DIE ATHLETIEK IN ITALIË
Dank zij Mussolini en zijn Regeering, die op een buitengewoon royale wijze de Italiaansche sportbonden in de gelegenheid hebben gesteld de organisatie van twee groote wercldtournooien op zich te nemen, staat Italië dit jaar in het brandpunt van alle sportbelangstellenden.
Begin dezer maand werd het tournooi om het wereldkampioenschap voetballen beëindigd, waarvan de opzet oorzaak is geworden, dat het sportief geen succes was.
Met belangstelling zal men het tweede tournooi, de Europeesche athletiekkampioenschappen, tegemoet zien. Ditmaal zal Turijn het verzamelpunt zijn van alle beste Europeesche athleten, die daar 7, 8 en 9 September om het kampioenschap van Europa zullen kampen. Een volledig Olympisch programma zal er verwerkt worden; dat dit in drie dagen kan gebeuren vindt z;ijn oorzaak in het feit, dat in afwijking met de regeling voor de Olympische Spelen, waar per land drie deelnemers aan een nummer kunnen deelnemen, ditmaal de inschrijving tot twee man per nummer is teruggebracht.
Ook nu weer heeft de Italiaansche Athletiekbond toegezegd een 100-tal deelnemers geheel voor zijn rekening naar Italië te laten komen; hieronder zullen zich 4 Nederlandsche athleten bevinden. De wedstrijden zullen plaats vinden in het nieuwe Mussolini stadion, dat verleden jaar met de interacademiale athletiekkampioenschappen werd ingewijd. Het is een prachtig ingericht stadion, dat een loopbaan van 446.50 m. bezit, dus langer dan de sintelbanen in ons land. Naast het stadion bevindt zich een oefenterrein met een sintelbaan van 400.50 m., waarvan de toplaag dezelfde samen¬
stelling heeft als die van de wedstrijdbaan in het stadion. Het oefenterrein is voor de athleten vanaf 1 September tot het einde der wedstrijden beschikbaar. De trajecten voor marathon en wandelwedstrijd worden rondom Turijn uitgezet, dat voor den wandelwedstrijd zal gedurende den wedstrijd afgesloten worden, zoodat de wandelaars geen hinder zullen ondervinden van het verkeer.
Het behoeft natuurlijk geen betoog, dat de Italiaansche athleten, onder het oog van den Duce, zullen trachten een zoo goed mogelijk figuur tijdens deze wedstrijden te maken en er wordt dan ook allerwege serieus gewerkt om eenige titels voor Italië te veroveren. Toch is deze animo voor de athletiek sinds korten datum; voor 1932 waren voetbal en wielrijden de nationale sporten in Italië, maar de successen van de Italiaansche athleten in Los Angelos heeft ook de athletiek een plaats in het Italiaansche sportleven doen veroveren. Of dit van blijvenden aard zal zijn, is natuurlijk in dit land van warmbloedige menschen, waar vaak een groot enthousiasme voor een zaak oplaait, niet te zeggen.
Finsche trainers voor Italië.
Dat op het oogenblik de zaken goed worden aangepakt staat echter wel vast. De leiding van den Italiaanschen Athletiekbond heeft zich de hulp verzekerd van een viertal Finsche athletiektrainers, die in verschillende steden hun werkterrein hebben. Als hoofdtrainer fungeert K a r i k k o, terwijl als zijn assistenten optreden O v e A nd e r s o n, de bekende Finsche lange afstandlooper, 3e in de steeple-chase te Amsterdam in 1928; Martti J a rv i n e n, een lid van de beroemde
Autorijden met succes, Ons systeem is prettig les, Wagentje een keurig ding,
leert bij
Kolzhaus Messeling
HOOFDWEG 410-412 - Tel. 80905
sportfamilie Jarvinen, en R e n k k o. Beide laatstgenoemden zijn uitstekende werpers {ongeveer 63 m. speer, 43 m. discus en 14.50 kogel).
Overigens benut men de capaciteiten van deze trainers ook nog, doordat men een cursus heeft georganiseerd, waar men tot amateurtrainer wordt opgeleid. Hieraan nemen een 100-tal candidaten deel en men hoopt op deze wijze in elk athletiekcentrum iemand te krijgen, die de Italiaansche athleten de techniek van de verschillende nummers kan bijbrengen alsmede systematische training.
Tijdens de training heerscht er een ijzeren discipline, hetgeen voor de temperamentvolle Italianen zeer noodzakelijk bleek.
Toch beschouwt men de komende wedstrijden om de Europeesche Athletiekkampioenschappen als een voorbereiding voor de Spelen in Berlijn, waar men hoopt meerdere successen te kunnen boeken. Met een zoo grondige voorbereiding als bovenstaande is dit lang niet denkbeeldig, want onder de jonge Italiaansche athleten zit goed materiaal, dat in 1936 zeer zeker een woordje mee zal kunnen spreken.
Op wie Italië rekent.
Voor de komende kampioenschappen zelf heeft men zijn hoop gevestigd op enkele athleten, die reeds in vroegere jaren van zich hebben laten hooren. Allereerst rekent men er natuurlijk op, dat Luigi Beccali er in zal slagen de 1500 meter te winnen. Naast hem heeft men den jongen Italiaanschen discuswerper Oberwerger, die het vorig jaar het Italiaansche record discuswerpen op 46.19 m. bracht. Verder traint de thans 37-jarige F ac e 11 i zeer hard en zal deze zich dit jaar alleen bepalen tot de 400 m. horden. Ook stelt men veel vertrouwen in den 110 m. horden-man V a 11 i, die het vorig jaar regelmatig 14.8 en 14.9 liep. Nog een ander bekend athleet is de kogelslingeraar P o g g i o 1 i, die het Italiaansche record met 49.50 m. houdt. Tijdens de training werpt hij echter meermalen over de 50 meter.
Het nieuwe, groote stadion te Semarang, waar begin dezer maand Bandoeng het kampioenschap van Java won.
882