Het vierdaagsche concours-hippique, dat het stadion van Donderdag tot en met gisteren (Vrijdag uitgezonderd) in een fleurige monster-manége had omgetooverd, heeft mij — en waarom mag een sportjournalist niet eens openhartig voor zijn gevoelens uitkomen? — eenigszins in benauwdheid gebracht. Ga naar een paardensportfeest, bekijk het en. . . . wees deskundig als je er over schrijft: ziedaar de opgave verstrekt aan een medewerker van de Revue, wiens paardensportscribent verhinderd was.

Ik zag vier dagen lang de edele paarden uit Italië, Duitschland, België en ons land, ik zag vier dagen hun berijders: hoofdzakelijk elegante officieren, die op de tribune niet alleen voor hun prestaties bewondering oogstten ....

Eerst was het wat onwennig als ik opgetogen was over het springen van een bepaald luitenant, terwijl zijn buurman — een kenner — ontstemd gromde. Ik voelde d a n mijn gemis aan deskundigheid nog erger.

Nu ben ik overtuigd, dat een dergelijk concours hippique ook voor 1 c e k c n sportieve genietingen geeft. De nummers van het programma, die het onoordeelkundige publiek het meest bezig houden, zijn de springconcoursen, waarop we in deze vier dagen rijkelijk onthaald zijn. De groote prijs van Amsterdam, Zaterdag gehouden, de landenwedstrijd op Zondag en het damesspringconcours, de Amstelprijs, die een noviteit bcteekende. Het is merkwaardig hoe gespannen men de prestaties van eiken deelnemer, bij elk „springnummer", volgt.

Het concours om den Amstelprijs: iedere deelnemer moest op twee verschillende paarden het parcours tweemaal, vlak achter elkaar, afwerken. In een bepaalde ruimte stond de helper van den ruiter klaar om hem bij het overgaan van het eene op 't andere paard behulpzaam te zijn. Men kon zich voorstellen, dat een dergelijk dubbel afleggen van een parcours, dat toch al niet gemakkelijk was, voor den deelnemer heel wat beteekent: hi;

berijdt direct achter elkaar twee paarden, dus twee dieren met geheel verschillend karakter, die weer geheel verschillende eigenaardigheden hebben. Speciaal bij dit nummer kon men de capaciteiten van de deelnemers aan de

De Italiaansche landenploeg

springconcoursen beoordcelen. Nederland, wiens sterkste concurrent Italië was, sloeg een uitstekend figuur. Onze ruiters hadden dit voor op de temperamentvolle Italianen, dat zij meer aandacht schonken aan het fraai nemen van de hindernissen dan aan hun snelheid. Luitenant G r e t e r bij voorbeeld — ,,dè luitenant Gretcr", zei de man aan de microfoon, die angstig voor ieder's titels waakte — die den Amstelprijs tot ieders genoegen in 't land wist te houden, rijdt alsof hij zijn paarden van te voren precies instructies over de hindernissen gegeven heeft en hen voor een hindernis daar nog gauw even aan herinnert. Misschien is het woord „bedachtzaam" niet gelukkig, maar dien indruk maakte hij op mij evenals de andere Nederlanders. Alleen de kleine dappere mej. P a u p-

t i 1 maakte een uitzondering.

Het tweede evenement van 't programma, het springconcours om den grooten prijs van Amsterdam, bracht 18 landgenooten aan bod tegen 17 Italianen, 6 Duitschers, 10 Belgen. Hier kreeg de Italiaansche favoriet, ritmeester K e c h 1 e r, weer eens gelegenheid iets van zijn kunnen te laten zien. Donderdag was hij uitgebeld, daar zijn paard de sprong te lang nam en dwars door de hindernissen ging, hetgeen een chaos van balken, paard en ruiter plus de bloempotjes opleverde. Nu wist hij zonder fouten rond te komen. Het sensationeele tintje aan dit concours, welks parcours niet zoo ingewikkeld was, als voor den Amstelprijs, was de verhooging van de hindernissen. Ritmeester K e c h 1 c r zag zich den prijs ontgaan, daar hij op „Campone" weliswaar een snellen tijd maakte, maar één hindernis deed sneuvelen. Hetzelfde overkwam luitenant G r e t e r op ,,Trixie".

Het prachtige springpaard „Ramona" van den Belg luitenant v. S t r ijd 0 n c k nam keurig alle hindernissen in een even keurigen tijd: de eerste prestatie der Belgen van beteekenis.

De landenwedstrijd, die als waardig slot van de springconcoursenreeks gehouden werd, kon mij niet zoo boeien als de twee vorige springconcoursen. Hier waren de ruiters — elk deelnemend land schreef er vier in — aan een bepaalden tijd gebonden, waarin ze het lange parcours met de negentien hindernissen moesten afleggen. De Italianen, die klaarblijkelijk erg op

Bezoekt de BONTE ZOMERAVONDEN bij

IB (O IE IR aBHeHSS

PEGGIE PERMOND INTERN. LIEDJES

HARRY CALVE ZANG ROBERTO'S SOLISTEN ENSEMBLE DANCING

Luitenant Greter, die in het Olympisch Stadion fraaie successen boekte tijdens een parcours.

888