DE REVUE DÉR SPORTEN
V
De Gecombineerde Nederlandsche Sportbladen
SPORT IN BEELD
VOETBAL
Een stem uit de practijk over HOOFDKLASSE-BEROEPSSPEL
In de Feyenoorder, het officieel orgaan van de groote Rotterdamsche club, vond ik kort geleden een uitvoerige beschouwing naar aanleiding van hetgeen ik reeds eerder onder bovenstaand onderwerp heb geschreven. De redactie van genoemd blad gaat van A tot Z met
hetgeen ik schreef accoord. Waar hier de practijk aan het woord is, meer in het bijzonder over de kwestie van het beroepsspel, zal men begrijpen, dat ik die beschouwing met groote voldoening heb gelezen. Maar men zal ook begrijpen, dat ik na het lezen van deze bevestiging van mijn meening, het meer dan ooit heb betreurd, dat het
Nederlandsche voetbal zoo aan handen en voeten is gebonden! .
Een dwangbuis van reglementen en bepalingen geeft het juist genoeg bewegingsvrijheid om in leven te kunnen blijven, doch van verdere ontwikkeling is geen sprake. Het Huishoudelijk Reglement maakt het onmogelijk, dat er een hoofdklasse kan komen. Zoolang dit reglement gehandhaafd blijft is elke poging om tot een hoofdklasse te komen reeds bij voorbaat tot mislukking gedoemd.
De bepalingen Valkema maken het onmogelijk om sterke clubs te vormen.
De amateursbepalingen maken het onmogelijk, dat een Nederlandsche voetballer les geeft in voetbal. Zoodra hij les gaat geven in voetbal tegen betaling, mag hij niet meer voetballen! Hij mag wel les geven in boksen of in dansen, ja in zelfs in cricket, rugby of hockey maar niet voetbal.Het gevolg van deze dwaze bepaling is, dat in ons land een groot aantal buitenlandsche voetballers een flink stuk brood verdienen als trainer en dat de Nederlandsche voetballers, die dat geld eigenlijk moesten verdienen — waartoe ze volkomen in staat zijn — werkloos zijn.
Een groote voetbalclub mag wel een som geld geven aan het crisiscomité om te helpen den door de crisis ontstanen nood te lenigen, maar ze mag haar eigen leden geen ondersteuning geven. Bepalingen, gemaakt in een tijd, toen men nog niet aan een crisis dacht, maken dat onmogelijk!
Dit zijn slechts enkele punten, die gemakkelijk nog verder aangevuld zouden kunnen worden. Doch op dit alles heb
Een dwangbuis van bepalingen geeft het Ned. voetbal juist voldoende bewegingsvrijheid om in leven te kunnen blijven; van verdere ontwikkeling is geen sprake.
is al eerder gewezen. Ik mag dat dus wel als bekend veronderstellen.
Engele passages uit het uitvoerig artikel in de Feyenoorder meen ik u echter niet te mogen onthouden, omdat daaruit bliikt dat hetgeen ik heb voorgesteld,
> : 1 I I I
in uc piaetijK. neei gucu uitvoerbaar is. Hieronder volgen ze: „Wat kan, zoo vragen wij ons af, er op tegen zijn om onze werklooze voetballers financieel te steunen met een deel van het geld, dat zij zelf bijeen schoppen? Is een dergelijke steun in dezen ellendigen tijd van werkloosheid en sociale ellende
ook niet een ideaal dat men zich stellen kan? Feitelijk is zulk een ideaal grooter en verhevener dan het droombeeld diergenen, die zweren bij het amateurisme, wat in den grond der zaak reeds lang een schijn-amateurisme is.
Er moeten toch wel zonderlinge begrippen opkomen bij werklooze voetballers, die, om slechts enkele voorbeelden te noemen, aan een internationalen wedstrijd of den eindstrijd van een Zilveren Baltournooi deelgenomen hebbend, aanzitten aan een copieus diner, waarbij de financiën heusch niet belemmerend werken. Ook dat geld hebben zij ten slotte mede bijeen gebracht, maar de volgende dagen zal hun geest nog droever gestemd zijn, omdat zij den overvloed hebben gezien, opgebracht door hun
spel, terwijl zij zelf om steun moeten. Is dat een zuivere toestand? Laten tegenstanders van beroepsspel, zooals dhr. Muiier,eens zeggen, wat idealer is! Hun amateurisme, of de opoffering der officials door het te doen zonder luxe en het geld te besteden als tegemoetkoming in veler ellende.
Voorts is het toch wel jammer, dat vele clubs, hoewel innerlijk overtuigd van het recht der voetballers op financieele hulp door de eigen voetbalsport, zich er toch uit louter clubbelang tegen uitspreken. Zeker, het nastreven van clubbelangen kan ook een ideaal zijn, maar ik herhaal, watisgrooter ideaal?Het is gemakkelijk praten, als men zelf nog in staat is door werken in zijn levensonderhoud te voorzien, maar moet men dan eerst door ondervinding tot de conclusie komen, dat werklooze voetballers moreel recht hebben te putten uit de bron, die zij zelf hebben aangeboord, maar waarvan zij nu niet mogen genieten?"
# # *
Aan het bovenstaande heb ik niets meer toe te voegen. Noch voor het bezoldigen van spelers, noch voor de hoofdklasse zal de algemeene vergadering van den K N V.B. haar medewerking verleenen.
Slechts indien de clubs, die eventueel voor een hoofdklasse in aanmerking zouden komen en die derhalve ook belang hebben in de bezoldigingskwestie, met uitgewerkte voorstellen bij het hoofdbestuur komen, zou mogelijk iets te bereiken zijn.
C. J. GROOTHOFF.
7