OM HET VOETBAL-WERELDKAMPIOENSCHAP

w.o. „DE CORINTHIAN"

NU WIJ STRAKS NAAR ITALIË

™ < I "II I ■■■■ ■■■II IIIIIIBIIIIIIIIIIÜIIIIIIIIII I! IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII llllllllllllllllllllllllllll III IIIIIIII I IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII

♦ TREKKEN ...

door C. J. GROOTHOFF

NIET ROME ALLEEN IS HET SCHOUWTOONEEL; HET HEEN-EN-WEER-TREKKEN NAAR DE VERSCHILLENDE STRIJDPERKEN WORDT EEN NIET TE ONDERSCHATTEN CORVEE. ITALIË IS OPTIMISTISCH GESTEMD, WAT BETREFT DE FINANCIEELE ZIJDE EN DOET HET ZIJNE OM OOK OVER HET SPORTIEVE RESULTAAT BLIJMOEDIG TE MOGEN ZIJN. NEDERLAND'S KANS OM BIJ DE STERKSTE ACHT TE KOMEN'!

Reeds eerder heb ik in de Revue uitvoerig over de wedstrijden om het wereldkampioenschap geschreven; men zal zich mogelijk daardoor nog wel herinneren, dat ik geen onverdeeld bewonderaar van deze wedstrijden ben, althans niet van de in Italië georganiseerde wedstrijden. Ik heb toen reeds uitvoerig uiteen gezet, dat aan die wedstrijden zooveel bezwaren waren verbonden, dat men vooraf zeker nauwkeurig moest overwegen of men er wel voor zou inschrijven.

Het hoofdbezwaar was het gedecentraliseerd spelen der voorwedstrijden, waardoor sommige ploegen zoo geweldig door reisbezwaren zouden worden gehandicapt, dat ze daardoor stellig in haar spel zouden worden benadeeld. Ik vreesde maar al te zeer, dat de Italianen al het mogelijke zouden doen om de eindoverwinning te behalen en dat het daardoor wel eens mogelijk zou zijn, dat de tegenstanders van de Italianen gedwongen zouden worden groote reizen te maken. Dat gevaar is niet denkbeeldig <*eweest. Waarom heeft men b.v. in de voorwedstrijden Italië alleen een thuiswedstrijd tegen Griekenland laten spelen, die het ook met zijn reserveplocg zou hebben kunnen winnen, terwij] daarentegen Zwitserland met Roemenië en Joegoslavië moest spelen? Gelukkig heeft men echte' thans ook nog Lotsy in het organiseerend comité opgenomen, zoodat het thans vrij zeker is, dat ook met de belangen van andere landen rekening zal moeten worden gehouden.

Reüsmoeiiijkhedeint

Maar het blijft toch de vraag, hoe men de reizen zal regelen. Binnenkort — begin Mei — wordt voor de eerste ronde geloot en worden ook voor de wedstrijden van die ronde de terreinen aangewezen. Dat is betrekkelijk eenvoudig al zal de loting, of liever de daaraan voorafgaande verdceling van de 16 landen in een sterke en een zwakke groep, nog al wat voeten in de aarde hebben. De groote moeilijkheid komt echter eerst in de tweede ronde. Zal men dan een ploeg, die in de eerste ronde b.v. te Rome gespeeld heeft, noodzaken voor de tweede ronde naar Turijn of een der andere Noordelijke steden te trekken om dan b.v. eenige dagen later weer naar Rome terug te gaan voor den halven eindstrijd? Dat zijn afstanden van Amsterdam naar Parijs en nog verder. Stel voor dat men op 27 Mei te Turijn speelt en op 31 Mei te Rome, dan kan men van de drie dagen rust er een in den trein doorbrengen, wat een niet te onderschatten corvee is, die stellig van ongunsrigen invloed op de prestaties zal zijn. Indien alle landen nu precies dezelfde reizen zouden maken, was het nog niet zoo heel erg, doch naar reeds in de Italiaansche pers werd medegedeeld, zal men trachten het Italiaansche elftal — dat hoofdzakelijk is samengesteld uit spelers uit Noord-Italië — in de eerste wedstrijden te Milaan en Turijn laten spelen!

Natuurlijk zullen daar ook de andere landen wel bezwaar tegen maken, maar het zal toch uiterst lastig zijn om dat reisbezwaar zóó op te lossen, dat het voor iedere ploeg gelijk zal zijn. Men weet, hoe onbillijk het b.v. is geweest, dat men drie ploegen als Ierland, Nederland en België, waarvan men niet anders kon vermoeden dan dat ze van gelijke kracht zouden zijn, in een voorafdeeling heeft bijeen gebracht terwijl men Italië feitelijk een walk-over gaf.

Men zal er dan ook op moeten redenen, dat men waarschijnlijk geen vast hoofdkwartier zal kunnen opslaan, daar men, indien men het geluk mocht hebben een paar overwinningen te behalen, steeds zal hebben heen en weer te trekken.

Indien men de wedstrijden, evenals in Uruguay, in één stad had gehouden, zouden de reisbezwaren er niet zijn geweest en zouden de ploegen ook veel beter in conditie hebben kunnen blijven. Dat is b.v. bij de Olympische Spelen steeds het geval geweest. In 1920 speelde men wel te Brussel, te Antwerpen en te Gent, doch dat waren slechts kleine uitstapjes.

Behalve de reisbezwaren, zal men ook nog de moeilijkheden van het klimaat en van het voedsel hebben te overwinnen. Doch dat zijn bezwaren, waaraan men wel eenigszins tegemoet zal kunnen komen. Ongetwijfeld z.->] de K.N.V.B. er wel voor zorgen, dat alles tot in de kleinste bijzonderheden goed wordt voorbereid, waarbij men mogelijk ook wel het advies van de medische Commissie zal inroepen.

Voor andere moeilijkheden vrees ik niet. De Italiaansche autoriteiten zullen stellig wel al het mogelijke doen, om er voor te zorgen dat de vreemdelingen met een goeden indruk van Italië huiswaarts keeren en voorts is de aanwezigheid van Lotsy in het ororganiseerend comité geruststellend.

Bovendien is er voor goede leiding gezorgd, voor ruwheden op het veld behoeft men dan ook niet overdreven bevreesd te zijn. En dat men onze spelers als renpaarden nacht en dag zou moeten bewaken uit vrees, dat ze anders op de een of andere manier tijdelijk onschadelijk gemaakt zullen worden, och, dat lijkt me een bakerpraatje.

De §in£ht®ci@ele iregekng

Omtrent de financieeele regeling, voor deze wereldkampioenschappen gemaakt, wil ik hier ook iets zeggen.

In de eerste plaats heeft de Italiaansche V.B., als organisator van de wedstrijden, de reis- en verdere onkosten van de spelers te betalen. Hij betaalt voor 17 vertegenwoordigers van elk land de reiskosten tweede klas, eventueel de bootkosten in een klas, die overeenkomt met tweede klas spoor. Voor verblijfkosten wordt ongeveer ,/ 7.50 per persoon en per dag beitaald. Bovendien krijgen alle spelers