DE REVUE DER SPORTEN

De Gecombineerde Nederlandsche Sportbladen

SPORT IN BEELD

Gebrand?

PUROL bluscbtde pijn!

BILJARTEN

'n Half dozijn matadoren rond het groene laken

Een wereldtitel voor Albert en een wereld¬

record voor Jan Sweering

Parijs, 15 December.

Mag ik eens even voorstellen?

Acht mannen zijn naar hier gekomen, uit zes landen, om op het groene laken te strijden. Uit Weenen waren er twee: R e i c h e r, de wereldkampioen, een welgedaan, blond ventje, suikerzoet, zooals de „Wieners" zijn, en Schwarzer, nog vlasblonder, met groote brilleglazen, even vriendelijk en met hetzelfde prettige accent. Frankrijk is er met Albert, ook weer klein, donker, pittig, maar ietwat houterig; en dan de groote D a v i n, een leuke, gezellige „Marseillais", een goeie baas, die vriendelijk lacht, en zijn verlies met gemak verdraagt. We hebben Verbist gehad, een Vlaamschen Belg, genoegelijk, eenvoudig; er was Pap een Hongaar met grijze haren al, net een mannetje-van - het-kadaster. We zagen Domingo, een zeventienjarigen Spanjaard, die met noordelijke kalmte optrad. En dan ten slotte hadden we onzen J a n Sweering, met z'n bleeken kop en spitsen neus, die zoo langzamerhand de internationale klasse heeft bereikt, en van alle markten thuis is.

Sweering heeft de traditie van Hollandin-den-vreemde, door R o b ij n s en W i em e r s gecreëerd, door Dommering mooier gemaakt, op uitstekende wijze voortgezet.

Het spel over band heeft me, toen ik het voor het eerst zag spelen in dezen wedstrijd, een kwart eeuw verjongd. In mijn „gold'ne Jugendzeit" miste ik de ballen ook zoo. Toen ik nog tijd voor biljarten had, speelden we in de „Salie Cure", beneden in de rue Vivienne, en het kleine spel was onbekend. Dat werd eerst in 1912 en '13 door Cassignol uitgevonden; maar wij hebben er maar op los gestooten, en als het niet ging over één band, dan ging het over twee of drie. Het is lang geleden, en ik pink een traan Weg ....

De meeste spelers moeten het breede spel kennen. Hier dient dus ook de kennis van het drieband-spel in de eerste plaats. Toen Sweering tegen Albert een kapitale partij speelde, en hij, door te mooi, en te fijn spel, zijn tegenstander het nu en dan gemakkelijk maakte, zei ik zachtjes in het voorbijgaan: „Hak er op in, baas". Want het is doorgaans nuttiger, te zorgen, dat er een lap laken ligt tusschen de ballen.

Het gaat er om, te winnen; en dat is tegelijkertijd: niet verliezen. Dus, vooral zoreen, niet weg te geven.

Nu wat van de resultaten. Van de acht mannen kon men Pap en Schwarzer in dit kampioenschap ten minste als de zwaksten beschouwen: Pap, omdat hij al wat oud is, en Schwarzer.... omdat hij nog geen wedstrijd-routine heeft.

Domingo, de kleine, kalme Spanjaard met de fluweelen oogen, zeventien jaar, is een speler met een groote toekomst. Hij heeft het weten klaar te spelen den begaafden Davin, een wedstrijdspeler met jarenlange ervaring, in een beslissende partij een nederlaag toe te brengen. In 34 beurten had hij de 150 punten bij elkaar, met een serie van 26, uitstekend gespeeld. Hierdoor verloor Davin een derde partij, en hiermede was Sweering zeker, op zijn minst derde te worden.

Dan hebben we nog Verbist; het is een kalme, rustige speler, die aan het biljart gewetensvol werkt, en zijn punten verzamelt met regelmaat en accuratesse. Zijn spel schittert niet, maar het is dikwijls productief. Hij heeft met 37 de recordserie van Davin gelijk gemaakt, en dat is geen kleinigheid.

Blijven over de drie eersten: Albert,

Tallooze vrienden uit de wielerwereld waren op Vredenhof aanwezig bij de begrafenis van den wielrenner Joop de Wolff.

Reicher en Sweering. Sweering sloeg Albert; Reicher sloeg Sweering. Maar Reicher had een partij van Verbist verloren. De finale, tusschen Albert en Reicher, was dus van groot belang voor Sweering, daar hier de moyenne zou beslissen. Sweering had 2,85, en de Oostenrijker tot de finale 2,75.

Zoo hebben Sweering en ik die finale met intense belangstelling zitten aankijken. En we zijn, toen het begon te spannen, aan het rekenen geslagen; we hadden precies berekend, dat Reicher, indien hij met het maximum, 149 punten, zou verliezen, meer dan 43 beurten moest maken: dan zou zijn moyenne iets onder die van Sweering zijn.

Wèl, de Oostenrijker werd met 129 kampioen-af; en Albert kreeg den titel, terwijl door het algemeen gemiddelde onze Jan nummer twee werd. Indien men bedenkt, dat hij van Reicher met slechts 13 punten verloor, dan is het wel zeker, dat Sweering in dit spel-over-band even

oopH ie ak Albert.

tn nu, ten siocie, nog ecu daruigc opmerking van onzen landgenoot, tijdens de finale. Toen het spel, in het begin, eerst voor Reicher, daarna voor Albert (die achter elkaar 17 en 31 maakte) gemakkelijk liep, maakten zoowel de Franschman als de Oostenrijker mooie seriestooten. Dan kwam er wel een applaus-je, maar het was toch doorgaans een „succes d'estime". Maar later, toen het er op aankwam, toen lukte soms met moeite een eenvoudige bal. En dan kwam er daverend handgeklap.

Sweering zei toen deze woorden, die als een axioma kunnen worden beschouwd :

„In het begin van een partij is een moeilijke bal een gewone stoot, maar als het gaat spannen, is een gewone bal, die goed afloopt, een overwinning".

Zoo is het. En het is niet alleen waar bij biljartspel.

In elk geval: hulde aan Sweering, houder van een wereldrecord. Hulde aan den eenvoudigen, gewetensvollen en kameraadschappelijken speler. Evenals de reeds genoemde voorgangers het deden, werkt Sweering mee aan den goeden naam van Nederland in de internationale sportwereld.

Vrugt's Sigarenmag.

GEDEMPTE OUDE GRACHT 72 Haarlem — Telefoon 16506

BEKENDMAKING van SPORTUITSLAGEN

13