DE REVUEÏDER SPORTEN

De Gecombineerde Nederlandsche Sportbladen

SPORT IN BEELD

Feyenoord's

eerste nederlaag.

Redactioneele

merkingen

Geen muis kon er meer bij op het Ajaxveld, waar bijna vijftienduizend voetbalenthousiasten elkaar verdrongen op de tribunes en langs de lijnen, terwijl eenige duizenden teleurgestelden in de jacht naar kaarten voor het reeds anderhalven dag tevoren uitverkochte veld daarbuiten den tijd konden dooden door te foeteren op het inlasschen van dezen wedstrijd, die zoo'n mooie opening voor het nieuwe Ajax-veld met zijn grooter aantal plaatsen zou zijn geweest. Degenen, die deze afscheidsvoorstelling op de oude Ajaxhoeve bijwoonden, aanschouwden een doelpuntlooze eerste helft, waarin verdedigers regelmatig de baas bleven over de schotlooze aanvallers (bij Ajax schoot de spil Anderiesen nog het meest!) en een Ajaxmeerderheid in de tweede helft, die met 4—0 wat al te sterk werd uitgedrukt.

Middellinies en doelverdedigers waren van vrijwel gelijke kracht, het backstel van Ajax was trapvaster dan het Feijenoordduo, dat vele corners cadeau gaf (in totaal kreeg Ajax er vijftien te nemen!) en het voorhoedespel bij de thuisclub was veel levendiger en verrassender dan het trage werk van den Rotterdamschen aanval, waarin de vleugelspelers faalden.

Tot dusverre zijn Ajax en Feijinoord in competitie- en kampioenswedstrijden negentien maal tegen elkaar uitgekomen, waarbij Ajax met de duidelijke cijfers 7—1, 4—1 en 4—0 uit de drie laatste wedstrijden de balans, die tot voor kort nog in het voordeel der Rotterdammers was, deed omslaan in haar voordeel, zij het dan ook slechts door betere goalcijfers, getuige onderstaand totaal-resultaat van de negentien officieele wedstrijden, die de beide populaire roodwitte clubs tegen elkaar speelden: Ajax 19 7 5 7 38—34 19 I.—

Feijenoord 19 7 5 7 34—38 19 I.— In beide ploegen vormden de middellinies de groote kracht, maar terwijl de lange Ajaxhalfbacks hun goed aangeven tenslotte beloond zagen door een hattrick van hun rechtsbuiten ten Have met nog een toegiftje van den nieuwen aanwinst Roeg, leverde het harde werken der even goede Rotterdamsche halfbacks (stuk voor stuk een kop kleiner!) geen enkel doelpunt op door het te weeke spel van den Rotterdamschen aanval, die te sloom en te slap speelde zonder doeltreffende schoten.

die de sport beoefenen, allen zien uit naar het tot stand komen van een nationaal sportpaleis. Ik weet het, de tijden zijn moeilijk, maar ik weet ook, dat de Amsterdammer vertrouwen heeft in de toekomst van zijn stad. De hoofdstad van Nederland heeft recht op een nationaal sportpaleis; laten allen dan medewerken tot het tot stand komen daarvan. Jhr. I. L. v. d. BERCH VAN HEEMSTEDE

Wanneer er een half jaar geleden weer eens een enquête zou zijn gehouden om de tien populairste Nederlanders te bepalen, zooals dat van tijd tot tijd geschiedt door een onzer weekbladen, dan zouden uit de voetbalwereld Lotsy, Bakhuys en v. d. Meulen een schitterende kans gehad hebben om zich naast Hollander, Kovacs Lajos, Willy den Ouden, Mengelberg, Louis Davids, staatsraad Kan, Buziau en den Spotternij-ofSotternijschrijver uit de Telegraaf te scharen onder de uitverkorenen der wisselvallige volksgunst. Menschen van de wetenschap blijven bij zooiets volkomen kansloos, tenzij ze stratosfeertochten ondernemen, . .

Sindsdien is er wel iets veranderd in de wisselvallige volksgunst. Aan Kovacs Lajos en Hollander is men gaan wennen, waardoor hun populariteit wel eenige tientallen procenten is gedaald, minister Marchant, Parmentier en Pijnenburg zouden thans nieuwe aanwinsten zijn voor het lichtelijk gemengde gezelschap van „Nederlanders over wie men spreekt".

De voetbalhelden uit het voorjaar waren op I November vergeten, zooals Floris Vos, Guus Weitzel, Zus Braun en de Pelikaanpiloot Smirnoff, die elk op hun beurt toch ook eenigen tijd tot de „uitverkorenen" van het volk behoord hebben, waarbij de sportwereld altijd een enorm quantum aan populaire landgenooten levert voor „the man in the street". Maar op Zondagmiddag 4 No¬

vember herwonnen Lotsy en zijn Nederlandsch elftalspelers plots weer een deel van hun verloren gegane populariteit en dus stroomden de vorige week eenige honderden Arnhemmers op Dinsdagmiddag naar het station om de overwinnaars van Bern te zien arriveeren en hen te gaan huldigen, een beproeving, die volgende week de Uiverbemanning te wachten staat.

De publieke belangstelling in de grensplaats als begin- en eindstation van Nederlandsen elftaltrips is als graadmeter zeer interessant: op de heenreis naar Milaan een uitgeleide door duizenden op het stationsplein, op de perrons, langs den spoordijk en op de daken der huizen, bij de terugkomst een leeg station met misschien tien nieuwsgierigen, op den uittocht naar Bern één, zegge één Arnhemmer (en dat was nog een journalist, die uit beroepsplichten kwam!) bij den terugkeer uit Bern een daverende ontvangst in het station, zóó zelfs, dat de verkoop van perronkaartjes stopgezet moest worden.

De volksgunst is wisselvallig, alles of niets, de voetbalspelers doen goed zich noch van de hosannah noch van het „kruisigt hen" veel aan te trekken, eb en vloed wisselen elkaar af bij deze golven van populariteit, gelijk eb en vloed aan de zeekusten. De „eerelijst" van de tien populairste Nederlanders ondergaat onophoudelijk verandering het is wel eens nuttig om dat te constateeren.

De premie commissie van den Zesdaagsche (v. I. n. r. dhrn. Velleman, Gerard Leene, Cor Blekemolen) heeft hier een buit van f 1000.— in handen.

3