DE REVUE DER SPORTEN De Gecombineerde Nederlandsche Sportbladen SPORT IN BEELD

DAGBOEK VAN

Vrijdag 16 November: Ik behoor niet tot de provincialen, die jaloersch zijn op Amsterdam. Die zijn er veel en nu bedoel ik met provincialen niet alleen de plattelanders, menschen zooals bij ons in het kleine stadje van Noord-Holland, die zoo'n beetje groene-zeep-kleur hebben en die confectie-pakjes dragen en schoenen aan hebben als sigarenkistjes en af en toe nog een pruim achter de kiezen stoppen. Neen, ik bedoel met provincialen even goed bewoners van den Haag, inboorlingen van Rotterdam enz. Want die zijn ook jaloersch op de groote daden van Amsterdam op sportgebied. Let op, Amsterdam zal nog grootere dingen bereiken. De stad heeft nu het Stadion en de R. A. I. en de Zesdaagsche en allerlei prachtige overdekte zweminrichtingen en tennisbanen, de stad heeft de eerste kunstijsbaan van Nederland en voor we 1940 schrijven zal de stad een Sportpaleis rijk zijn, dank zij het initiatief van een kleine groep menschen, die hun kloeke schouders eronder zetten en die Amsterdam hoogop stooten ,,in de vaart der volken" om met m'n confrère van Deyssel te spreken.

Over confrères gesproken: U moet eens opletten hoe de groote heeren, die over sport schrijven, elkaar tegenwoordig gezellig tegenspreken. Over den oefenwedstrijd van het Nederlandsch elftal tegen de Hongaren stond Groothoff heelemaal alleen tegenover alle andere experts van eersten-, tweeden- en derden rang. En wie nu af en toe de beschouwingen leest in de bladen of hoort door de radio, die zal ook de handen ineen slaan en zich afvragen: hoe is het mogelijk, dat de meeningen van menschen, die het weten kunnen, die het weten moeten en die althans voor zich zeker weten dat ze het weten, zoo uiteen kunnen loopen!

Zaterdag 17 November: Even met Karei Lotsy per vliegmachine naar Parijs voor de bestuursvergadering van de F. I. F. A. Het eenige belangrijke punt, dat mij interesseerde was het voetbaltornooi bij de Olympische Spelen. De F. I. F. A. kan zich nu niet langer laten ringelooren door de Olympische heeren. Wil men een voetbaltornooi, zooals de F. I. F. A. het wenscht in te richten of wil men het niet. Geen gezeur meer. Geen gebedel.

EEN LEEK

Karei Lotsy heb ik bewonderd. Hij is een groote figuur. Hij geniet van zijn Nederlanderschap, want waar de vertegenwoordigers van de andere naties nog al eens eenige jaloezie ten opzichte van elkaar aan den dag leggen ontbreekt die ten eenen male ten aanzien van Lotsy, wiens persoonlijkheid men gaaf en onaangetast laat en die daardoor zich een positie van groote macht en invloed heeft verworven.

Zondag 18 November: Teruggevlogen naar Waalhaven, daarna den Onafhankelijkheidswedstrijd gezien. Dat kan nu alleen weer in Rotterdam. De Zilveren Bal en de Onafhankelijkheidswedstrijden en wedstrijden op Woensdag, ziet, dat is typisch Rotterdamsch. Amsterdam is te democratisch voor zoo'n vertooning als daar altijd op dien November-Zondag op Spangen plaats heeft. Een hooge-hoedenoptocht, een autoriteiten-defilé, een parade van menschen, die heelemaal niets met voetbal te maken hebben, maar die van hun belangstelling komen doen blijken. Aardig om te zien. Ook de wedstrijd. En na afloop heb ik Hans Boekman voor de V.A.R.A. hooren spreken en ik heb hem een spel-ana!yse hooren houden, waarmee hij mijn hart stal. „Hyman" zeg ik, — want zoo heet Hans eigenlijk — „Hyman, dat heb je kranig gedaan!" Maar Groothoff, die mee stond te luisteren, was het heelemaal niet met hem eens en vertrouwde me toe, dat hij in de Rotterdammer en in dit geëerde blad heel andere noten zou kraken.

De menschen waren boos toen ze vernamen, dat de keuze-commissie opdracht gegeven had aan het nationale elftal om zich niet voor 100 pet. te geven, om het kalmpjes op te nemen en om zich te sparen.

Dat kan een strijdpunt zijn. Mag men zoo iets doen? Bij roeiwedstrijden komt het ook wel voor, dat een ploeg zich niet heelemaal geeft. Is toch eigenlijk onbehoorlijk. Onbehoorlijk tegenover de tegenpartij.

Maandag 19 November: In de N.R.C. gelezen, dat de Rotterdamsche Voetbalbond veertig jaar heeft bestaan, wat worden wij en al die bonden eigenlijk oud. De Rotterdamsche Voetbalbond is even solide en even hecht en even voorbeeldig als de

Amsterdamsche Voetbalbond en de Haagsche Voetbalbond.

De bond krijgt eerlang een eigen gebouw en de bond zal — echt naar den geest van de stad — zuinig feestvieren, zonder groote diners, alleen maar met een eenvoudige receptie, met een kopje thee en een glaasje sherry.

Het is voor het voetbal in het algemeen van ontzettend groot nut als de plaatselijke bonden goed georganiseerd zijn en de K. N. V. B. moet die plaatselijke bonden vooral in eere houden, wat hij dan ook wel doet. In zijn bestuur zitten menschen, die groot zijn geworden in plaatselijke bonden. Dat worden de beste bestuurders, let maar eens op.

Dinsdag 20 November: Brief ontvangen van een meneer, die me vraagt: Wat is nu beter: een voetbalelftal op reis met supporters, zooals in Milaan of zonder supporters zooals in Bern. Heb voorgesteld er een enquête over in te stellen. Kunnen onze voetballers op den duur buiten de sympathie van de massa? Kunnen zij er buiten gedurende den wedstrijd, wel te verstaan? Daar gaat het om. Is het niet iets voor den K. N. V. B. om een studiecommissie voor te benoemen?

Woensdag, 21 November: Ge-Uiverd. Wie zou niet mee-Uiveren? Ik vond het prachtig en imponeerend en ik ben blij, dat ik het niet gemist heb. Aan het diner in Carlton naast de echtgenoote van een confrère gezeten. Hoe komen journalisten toch altijd aan zulke charmante wederhelften?

Donderdag 22 November. Sonja Henie geïnterviewd. Mag er weinig van loslaten. Alleen dit:

„Uw volk heeft gratie noodig, uw mannen vooral zijn leelijk, te plomp en te dik, te kubiek. Ze kleeden zich slecht. Ze moeten allemaal aan kunstrijden gaan doen. Meneer Nijland heeft zich al opgegeven. En meneer Meerum heeft me gevraagd naar de tarieven van privaatonderricht. Ik hoop aan de heeren wat op te knappen, want het Lr, heusch wr' noodig. Ik zal hier een school gaan en dan krijgen sportbonden ree Meneer van Laer en dr. van Prooyc meneer Moorman en George Hoogenkar en Willem Boas en Swaab de Beer, allemaa kunnen ze op het pad der gratie nog veel bereiken."

Aldus Sonja Henie. TARTUFFE.

LIMNAEUSSTRAAT TE A'DAM W

VANAF \5 NOVEMBER DAGELIJKS, ook voor niet leden, geopend van 10—18 en van 20—23 uur.

INLICHTINGEN TELEFCCÏYI

!5