De Gecombineerde Nederlandsche Sportbladen

SPORT IN BEELD

Redactioneele h

Opmerkingen

DE REVUE DER SPORTEN

zonder op de knieën te vallen. Bij dat oefenen was overigens merkwaardig het geweldig hard en zuiver schieten op het doel van beide heeren!

Hun geheele spel was er op gebaseerd de tegenpartij zoo min mogelijk kans te geven om hen aan te vallen. Op die manier beschermen ze zich zelf op de meest afdoende wijze tegen ongevallen.

Ingooien .... een aparte kunst.

Er waren nog andere punten, die de aandacht trokken. Ik noem b.v. het ingooien. Verschillende Engelschen gooien in met een aanloop. Crayston, de rechtshalf van de Arsenal, was hierin bijzonder sterk. Hij gooide meermalen den bal vlak voor het doel. Dit verre ingooien heeft het voordeel, dat men meer kans heeft er een vrijstaand speler mee te bereiken, dan indien men den bal slechts enkele meters ver gooit. Ook de halfs van Aston Villa gooiden af en toe den bal een vervaarlijk stuk het veld in.

Attaqueerende verdedigen.

Over het spel der Engelsche backs schreef ik verleden week reeds het een en ander. Op dit punt staan we inderdaad nog een stuk bij Engeland achter, welke achterstand bij de halfs en de voorwaarts heel wat minder is. Een voornaam punt der Engelsche backs is, dat ze zoo weinig voor aanvallen retireeren, doch juist den aanval tegemoet trekken. Ze stormen niet op den aanvaller in, daar ze maar al te goed weten, dat ze dan juist gemakkelijk gepasseerd kunnen worden, doch ze gaan bedachtzaam naar voren. Dat geeft vele mogelijkheden. In de eerste plaats zet men er de tegenstanders licht door buitenspel en ten tweede verplaatst men de botsing verder van het doel, waardoor de backs, mochten ze worden gepasseerd, meer gelegenheid hebben, om zich nog te herstellen. Als er een vrije schop op het Engelsche doel genomen moest worden, liepen de backs niet onmiddellijk naar achter „om het doel te dekken", zooals bij ons, doch ze gingen juist zoover mogelijk naar voren, waardoor de tegenstanders ook ver van het doel moesten blijven. Onze backs gaan vlak voor het doel staan en noodigen daardoor de tegenpartij als het ware uit eveneens voor het doel te komen. Men schept dus moeilijkheden, de Engelschen trachten juist de moeilijkheden te voorkomen.

C. J. GR.OOTHOFF.

zaken waren afgehandeld en samen togen de koopman en zijn cliënt naar de course. Na een stevige lunch gingen ze naar de eerste tee; de cliënt ,,teede" zijn bal op, deed een slag in de lucht en sloeg daarna z/jn bal mis. Dit gebeurde nog een tweede en derde maal, waarna hij verzuchtte:

„Allemachtig, wat is dit een moeilijke course!"

De Nederlandsche Corinthians gaan hun koperen jubileum, dat eigenlijk over eenige maanden gevierd had moeten worden, herdenken op een ietwat vreemdsoortige wijze, namelijk met een voorstel van het bestuur aan de leden om de vereeniging op te heffen, daar deze, in haar huidigen vorm, weinig of geen bestaansreden meer heeft. We twijfelen niet of de algemeene vergadering van de Ned. Corinthians, die in het begin van 1935 gehouden wordt, zal meegaan met dit bestuursvoorstel en dus een einde maken aan het bestaan van de Corinthianbeweging, welke bij haar ontstaan (12 November 1922), in den tijd der Overgangsklasse met zijn automatische promotie van twee clubs en automatische degradatie van twee clubs zooveel stof deed opgaan, doch in de laatste jaren op-sterven-na-dood was.

Slechts de Corinthian-juniorestournooien. met de finales op Spangen, herinnerden er aan dat de organisatie nog bestond; deze jeugdtournooien zullen echter door een andere organisatie worden overgenomen.

Voor ons vormen de Ned. Corinthians een merkwaardig voorbeeld van een beweging, die van haar oprichti ng af verkeerd begrepen werd en de pech had geen geschikten voorzitter te bezitten. Voortreffelijk waren de grondslagen der Corinthiangedachte „verbeteren der sportopvattingen in de amateurswereld, tot stand brengen van contact tusschen de oudere clubs en bevorderen van het voetbalspel juist in die kringen, waaruit het gaat verdwijnen". Helaas, door allerlei misverstanden — die het Corinthianbestuur verzuimde op duidelijke wijze op te helderen en die vaak door onhandige uitlatingen van vooraanstaande Corinthianfiguren nog verergerd werden — beschouwden velen de beweging gericht tegen de volksclubs.

Slechts het jeugdvoetbal onder Lugard's

slogan „de toekomst aan de jeugd" ondervond algemeene waardeering, ook van de zijde van het K.N.V.B. bestuur, maar de vrij willekeurig getrokken grens van clubs, die wel of niet tot de Corinthianbeweging mochten toetreden, bracht naar aanleiding van de successen der Corinthian-juniorestournooien ook elders zulke jeugdtournooien bij clubs, die niet waren opgenomen in het Corinthianverband.

Naast deze steeds keurig georganiseerde en altijd buitengewoon geslaagde juniorestournooien verwierven de Ned. Corinthians zich veler sympathie door hun gezellige internationale wedstrijden (o.a. tegen de Engelsche Corinthians) en door den band, welke gelegd werd tusschen de leden der oude clubs. Het zal interessant zijn te zijner tijd op de jaarvergadering te vernemen, wat het bestuur uiteindelijk er toe heeft gebracht om een voorstel tot opheffing te doen, hoewel de taak, welke de Ned. Corinthians zich bij de oprichting voorstelden, nog in geenen deele is volbracht.

Over eenige maanden zal de organisatie van de oudere clubs en van de spelers uit vorige voetbalgeneraties geheel van onze velden verdwenen zijn zooals de wijnroode kousen der veertig Corinthianleden en de reeks aspirant-leden reeds lang zijn verdwenen. Wanneer we denken aan het idealistische doel, dat verschillende der oprichters zich nu ruim twaalf jaar geleden voorstelden, moeten we dat betreuren, maar wanneer we denken aan het plantenleven, dat deze als frissche, pittige organisatie met scherpe strijdpunten begonnen Corinthianbeweging in de laatste jaren lijdt, dan komt ons inderdaad, overeenkomstig het bestuursvoorstel, een opheffing van de Ned. Corinthians verkieslijker voor dan een voortbestaan als in de laatste jaren.

Wie zal het hem zeggen? (Daily Express)

3