Alg. Hockey Bond
Secretariaat Aucubastraat 54, Den Haag (Officieele mededeelingen)
Agenda voor de Algemeene Vergadering. De agenda voor de Alg. Verg., te houden op 2 Juni a.s. (aanvang 7.30 uur) in Café Rest. The Corner, Anna Paulownastr., hoek Laan van Meerdervoort, luidt als volgt:
1. Opening. 2. Notulen. 3. Jaarverslag secretaris. 4. Jaarverslag penningmeester. 5. Jaarverslagen: a. Kascommissie; b. Elftal-commissie; c. Protest-commissie; d. Pers- en Propaganda-comm. 6. Ingekomen stukken. 7. Reglementsherziening. 8. Bestuursverkiezing. 9. Verkiezing Kascommissie. 10. Verkiezing Elftal-commissie. 11. Rondvraag. 12. Sluiting.
Het bestuur van de H.V.N.D. zond alsnog de volgende voorstellen in, tot wijziging van het wedstrijd-reglement:
1. art. 22, pag. 12, regel 22 te wijzigen in:
De competitie-leider is tot 24 uur voor den aanvang van de wedstrijd gerechtigd, "
2. art. 22, pag. 13, regel 1 toevoegen:
„Dit kan geschieden tot 24 uur voor den aanvang van de wedstrijd.
Bestuurs-candidaat.
Als candidaat voor het B.B. wordt door H.V.ND, gesteld: de heer C. van der Touwen, voorzitter van die vcreeniging.
Niet-Officieel.
Voor het volgende seizoen werden door verschillende vereenigingen reeds groote plannen vemaakt:
Shot vindt het beter het kampioenschap aan een tegenstander over tc laten.
S. V. B o h gaat een eigen stadion bouwen van de opgespaarde gelden van het Off. Org.
]. D. S. V. gaat haar naam veranderen in O.D.S.V.
Thor laat een consumptietent naast haar „clubgebouw" plaatsen.
H. D. S. is van plan om den heuvel af te graven.
Kilo c gaat een baggermolen aanschaffen en wordt volgend jaar kampioen.
H. V. N. D. zal geen protest meer laten hooren....
Zend copie, betreffende hockey, techniek en regels. v. K.
JAN PIJNENBURG
DRAAGT
EEN VERO-SPORT
De PET der kampioenen De kampioen der Petten
Giste) en: bijna onbekend, een doodgewoon voetballer, één uit de zooveel duizend. Heden: international, befaamd, naam op ieders lippen, portret in dag- en weekblad. Morgen: vervangen, al weer half vergeten, teruggeschoven 1:1 het leger van de zooveel duizend.
Soms duurt dat „heden" een paar maanden, soms een paar jaar, maar het eind komt onverbiddellijk. In dien tijd is er over je geschreven, lief en leelijk, verguizend en vergodend, naar 't den sportschrijvers leek.
De Revue heeft zoo een oud-international, zoo een ex-speelbal der journalistieke pennen, uit zijn rust gehaald en hem aan het schrijven gezet. Hij zet zich achter zijn bureau, hij is au fond een mild mensch, maar wraak is zoo zoet! Dus geeft hij:
MILDE MEPJES
Mag ik een tikje wijsgeerig beginnen ?
Het leven wordt pas de moeite waard, als men er mets meer van te verwachten heeft.
Ik ben vijf en veertig jaar en dus, sportief gesproken, een oud man. Voor mij zijn geen lauweren meer weggelegd. Als mijn foto nog eens in de krant prijkt, begint mijn hart niet sneller te kloppen. Het eenige, dat ik nog op het veld zou kunnen bereiken, is een ernstige waarschuwing van'm'n dokter, „dat ik heusch wat kalm aan moet doen, omdat het anders mis loopt". In volkomen gewetensrust aanvaard ik de waarlijk niet zoo tragische waarheid, dat er voor mij alleen in de bridgeen biljart-„sport" nog wat te halen valt. Mijn jongste zoon trapt mijn oudste voetbalschoenen af en wil het eens nog zoo ver brengen als z'n ouweheer, die (hij geurt er mee, de smakker!) „International" is geweest.
' Ik gun hem het beste en trek me terug op de tribune om eens lekker het spul aan te kijken. En ik drentel eens door de kleedkamers om mij tc koesteren in de medelijdende blikken van de huidige grootheden en ik luister naar de geestdriftige gesprekken, naar de verbeten wanhoopsuitingen van een team, dat achter staat en ik vraag mij soms met verbazing'af: „Ben ik nou óók zoo'n opgewonden standje geweest? Heb ik echt óók geloofd, dat m'n ziel en zaligheid van een kampioenschap afhing? Heb' ik óók met zoo diepe overtuiging gemeend, dat ik heelemaal niet offside stond en dat die scheidsrechter een blinde suffert is... . ?"
En dan 's Maandags die verslagen!
Daar °reep je vroeger met trillende handen naar. Zouden ze je „maken"'of zouden ze'je „breken"! Was je er zeker van, dat je den vorigen middag iets behoorlijks had gepresteerd, dan wilde je dat erkend zien in de krant en kwam doorgaans tot de ongenocgclijke ontdekking, dat die „kerels van de pers" het fijne van het spel niet opmerkten. En had je een „offday" gehad, dan zag je je naam soms eervol vermeld, las je van het „keurige werk" of het „lofwaardige zwoegen", terwijl je had staan te prutsen om er zelf doodmisselijk van te worden.
Ik heb nooit zoo erg van sportjournalisten gehouden en ik schaam er me eigenlijk een beetje voor, dat ik nu bezweken ben voor Strengholt's verzoek om „af en toe eens te schrijven, wat ik er van denk". Maar ik beloof nu al, dat ik nimmer m'n oordeel over eenigen wedstrijd zal geven. Gut, dat is zoo'n koud kunstje! Je meening is altijd raak, want ze kunnen nooit bewijzen, dat je ongelijk hebt gehad. Een bepaalde situatie, die je in een onderdeel van een seconde moet beoordeelen, kunnen ze immers nooit precies zoo overspelen? Wie maakt ze wat, die vulpenhouder-voetballers?!
Ja — waarom zou :k na deze inleiding mijn werkzaamheden met beginnen met nu eens m ij n oordeel te vellen over de H.H. Sportbeoordeelaars? Die milde wraakneming komt me toch wel toe.
O, zij zal mild zijn.... .
Iedere zucht naar persoonlijke revanche is uit mijn doorgewinterd hart gebannen. Bovendien zou het niet billijk zijn om den tegenwoordigen" penvoerders in te peperen, wat hun voorgangers mij hebben aangedaan. Een nieuw geslacht critici is opgestaan. Aardige kerels over 't algemeen. Maar 't blijven journalisten!
Mogen we dan den volgenden keer eens een praatje houden over den heer....
Ach neen, waarom zou ik hem al een week te voren de dampen aandoen!
OUTCAST
823