6oj
w.o. „DE CORINTHIAN"
De dagen zijn nog niet eens lang genoeg om 's avonds buiten te kunnen trainen of te Ginneken en den Haag is het athletiek-seizoen door weg- en baanwed-strijden alweer ingeluid. Wei zal de athleet deze maand nog zijn trainingspak aan kunnen houden, doch wanneer A.V.A.C. 6 Mei a.s. haar nationale wedstrijden heeft gehouden kan men toch zeggen dat we weer volop in de wedstrijden zitten.
En immer weer klinkt aan het begin van het seizoen: „Wat zal dit jaar ons brengen?" Men hoopt op nieuwe sterren en records, die ons athletiekpeil op wat hooger niveau brengen. Vooral nu in verschillende plaatsen in de „Olympische trainingskampen" zoo ijverig geoefend wordt dringt de vraag nog sterker naar voren: „Wat zal 1934 ons brengen?"
Wat kan men beter doen dan zelf eens een kijkje te gaan nemen bij de vereenigingen? Daartoe ben ik dus eens naar twee bekende figuren in de vrouwenathietiekbeweging in de provincie Utrecht gestapt en wel mejuffrouw Mia Knijff, bekend athlete en eenmaal Neerlands kampioene 200 M„ tevens presidente van U.D.A., en mevrouw M. Stakman—Neeb, presidente van T.O.V.
Wat ik bij Mia Knijff over de Utrechtsche Dames Athletiekvereeniging te hooren kreeg was niet erg optimistis. „We hébben geen geld en weinig leden", klonk het met een zucht en ironisch vervolgde ze: „Een paar dagen geleden stond in de krant dat Utrecht al meer dan 160.000 inwoners telt, wij hebben al 10 leden. Het is droevig maar waar."
„Maar heeft U.D.A. dan nooit propaganda gemaakt?, zoo was mijn vraag.
„Propaganda? We hebben honderden circulaires door de stad verspreid maar het lukt je hier eenvoudig niet, de menschen in de Domstad voelen niets voor athletiek."
Erg bemoedigend klonk mij dit niet in de ooren en als Utrechtenaar schaamde ik mij werkelijk een beetje.
„Bent U ook zoo pessimistisch voor het komend seizoen?", kon ik niet nalaten te vragen. Een lach verraadt mij al beter.
„Dat gaat nogal. Veel verwacht ik van Betsy Palm, onze discuswerpster", aldus U.D.A.'s presidente, „zij zal op de nationale wedstrijden een goed figuur slaan. Ook hebben we een hordenloopster die van nationale kracht zal blijken, n.1. Tilly Verkerk. In onze estafetteploeg loopen dit jaar Engeline Meijns, Tilly Verkerk, Jopie van Nus en ik", zoo vertelde Mia Knijff. Dit viertal zal in ieder geval ook buiten de provincie op wedstrijden uitkomen.
Een lichtpunt is tevens dat er met groote animo getraind wordt onder lei¬
ding van den heer A. J. van Campen. Helaas zijn de terreinomstandigheden verre van gunstig in Utrecht.
„En de grootste concurrentie", zoo luidde het tot slot, „verwachten we uit Zeist."
Wat kon ik toen beter doen dan naar Zeist te stappen en bij mevrouw Stakman op bezoek te gaan?
Natuurlijk was zij als immer weer vol vuur toen ik het woord athletiek had uitgesproken. „Bij T.O.V. gaat alles goed en dan die Olympische training onder leiding van van de Putte!"
Van een interview kan ik hier niet meer spreken, wel van een stenograaf die een causerie opneemt. Op de gezellige, haar eigen manier, vertelde mevrouw Stakman mij van de Zondagmorgen trainingen op het T.O.V.-veld.
„We zijn er iedere week met 19 lui, die met groot enthousiasme iedere week weer wat meer leeren."
Even was ik zoo onbeleefd om in de rede te vallen want er brandde een vraag op mijn lippen en wel: „Wat doet Cor Aalten het komend seizoen?"
„Cor", zoo verklaarde mevrouw Stakman, „verbetert het U.P.A.B.-record op de 100 M., n.1. 12.1 seconde vast en zeker. Tollien Schuurman zal de grootste moeite met haar hebben en ze is al een flink eind op weg om de gelijkwaardige van de wereldkampioene te worden. Tevens zal Cor ook op de 200 M. uitkomen."
Nu er toch over sterren gesproken werd kon ik niet nalaten te vragen of er nog nieuwe krachten onder het ploegje schuilen.
„Man, je zal eens zien wat we ervan terecht brengen," was het enthousiaste antwoord op mijn vraag. „We hebben den jongen Bührmann uit Amersfoort,
CARLTONHOTEL AMSTERDAM
200 KAMERS
200 BADKAMERS
een pracht van een 400 M. looper, een vechter van jewelste. En dan Jo Grootewal een first classe tienkamper, Jan van der Hoogen uit Baarn een prima 1500 Meter looper, Poorter die van alle markten thuis is." Dat haar zoon Max tot de besten behoort en al tegen de zeven meter springt, vertelt ze niet, maar dat weten we van andere zijde.
Dan hooren we nog hoe men 'daar in Zeist werkt, hoe de leden zelf een sintelbaan uitgraven, kleedlokalen verbeteren, de lessen van van de Putte volgen, enz. enz.
„Een ding moet mij nog van het hart en dat is, dat ik blij ben dat er nu van die strenge overschrijvingsbepalingen zijn. want daarmede voorkomt men dat er vereenigingen zijn als thans het geval is die te Zeist gedomiliceerd zijn, elf leden opgeven waarvan er zes te Utrecht wonen en een te de Bilt en er dus eigenlijk maar vier in de plaats zelve wonen". (Gaat het U.D.A. wellicht daarom zoo slecht?).
Plannen zijn er verder genoeg. Behalve de Zeister kampioenschappen en de „Loop door" zal er ook nog een Estafette door Zeist worden gehouden.
„Bij T.O.V. hopen we natuurlijk weer op een uitnoodiging voor den Olympischen dag", verklapte mevr. Stakman mij, „we hebben een zeer sterke estafetteploeg bestaande uit Cor Aalten, Nel van Rijkom, Jule Muns en Rie Homans."
Om met de populaire „Moeder van den U.P.A.B." urenlang over athletiek te praten is niet moeilijk en dit interview is dan ook verre van volledig maar meer ruimte mag ik niet in beslag nemen. Eén ding is echter zeker, de U.P.A.B. gaat een goed seizoen tegemoet. H. W. G. MUNZERT
Cor Aalten (vooraan) van wie veel verwacht wordt,