als eiken, diepgeworteld en moeilijk uitroeibaar.

Zoo gaat de sport het nieuwe jaar in.

Met eei taak, naar vele kanten.

De korfbalwereld zit met een onprettige historie in het Oosten, die ex-voorzitter Broekhuysen in orde zal trachten te maken.

De athletiekgelederen zijn verstoord door het optreden van den Utrechtschen Prov. Athletiekbond, ook daar dient de eenheid hersteld.

Bij de schermers is er nog altijd het oude, te oude, conflict tusschen de K. N. A. S. B. en de Amsterdammers, dat dringend uit den weg moet worden geruimd.

Onze wedstrijdroeiers zitten met het probleem, hoe ze eindelijk mee kunnen gaan tellen in internationaal milieu. En de jeugd, de studenten, zijn zelf aan 't piekeren geslagen en hebben plannen geopperd voor het a.s. jaar.

Onze voetballers ....

Hun problemen zijn bekend en talrijk, er hoeft hier niet over te worden uitgeweid: het werd gedaan in vele kolommen van dit blad.

We deden hier maar een greep.

Om even aan te stippen, dat er werk aan den winkel is in 't jaar, dat open ligt.

Dat werk bestaat in het samenwerken van allen, om er toe te komen, dat hun sport een fair en gezond leven leidt. Een sportlichaam is immers al net zoo gevoelig als een menschenlichaam, net zoo kwetsbaar.

Het hoeft geen val van de derde verdieping te zijn, waar een boom van een kerel ziek van wordt, een wondje aan zijn pink is vaak voldoende!

We gaan het nieuwe jaar in met nieuwe activiteit allerwege, ook in de sport.

Maar die activiteit moet in goede banen worden geleid. Ze moet niet ontaarden in een voortvarendheid, die goed bedoeld is, maar waarvan de consequenties funest zijn. Het is hier de plaats daar kort, maar met klem, op te wijzen.

We gaan 1935 in met een paar — let wel, een paar! — plannen van Nederlandsche stadions en sportpaleizen.

In Rotterdam zijn er de grootsche plannen van Feyenoord.

In Den Haag zijn in een persconferentie de ideeën uiteengezet voor een kapitaal sportpaleis plus Stadion in het Westen van de stad.

Bij beide ondernemingen speculeeren de ondernemers er op, dat zij de medewerking zullen krijgen van den K. N. V. B., die er een of meer internationale wedstrijden zal doen verspelen.

Zonder dat perspectief blijven al deze stadions d r o o m-stadions.

Laat de zonder twijfel energieke en voortvarende plannenmakers echter inzien, dat Nederland een klein land is. Laat ze begrijpen, dat het kleine Nederland, hoe groote vlucht de sport er ook heeft genomen, niét gediend is met meerdanéénstad ion en evenmin gediend met méérdan een sportpaleis.

Laat hen daarbij zich vrijmaken van alle plaatselijk chauvinisme om in te zien, dat voor dat stadion en voor dat sportpaleis, maar een stad in aanmerking komt. Amsterdam! Het hart van Nederland.

dedigde zijn wereldkampioenstitel in het driebandenspel niet, Sweering is nog in opkomst. Knottenbelt en Koopman hielpen Timmer aan twee Davis Cup-overwinningen, die onze tenniswereld trouwens hard noodig had om niet te diep af te zakken; de verpletterende nederlagen tegen België en tegen de Eng. Int. Club bewezen echter op pijnlijke wijze, dat er na Timmer een bedenkelijke gaping is!

Als we tot slot nog even aan onze schutters en hengelaars (het jubileumtournooi te Utrecht!) herinneren, dan dienen we dit artikeltje, met de Olympische Spelen 1936 te Berlijn begonnen,

te beëindigen met een herinnering aan de Olympische Winterspelen 1936 te Garmisch Partenkirchen, waar Nederland vertegenwoordigd zal kunnen worden op het gebied van schaatsenrijden en ijshockey (onze jongste sport, die het reeds tot één interlandwedstrijd bracht: 0—4 tegen België). Over ruim een jaar nemen die Olympische Winterspelen ten Zuiden van München reeds een aanvang (6—16 Februari 1936), met recht is het daarvoor kort dag om aan Nederland een eervolle plaats te bezorgen in de internationale sportwereld, waarvoor het vierjaarlijksche Olympische festijn een samentreffen der beste amateursportsmen ter wereld is.

3