DE REVUE DER SPORTEN De Gecombineerde Nederlandsche Sportbladen
SPORT IN BEELD
n /inl<:IneLrl<Wartier klopte Zondag Blauw Wit met 5—2. Midden 3reef"nst 1 over keeper Boot heen in het Delftsche doel. Onder: sterd!**; Dijkstra (links) tegen Langendijk, achter wien men ;cteur erenbroodspot.
over het ijs onder het betooverende licht, dat deze ijsvlakte tusschen de duizenden dicht opeen gepakte toeschouwers zóó onhollandsch maakte, dat men zich in de Zwitsersche bergen zou kunnen wanen. Totdat het ranke figuurtje van de achtvoudige wereldkampioene weer verdwenen was onder de hoede van haar vader, die in 1895 als amateurkampioen van Noorwegen heeft deelgenomen aan de wereldkampioenschappen wielrennen te Keulen, waarbij destijds onze Jaap Eden den wereldtitel behaalde. Toen Sonja verdwenen was, merkte men pas eerst hoe koud het eigenlijk was op de open tribunes in een Hollandschen Novemberavond
Sonja Henie beheerschte dit officieele openingsfeest van de Sportfondsen-kunstijsbaan evenzeer als de aankondiging „Sonja Henie komt" op een witte strook met roode letters de affiches van dit tweedaagsche ijsfestijn beheerschte, maar we zouden onbillijk zijn als we toch nog niet enkele regels druk wijdden aan degenen, die voor en na deze clou van het programma optraden.
Dolf v. d. Scheer, Siem Heiden en hun collega's van de snelle Noorsche schaatsen bekampten elkaar op een baantje van 150 meter lengte, dat nog net iets kleiner was dan het zesdagenkuipje uit het R.A.I.gebouw en slechts gelegenheid bood tot bochtenwerk zonder kans op snelheidsontwikkeling op de korte rechte einden. Schoonrijden op de schaats, iets specifiek Hollandsch, bleek nog steeds een tak van sport, waarvoor grijze haren eerder een aanbeveling dan een nadeel zijn. De zes leden van de Weensche ijsclub reden sierlijk en acrobatisch op de muziek van 'n min of meer weerbarstigen loudspeaker, die op de meest onverwachte momenten losbarstte in volksliederen waarvoor men in de houding moest gaan staan en dan waren er tenslotte de ijshockeyers, die elkaar Zaterdagmiddag als H. H. IJ. C— Antwerpen en Zondagavond als Nederland —België bestreden tusschen vier groene wallen met als goals twee hondenhokken, waarin de vierkante Belgische reservekeeper zich als een grimmigebuldog weerde in dit razendsnelle spel van genummerde pootelingen, opgevuld als de bekende bandenmannetjes van Michelin.
IJS-HOCKEY
Belgische routine de beslissende factor.
De Ned. ploeg met 4—0 geklopt.
Tot slot van den avond cp de Amsterdamsche kunstijsbaan is Zondag de ijshockey-wedstrijd Nederland — België gespeeld. Wellicht hebben degenen, die de match van den vorigen dag zagen, hun hart vastgehouden, wanneer zij eraan dachten, wat dit worden moest. Zaterdag immers won de Antwerpsche ploeg met 7—I van de H. H. IJ. C, de club, die Nederland's beste ijshockey'ers herbergt. Het is meegevallen.
Wel is een vrij groote nederlaag der Hollanders het resultaat geweest, wel was er een tweede kwartier, waarin de wijnroode vaderlanders zich volkomen op defensief spel toelegden, maar de algemeene indruk was toch, dat er in ons spel een belofte schuilt. Meer kon ook moeilijk verwacht worden. De 4—0 nederlaag was niet een fiasco, maar een normaal resultaat: een volkomen regelmatige zege van een goed getrainde en geroutineerde Belgische ploeg tegen een Hollandsche, die op weg is, het spel te leeren.
Die routine aan Belgische zijde heeft den doorslag gegeven. Ze heeft b.v. geleid tot een geraffineerde krachtverdeeling van onze tegenstanders, die in het eerste kwartier — scheen het — nauwelijks sneller tempo reden dan de Nederlanders. Dat wreekte zich in het laatste kwartier, toen Nederland het élan miste van daarvóór. Toen viel vooral op het beheerschte rijden van de Belgen tegenover het wildere, moeilijker rijden aan onze zijde. Toen ook toonden onze zuiderburen technische bravourstukjes, die ze zich tegen een verslappenden tegenstander konden veroorloven. En in die bravourstukjes had het publiek zijn grootste plezier van den avond: daar pakte ijshockey de massa.
Het was al met al een interland-wedstrijd die perspectieven inhield.
Zoo was Amsterdam's eerste kennismaking met de prachtige ijs-arena, die onze hoofdstad door den ondernemingslust van mr. Bierenbroodspot en van Olst gekregen heeft als domein voor wintersporten, die in ons land tot dusverre veel te weinig beoefend konden worden!
A. E.
ll \ l\ CCI V* M l 4 4 I I
VOORHEEN „IN DEN SILVEREN MOLENBEECKER" Kalverstraat 32, Amsterdam (C), Telefoon 42149
SPORTPRIJZEN X
n