DE REVUE DER SPORTEN

De Gecombineerde Nederlandsche Sportbladen

SPORT IN BEELD

Iris- kras door de

' iportwereld

i i

De Olympische Spelen.

Seeldrayers, de leider van den Kon. Belgischen V. B. en een groot man ook in Olympische aangelegenheden bij onze Zuiderburen, heeft een lang betoog gehouden over de Olympische Spelen in het algemeen en ondanks zijn nauwe relaties met den president van het I. C. O. komt hij zoo ongeveer tot dezelfde conclusies als confrater Groothoff in het vorig nummer, 't Spreekt wel haast van zelf, dat wij en dat feitelijk ieder actief sportleider, sportman en sportjournalist deze meeningen deelen. Dit is geen leiding voor een dergelijk evenement, de bonden moeten alles zelf doen en desnoods de moderne Olympische Spelen roemloos laten sneven ....

Maar intusschen staat al vast, dat in 1936 te Berlijn alle records qua deelneming geslagen worden. Heel de wereld komt er en voor 1940 concurreeren Rome, Tokio en Helsingfors. En de grijze voormannen van het I. C. O. lachen als ze lezen (als ze zouden lezen!) welke booze stukjes de Seeldrayers' en de Groothoff's uit hun pennen doen vloeien. En ze drinken een glas op de zegeningen van het superOlympisme!

Velden voor interlandwedstrijden.

„Hoe is 'tveld te Bern?", vroeg men ons dezer dagen. We plegen niet elk oogenblik zelf naar Bern te gaan, dus vroegen we een ons bekend Zwitsersch confrater, wat hij van het veld dacht.

— „Ja, horen Sie mal, Felder wie bei Ihnen gibt's hier nicht!"

Daar begon 't al mee en dan volgde een explicatie van „ein ganz schönes Feld", dat tóch gebreken heeft.

In Lugano en Lausanne waren volledige grasvelden, doch overigens nergens zoo goed als in Holland!

Kijk, we speelden al zoo vaak buiten ons land op slechte velden: is dat nu niet het eerste waar aandacht aan besteed moet worden ?

Is dat niet een kwestie die ook door de F. I. F. A. onder het oog gezien moet worden? Er zijn toch nog andere belangen dan de finantieele?

Dezer dagen zagen we weer enkele Duitsche terreinen. Er was geen grassprietje op te bekennen. Op zulke velden zijn Hollandsche voetballers bij voorbaat geslagen. En toch zijn in Oostenrijk, in Italië, in Tsjechoslowakije, in Spanje, enfin vrijwel overal de meeste velden zóó.

Wordt het niet hoog tijd, dat men alom de eisch stelt: goede terreinen7.

Het jubileum van den A. V. B.

De Amsterdamsche Voetbal Bond is nog als-maar in actie voor het achtste lustrum. Er is een tornooi van de eigen clubs geweest met honderden deelnemende teams, er volgde een internationaal stedentournooi en nu komt de officieele feestviering: een buitengewone algemeene vergadering op den oprichtingsdag 17 October, en dan een receptie en feestmaaltijd op Zaterdag 20 October in het Carltonhotel. Ja, in Carlton!

De tijden veranderen. De Haagsche Voetbal Bond recipieert in de Twee Steden en dineert in de Witte Brug en de A. V. B. klautert via Handwerkersvriendenkring en Concordia, via Karseboom en Kras, naar 't Carlton-hotel. De rijke voetbalsport!!

Met dat al heeft deze A. V. B. stellig reden tot feest vieren. Want de bond is groot en sterk geworden en marcheert nu al naar de 16.000 leden op. En de duiten voor 't feest behoeven niet geleend of nog verdiend te worden, doch kunnen uit eigen bronnen worden gerequireerd. Wat wilt ge nog meer!

Onze groote plaatselijke bonden ver-

Deze Westerkwartierspeelster is niet van plan om, met behulp van haar tegenstandster uit Blauw Wit, in de paal te gaan klimmen, ze doet slechts een 'poging om den bal te vangen tijdens den wedstrijd tusschen deze twee Amsterdamsche korfbalclubs.

dienen de waardeering van de sportwereld voor hun werk, dat meer is dan uitsluitend het organiseeren van vele wedstrijden, doch waaraan tevens een opvoedkundige en sociale kant zit. Aan allen, die door hun arbeid den bloei van deze nuttige bonden mogelijk maakten en nog maken, onze hulde!

Zelfmoord!

Wij kennen een voetbalclub met spelersmateriaal, zooals geen tweede bezit, met een elftal-commissie, die klinkt als een klok en met een trainer, die zijn weerga mist in onze lage landen ....

Wij kennen een ploeg met een puike verdediging en ... - met een zwakken aanval, ondanks zulk een groot spelersmateriaal, ondanks een zeer talentvollen mid-voor.

Wij kennen een club waar men 'n tengeren, bangen vleugelspeler in 't binnentrio opneemt, een speler die nog onvolrWnde baltechniek bezit, op de vleugel-

p|aats enfin, waar men er blijkbaar op

uit is niet in sterkste formatie aan te treden. Een soort sportieve zelfmoord derhalve!

Onze athleten.

„Bij voorkeur heeft in deze sectarische landouwen elke sport, elke bond een eigen orgaan — met het gevolg, dat de sportwereld te veel bloedelooze blaadjes „rijk"

js" . . aldus Sport in Beeld—Revue

der Sporten der vorige week. Maar tot die „bloedelooze blaadjes" behoort stellig nip/'hrt tegenwoordige orgaan der K. N.

A U Het ziet er den laatsten tijd keurig uit.

Het hoofdartikel „De Nederlandsche athletiek in 1934" in het nummer van de vorige week had onze speciale aandacht, n^rin wordt (en we verbazen ons toch

zéér) verklaard, dat de prestaties der Nederlandsche athleten in 1934 niet vooruit gegaan zijn.

Kijk, dat is een bekentenis die menigeen trassen zal. We hebben kennis genomen

van de record-verbeteringen, van de prachtige successen in Turijn en ... . nu vertelt de redactie van 't Unie-orgaan: m„r al te zeer blijkt dat, behoudens de

verbetering van de records der werpnummers, in het algemeen de prestaties hetzelfde beeld geven als van vorige jaren, terwijl op sommige nummers zelfs achteruitgang merkbaar is."

Dit feit is teleurstellend, doch .... er is een weg tot verbetering. Duidelijk is gebleken, dat de leiding, die in 1934 van de T.C. uitging, zéér goed was, duidelijk bleek eveneens, dat er materiaal in overvloed onder de jongeren schuilt. Echtet is er gebrek aan een trainer. Wat zouder onze voetballers geworden zijn zondei trainer, wat komt er van een roeiploej terecht zonder deskundigen coach!

Maar onze athleten moeten het maai zelf opknappen, omdat de K. N. A. U. d< aanstelling van een coach niet uit eiger middelen bekostigen kan.