DE REVUE DER SPORTEN
De Gecombineerde Nederlandsche Sportbladen
SPORT IN BEELD
DAGBOEK VAN
Vrijdag 7 December: Als iemand zich verheugt in den opbloei van de ijshockeysport, dan ben ik het. Maar waarom gaan de goede en trouwe vaderlanders, de echte Hollandsche jongens, die deze sport zullen beoefenen, zich nu potsierlijk „Holland-Wanderers" noemen.
,,Dutch-Wanderers" zou nog wat zijn. Maar waarom moeten we de voetstappen betreden van onze barbiers en confectiehandelaren, die hun winkelruiten beschrijven met opschriften in vreemde talen? Een sport, beoefend door Hollandsche jongens, onder Hollandsche Maris-luchten, jongens, toegejuicht door Hollandsche vrouwen, bezongen in Hollandsche dagbladen en Hollandsche sporttijdschriften, waarom moeten zij zich zoo buitenissig, zoo vreemdsoortig, zoo wonderlijk noemen ?
Nu ik het toch heb over ijshockey, de nieuwe sport in ons land sedert we een kunstijsbaan hebben, moet ik toch opmerken, dat onze sportjournalisten daar nu eens een studie van moeten maken, want wat ik er zoo over hoor door de radio en wat ik er zoo over lees in de bladen, dat lijkt nog naar niet veel. Is het niet iets voor de Amsterdamsche Sportpers, of voor de Nederlandsche Sportpers of voor de nog zoo piepjonge Rotterdamsche Sportpers om een cursus te beginnen over ijshockey? En let dan op, vóór wij twee maanden verder zijn noemen Jan, Piet en Klaas zich ijshockey-expert en dan vertellen ze, dat ze in dat en dat jaar in een ijshockey-ploeg hebben gezeten, ijshockey-internationaal en ijshockey-kampioen geweest zijn.
Zaterdag 8 December: De K.N.V.B. bestaat 45 jaar. Het wordt zoetjes aan tijd om een feestcommissie te benoemen voor het gouden jubileum. Maar wat leven we toch snel. Is het nu alweer 5 jaar geleden, dat wij die massale eterij te verwerken kregen in het R.A.I.-gebouw? En die lintjes-regen? En al dat gefeest?
's Avonds al naar Amsterdam. En in het goede gezelschap van mijn ouden vriend L a m e y, die juist de F.E.K. had opgericht. Daar zat Europa op te wachten. Na de moorden in Marseille, na de keet
EEN LEEK
in het Saargebied, na het huwelijk van Marina, moest er ook in Nederland wat gebeuren. En ziet, Lamey stak zijn wijsvinger ter waarschuwing in de hoogte in de richting van Dirk van Prooye en hij balde zijn vuist naar alle richtingen, naar het bondsbestuur boven hem, naar de algemeene vergadering, naar de tweede-, derde- en vierde-klassers. En ... . eigenlijk verandert er niets, want deed mr. K I e y n nu al weer meer dan 25 jaar geleden niet hetzelfde, toen hij het Gouden Hoofd oprichtte om W a r n e r te beduiden, dat de eerste-klassers, als het erop aankwam, de macht in handen hadden?
Zondag 9 December: 35 jaar geleden speelden we in de Meer tusschen de monumenten, die de koeien op het ongelijke grasland hadden nagelaten. De doelpalen sjouwden we zelf uit de keet — dat was een varkenshok — naar het veldje. De krijtlijnen, die we zelf trokken, waren soms geen meter van de sloot verwijderd, hetgeen zijn voordeel kon hebben als een tegenstander je te na mocht komen. We waschten ons met zijn twee-en-twintigen in een blikkie gevuld met slootwater. Ik zie wethouders van de hoofdstad, ministers van staat, generaals, bankdirecteuren, burgemeesters nog in het varkenshok zitten op den rand van een vat met onwelriekenden inhoud, om in half donker hun voetbalplunje te verwisselen. Waren we toen ongelukkiger dan thans? Neen, de glimlach van de dochter van den boer, die ons het veld verhuurde en die ons fleschjes limonade verkocht voor 7 ct. per stuk, zou het nog kunnen getuigen, nu ze wellicht oud en rimpelig als grootmoeder een rustig bestaan leidt ergens in een besjeshuis.
En thans Ajax! Het Ajax-stadion. Een wonder, een gedicht, een verrassing, een droom.
Geen wonder, dat iedereen er was, heel de voetbalwereld. Van Dirk van Prooye af tot het onbenulligst consultje van een plaatselijk bondje toe.
Een opmerking: in Amsterdam kan alles. Het is een stad van kranige durf. Ook op sportgebied.
We hebben gevoetbald ook nog, na
redevoeringen o.m. van mijn vriend Vos. Geen publiek blijft rustig onder redevoeringen, die het niet volgen kan. Een organisator, die redevoeringen laat houden, die een groot publiek niet hoort, mag niet eischen, dat het publiek stil is. Het is niet de fout van het publiek, maar het is de fout van den organisator. Het publiek is slechts een domme hoop, een brok onbeschaafde massa. Zie Multatuli.
Maandag 10 December: Bij ons in het
kleine stadje wordt een golfclub opgericht. De heer Brongers komt een lezing houden en hij heeft al gezegd, er wonen aristocraten genoeg, zoodat het best zal lukken. Bovendien, als we een tekort van aristocraten hebben, dan kan het ook wel met wat minder, zoo doen andere golfclubs ook, heet het. Toch een gevaarlijk experiment, je kunt nooit weten. Voor je het zelf bewust bent, ben je aan de democratie van tennis en aan de verpoening van voetbal toe.
Dinsdag II December: Ons blad van de pers en de wereld in. Elke week een nieuw succes. Ik ga het altijd zelf op de drukkerij halen. Ik lees daar een polemiekje tusschen twee gevoelige menschen Joris v. d. Bergh en HanG. Hoekstra. Is het brutaal als ik mij er even inmeng met een enkele opmerking? En dan wil ik tot den heer Hoekstra zeggen: het is misschien heelemaal verkeerd, maar het is wel degelijk mogelijk en het zal in den regel zelfs altijd het geval zijn, dat iets wat aan het geheel mankeert, dat geheel ook schaadt. Mag ik den pianist van den heer Hoekstra even veranderen in een alt- of sopraanzangeres, in een voordracht-kunstenaresse ?
Woensdag 12 December: In Rotterdam Hongaren zien voetballen bij slecht weer. Desondanks toch een goed bezet terrein. Ik had medelijden met Hollander, die boven op het dak van de overdekte tribune een paar gramofoonplaatjes stond te vertellen.
's Avonds naar het nieuwe sportfondsenbad in Schiedam, het zag er keurig uit, het wordt een groote stad.
Donderdag 13 December: Schitterend ingezonden stuk gelezen van jhr. C. van L e n n e p, de oud tennisspeler, die thans in Territet woont. Koren op mijn molen inzake het schoonrijden op de schaats.
TARTUFFE.
ÏCUl^l S\TM j $ jC^^-^^J^Ï ClINNAF.USSTRAAT TE A DAM^
GEOPEND DAGELIJKS, ook voor niet leden, van 10—18 en van 20—23 uur.
INLICHTINGEN TI ■ tFCC N M < I * *
_l5_