SPORT IN BEELD
De Gecombineerde Nederlandsche Sportbladen
DE REVUE DER SPORTEN
Mijn oordeel over den Ben Amsterdamsche zesdaagsche
Bij den aanvang van den „Derde Zesdaagsche" sprak ik de verwachting uit, dat deze wedstrijd op faire wijze verreden zou worden. Deze zoo in alle opzichten welgeslaagde wedstrijd ligt wederom achter ons en het is mij aangenaam te kunnen vaststellen, dat hij ten volle aan mijn verwachtingen beantwoord heeft en van zeer groote sportieve waarde geweest is. Ongetwijfeld heeft het uiteindelijk sterkste koppel gewonnen en namens de Nederlandsche Wielren Unie breng ik hier nogmaals een eeresaluut aan de Franschen Marcel Guimbretière en Paul Broccardo, die op schitterende wijze de overwinning hebben behaald.
Niet minder lof komt toe aan de renners Jan P ij nenburg en Janvan Kempen. Indien niet onze Wals door ziekte den strijd had moeten opgeven, zou wellicht het oorspronkelijke koppel P ij n e nburg-Wals met de overwinning zijn gaan strijken. Alle renners zonder onderscheid hebben hun kansen tot het uiterste verdedigd en aan allen breng ik daarvoor mijn warme hulde en hartelijken dank.
* * *
Een woord van grooten dank ook tot de organisatoren van den wedstrijd, die voor een uitnemende regeling gezorgd hebben. Zij hebben het publiek het sterkste veld te zien gegeven, dat in deze dagen voor een Zesdaagsche samengesteld kan worden. Zij hebben erop aangedrongen, dat de sportieve zijde van den wed-
door
Jhr. I. L. v. d. BERCH VAN HEEMSTEDE (President van de Ned. Wielren Unie)
strijd zoo sterk mogelijk naar voren zou komen en het was op hun initiatief, dat in verband hiermede het reglement van den wedstrijd met eenige strenge bepalingen aangevuld werd. Voor deze uitermate sportieve houding hunnerzijds, welke niet genoeg gewaardeerd kan worden, zij hier namens de Nederlandsche Wielren Unie dank gebracht en de verzekering gegeven, dat zulks door mij hogelijk op prijs gesteld is geworden.
*
Een woord van dank ook aan de wedstrijd-commissarissen en de overige officials, die zich voor een zware taak gesteld zagen. Zij hebben allen getoond volkomen tegen deze taak opgewassen te zijn en hebben op uitnemende wijze gewerkt. Aan allen betuig ik hiervoor mijn welgemeenden dank. Hun aantal was te groot dan dat ik alle namen kan noemen, maar zonder ook maar het minst aan de anderen te kort te willen doen, moge ik twee namen vermelden, dien van George Hogenkamp en dien van J oMn Stol. Eerstgenoemde heeft op)|voortreffelijke wijze het publiek op de hoogte gehouden van het verloop van den strijd, laatstgenoemde heeft getoond als vertrouwensman van de N.W.U. „the right man on the right place" te zijn.
4
Voor Pijnenburg heeft deze 3de Zesdaagsche niet gebracht, waarnaar hij zoo vurig verlangde: een 3de overwinning in successie. Vorig jaar stond hij met een glunder gezicht voor de microfoon. De renner, dien wij ditmaal na afloop (boven) in zijn cabine kiekten, was een andere Pijnenburg, een Pijnenburg, die zich even over zijn teleurstelling moest heenzetten, om dan zijn overwinnaars welgemeend de hand te schudden ....
Ten slotte een woord van dank aan de pers en in het bijzonder aan dhr. H a n Hollander, die op de hem eigen wijze zoo uitstekend door de radio allen heeft doen medeleven met dezen belangrijken wedstrijd. Dank zij de pers, die de beteekenis van dezen wedstrijd op zulk een juiste waarde heeft weten te schatten, konden allen in den lande, die niet persoonlijk den wedstrijd konden bijwonen, medeleven met zijn verloop.
Hiermede zou ik kunnen volstaan, maar ik vermeen nog een wensch te mogen uiten. Deze wensch is, dat weldra de terecht zoo populaire Zesdaagsche Wedstrijden verreden zullen mogen worden in een omgeving, welke deze wedstrijden tot hun volle recht kan doen komen. Allen die in de sport belang stellen, allen
2