SPORT IN BEELD

De Gecombineerde Nederlandsche Sportbladen

DE REVUE DER SPORTEN

HOOfDKLASSE-BEROEPSSPEL

Hoe ik het mij gedacht had!

Eenige weken geleden heb ik in dit blad het onderwerp hoofdklasse-beroepsspel nog eens besproken en dat naar aanleiding van een artikel in het clubblad van Feyenoord, waaruit bleek, dat althans deze vereeniging het mogelijk achtte tot het geven van een tegemoetkoming aan de spelers over te gaan.

Zooals te verwachten was, is van andere clubs daartegen aangevoerd, dat zij niet in staat waren haar spelers een toelage te verstrekken en dat ik mij waarschijnlijk had blind gestaard op de recettes van de groote clubs in het Westen. Zoo kortzichtig ben ik echter niet geweest.

Mijn redeneering is de volgende. Elke vereeniging, die aan haar spelers een toelage geeft, kan daartegenover aan haar spelers ook eischen stellen. Die eischen zijn: strenge, regelmatige training, niet alleen wat het spelen met den bal betreft, doch ook een regelmatige conditie-training. Indien alle spelers van het eerste elftal zich aan zoo'n regelmatige training onderwerpen en ook met hart en ziel bij de zaak zijn — wat niet zoo heel moeilijk is daar ze toch zullen beseffen, dat het succes van de vereeniging ook hun eigen belang is — zal het spel van de ploeg ongetwijfeld vooruitgaan,

door C. J. GROOTHOFF.

tenminste indien men over deskundige leiders beschikt.

* # *

Natuurlijk zullen niet alle Nederlandsche vereenigingen tot bezoldiging van haar spelers kunnen overgaan, doch slechts de groote, goed georganiseerde vereenigingen, wier wedstrijden reeds thans regelmatig vrij groote belangstelling trekken.

Meer dan 12 of 14 vereenigingen over het geheele land zullen dat wel niet zijn. Indien men die vereenigingen bij elkaar tot een hoofdklasse vereenigt, zal men in die competitie ook sterke tegenstanders tegenover elkaar krijgen, wat ook alweer aan de spelkwaliteit ten goede komt.

Dat goed spel steeds publiek treKt, is reeds voldoende bewezen. Alleen beseffen alle clubs dat nog niet. Ze klagen over achteruitgang van de ontvangsten en begrijpen blijkbaar niet, dat het spel door haar elftal vertoond, het publiek niet tot een bezoek uitlokt. De fout zit niet bij het publiek doch bij de club.

Ik reis des Zondags door vrijwel het geheele land, waarbij ik steeds kan vaststellen, dat overal, waar goed wordt gespeeld, ook veel toeschouwers komen.

Dat de andere vereenigingen ten onder zullen gaan, lijkt al heel onwaarschijnlijk. Slechts zullen er onder lijden de vereenigingen, die boven hun stand leven en die eigenlijk alleen dank zij de goed spelende clubs nog bestaan. Wat b.v. Ajax voor enkele vereenigingen in het Westen beteekent, behoef ik hier waarlijk niet uiteen te zetten.

Een schrikbeeld is nog, dat nietbetalende clubs haar spelers zullen zien vertrekken naar clubs, die wel kunnen betalen. Ik voor mij acht dat juist een voordeel.Het kan hier slechts gaan over bijzonder op den voorgrond tredende spelers, die in de nieuwe omgeving zich veel beter zullen kunnen ontwikkelen. Het is slechts egoïsme, indien kleine vereenigingen haar spelers zouden willen beletten hun positie financieel te verbeteren. Bovendien zullen die kleine vereenigingen daarvoor vergoeding kunnen krijgen.

In België gaat men thans den door mij voorgestelden weg op. Uit de Belgische ervaringen zal men ook hier de noodige leering kunnen trekken.

GOLF

Jos van Dijk en de Oosterveers doen van zich spreken!

België—Nederland (profs.)

In den jaarlijkschen wedstrijd tusschen een team Belgische en daar werkzame Britsche profs en een ploeg Nederlandsche en hier te lande werkzame Britten, was vorige week verrassenderwijs Henry Cotton van de partij voor de „Belgen". Hij is, zooals bekend, aan de Waterloo Golfclub verbonden, en dus verkiesbaar. Er werd gespeeld op de Royal Golfclub de Belgique te Brussel en in de foursomes speelde Cotton samen met George Pannell, prof. van die club en meermalen winnaar van het Ned. Open kampioenschap, tegen de gebroeders Jacob en Dirk Oosterveer. Deze laatsten behaalden een even verrassende als verdiende 2 up overwinning op den Britschen Open kampioen en zijn

partner. Dat was zeer goed werk.

's Middags was er vreugde in het Nederlandsche kamp over de bijzondere prestatie, welke Jos van Dijk leverde door in zijn single tegen Cotton den laatste tot zijn beste spel te dwingen. Tot op de 18e hole was de stand all square en van den uitslag niets te zeggen. Op de homegreen toonde Cotton zich echter de sterkste door een 10 yards putt te benutten waardoor hij de hole in 3 en de partij met I up won. Van Dijk was eervol geslagen. Hij kan echter op de partij met evenveel genoegen terugzien als op een overwinning. De eer was aan hem!

De gedetailleerde uitslagen luiden:

Foursomes: Van Donck en Ruddock winnen met 4 en 3 van Monk en Ragless; Mackenzie en Salmon winnen met 3 en 2 van Witte en Dunn; Henry Cotton en Pannell verliezen met 2 down van D. en J. Oosterveer; Odams en Baker verliezen met I down van Lambert en Van Dijk.

Singles: Mackenzie speelt a. sq. tegen J. Oosterveer; Henry Cotton wint met

I up van Jos van Dijk; Odams wint met

5 en 4 van P. Witte; Pannell wint met

6 en 4 van Dunn; Baker wint met 6 en 5 van Monk; Van Donck wint met I up van D. Oosterveer; Ruddock verliest met 4 en 3 van Lambert; Salmon wint met 3 en 2 van Ragless.

Foursomes: 2—2; singles 6—I. Totaaluitslag 8—3 voor België.

Zooals men ziet, waren aan „Belgische" zijde zeven Britten en één Vlaming van de partij; onze landenploeg bevatte vijf Nederlanders.

J. A. B.

Winterboei

Gesprongen handen,ruwe huid

PUROL

12