DE REVUE DER SPORTEN
De Gecombineerde Nederlandsche Sportbladen
SPORT IN BEELD
DAGBOEK VAN
Vrijdag 23 November: „Het wordt nu toch verschrikkelijk", zeide hij en keek mij aan over zijn courant, schoof zijn bril van zijn neus op zijn voorhoofd, dronk met een forsche teug zijn wijngroc leeg, en vervolgde „op alle gebied van sport gaat men nu maar serieus trainen. Nu beginnen de hockeyspelers ook al en den tennissers verwijt men, dat zij nog wel eens vroolijk de bloemetjes kunnen buiten zetten; ik vind het allemaal onzin en verkeerd begrepen sportbelang. Moeten dan alle sporten ontaarden in wedstrijdsport? Waarom moet dat? Kunnen de menschen niet meer gelukkig zijn als zij voetballen, als zij een wedstrijd spelen op een voetbalveld, zonder dat zij zich daarvoor maanden lang hebben moeten concentreeren, zonder dat zij al het mogelijke wat gezellig en pleizierig is in dit leven, hebben moeten nalaten? Alleen maar om kampioen te worden? De roeiers doen al jaren lang zoo. Daarbij weet men niet beter of het hoort zoo. Die ontzeggen zich drie maanden in een jaar allerlei prettige en feestelijke dingen, om een kwartier lang te roeien.
Ik houd van sport, ik heb er altijd dol van gehouden, mijn leven lang en vind het ook wel goed, dat er menschen zijn, die zich toeleggen op wedstrijdsport en zich dan bekwamen en al het mogelijke nalaten om zich maar fit and well te houden, maar er is toch nog zooiets als de zuivere liefhebberijsport, die niet gebonden is aan strenge wetten. Ik kan mij zoo voorstellen, dat er studenten zijn, die een vroolijk en opgewekt studentenleven willen leiden met hun feesten, met hun na-broodjes, hun soupers en hun nachtelijke braspartijen, en dan toch nog aan sport willen doen, aan ontspanningssport, een partijtje voetbal, ook al hebben zij een kater als een dief, een partijtje tennis, ook al kunnen zij bijna niet uit hun oogen zien, een partijtje hockey, ook al is hun stem nog schor van het feestgejoel van den vorigen avond.
U hoort tot die idioten, die ook al meedoen aan de verdwazing om alles op de spits te drijven, het systeem van den heer Lotsy, het systeem van al die andere menschen, die alleen maar voor oogen hebben de wedstrijdsport. Waarom wordt er zoo weinig gedaan, waarom wordt er
EEN LEEK
zoo weinig geschreven over die veel breedere schare van menschen, over die groote massa, die toch ook recht heeft op onze aandacht, maar die de sport alleen beschouwt als prettig vertier, als een liefhebberij, en er niet aan toekent dien ernst, dien gij er in wilt leggen."
Hij was uitgepraat, hij schoof zijn bril weer naar omlaag, bestelde een nieuwe wijngroc. Hij kuchte. Ik kuchte mee. Wij kuchten samen. Ik begreep, dat ik moest antwoorden, maar ik voelde aankomen, dat hij mij toch niet zou willen begrijpen. Ik begreep hem wèl en ik begreep, dat er ook in zijn woorden wel eenige waarheid lag.
Toch blijf ik er bij, dat wij, willen wij iets, op welk gebied van sport dan ook, goeds bereiken, moeten zorgen, dat ons lichaam in de beste conditie is. Dit is nu eenmaal een eisch, dien men stellen mag. Het is de plicht tegenover de sportbeoefening, het is de plicht tegenover ons zelf.
Zaterdag 24 November: Sonja Henie. Ik had een kamer in l'Europe gehuurd naast de kamer waar zij sliep. Een kamer tegenover haar herbergde de andere journalisten. Het heele hotel zat vol met 'belangstellenden in haar en in haar danskunst. Zoo hebben wij haar geblokkeerd, van Laer ten spijt.
En wat zij ons gegeven heeft dezen middag, was de opperste schoonheid op het gebied van die wonderlijke mengeling tusschen sport en kunst.
ledereen was er en iedereen verheugde rzich over het succes van den heer Bierenbroodspot, want die heeft het toch maar handig in elkaar gedraaid dit baantje naast zijn sportfondsenbad. En het zal blijven trekken. Ook daar kunt u van op aan. Er zijn natuurlijk dompers, die zeggen, dat het zal gaan vervelen. Zoo zijn er altijd menschen, die zwartgallig de toekomst beschouwen. Ik geloof, dat Amsterdam groot genoeg is, om zoo'n baan op den duur te onderhouden.
's Avonds naar Carlton Hotel, om het feest van de Cité Universitaire te Parijs te vieren. Ook hier sportmenschen in overvloed. Waar gefeest wordt ziet men altijd aanhangers van de sport. Dit zou ik wel eens het oude heertje, dat mij gisteren (zie boven) zoo zijn beklag deed, onder den neus willen wrijven.
Zondag 25 November: Ajax trouw gebleven, ook op haar uittocht en tot mijn vreugde geconstateerd, dat zij met Feyenoord nu in de running is en dat ons nog een prachtige strijd te wachten staat.
's Avonds aan het diner een telegram uit Dusseldorp, meldende het succes van Rie Mastenbroek. Hoe komt het toch, vraag ik mij af, dat het altijd maar weer Hollandsche zwemsters zijn, die moeten excelleeren? Wij zijn een waterland, dat is waar, maar waarom juist de vrouwen, die nu al wel tien, twaalf jaar lang aan de spits staan? Waarom blijven de mannen achter?
Maandag 26 November: Kennis genomen van de stadion-plannen te Rotterdam, die met groote snelheid vorderen, Waar blijft een stadion in Den Haag. waar blijft er een in Utrecht? Wanneer krijgen wij er een in Arnhem, Nijmegen Enschedé of Deventer, Groningen of Leeuwarden, Eindhoven of Breda? Ik heb eerbied voor energieke ondernemers op sportgebied. Maar maakt men zijn begrootingen wel goed? Ziet men niet te fleurig de toekomst tegemoet? Is er heusch wel plaats in Rotterdam voor een groot stadion zooals moedige lieden zich voorstellen? Zal het kunnen rendeeren? Zal de K.N.V.B. er een of meer internationale wedstrijden vaststellen? Zullen die er slagen? Zal het publiek net zoo graag naar Rotterdam gaan als naar Amsterdam? Al deze vragen dringen zich aan mij op. Het is niet aan mij om ze te beantwoorden, maar laat men voorzichtig zijn.
Dinsdag 27 November: Het nieuwe nummer van ons blad gezien. Volkomen juist wat er geschreven wordt over de Nederlandsche Corinthians. Precies wat ik al een tijdje geleden heb geschreven. Is er ooit een beweging, die zooveel goeds in zich had, zoo slecht beheerd en zoo faliekant op niets uitgeloopen, ernstige werkers als Pater en v. d. Wildt ten spijt? Nu gaapt het droeve graf.
Woensdag 28 November: Met de
vliegmachine naar Croydon ter bijwoning van de huwelijksplechtigheid van den Hertog van Kent, welke mij ook
Donderdag 29 November heeft bezig gehouden.
Het was allergenoegelijkst.
TARTUFFE.
M^"lJ]^f cj $ ClI^NaTlTsSTRAAT TE A'DAM^
VANAF \5 NOVEMBER DAGELIJKS, ook voor niet leden, geopend van 10—18 en van 20—23 uur.
15