S47
w.o. „DE CORINTH1AN"
DIE TROUVAILLE VAN Nr. MARCHANT
Aan het feestbanket, dat na afloop van de jongste Holland-België ontmoeting heeft plaats gehad, heeft minister Marchant het plan geopperd de voetbalsport de hand te doen toesteken aan de kunst, in dit geval aan het Concertgebouw-orkest, Deze trouvaille van onzen handigen, scherpzinnigen staatsman heeft in voetbalkringen geen onverdeelde instemming gehad. Er is op gewezen, dat de regeering zich nooit iets aan de sport gelegen heeft laten liggen; pas nu men in die sport, in den meest verbreiden tak ervan, gouden perspectieven ziet, toont de regeering belangstelling van ietwat baatzuchtige soort
We
hieronder twee meeningen.
Voetballers en Musici
Jaren geleden zat ik eens naast Nico Bouvy — een groot voetballer uit de jaren voor den oorlog — op de tribune van Haarlem toe te kijken naar een wedstrijd van Ajax tegen de roodbroeken. De Natris vierde toen triomfen. Hij liep door de achterhoede van Elaarlem heen of er geen achterhoede bestond. Het was waarlijk geniaal.
Bouvy zat zwijgend en in gespannen aandacht toe te kijken. In de pauze maakte hij deze merkwaardige opmerking: „De Natris is een kunstenaar. Zijn spel ontroert me; zoo gevoel ik mij als ik goede muziek in het Concertgebouw hoor!"
Dat was de eerste maal, dat ik voetbal in verband met het Concertgebouw hoorde brengen. Later heb ik die opmerking eens overgebracht aan een bekend misicus. Hij vond het een bewijs van opperste dwaasheid, om een voetballer met een kunstenaar te vergelijken, maar hij moest toegeven, dat hij nog nooit een voetbalwedstrijd had gezien.
Dit is een uiterst teer onderwerp — ik zal er ook niet verder op ingaan — dat mij onwillekeurig in de gedachte schoot, toen ik Maandag in de bladen las, dat Minister Marchant opnieuw verband had gelegd tusschen voetbal en musici, door aan onze voetballers in overweging te geven hun talenten in dienst te stellen van de kunst en wel door een wedstrijd te spelen ten bate van het Amsterdamsche Concertgebouw orkest.
Minister Marchant is als een der oprichters van U.D., de oudste voetbalvereeniging uit ons land, niet heelemaal onbekend met den geest van hulpvaardigheid, die in de voetbalwereld heerscht. Onze voetballers kunnen door hun spel vrij gemakkelijk de beurzen open krijgen. Ze stellen die eigenschap gaarne in dienst van de liefdadigheid, zoodat er volgens een matige schatting, elk jaar ongeveer ƒ 30.000 voor liefdadige doeleinden bijeen getrapt wordt.
Het is dan ook verklaarbaar, dat het gezicht van het overvolle stadion zijne Excellentie op het denkbeeld heeft gebracht te trachten een deel van de regeeringszorgen af te wentelen op de voetbalsport.
Ongetwijfeld zal het bestuur van den K.N.V.B. deze zaak wel nader onder de oogen zien. Er zou in die richting zeker wel wat te doen zijn. Als men b.v. in de maand Mei gelegenheid kon vinden, eens een der leidende Engelsche eerste klassers een
oefenwedstrijd te laten spelen tegen onze nationale ploeg in het Amsterdamsche Stadion en de gemeente Amsterdam was dan zoo welwillend vrijstelling van belasting voor dezen wedstrijd te geven, zou men stellig een behoorlijke som voor het Concertgebouw bijeen kunnen brengen.
De groote vraag is echter of dit practisch uitvoerbaar is. Men moet uiterst voorzichtig zijn en niet te veel van onze leidende spelers vergen, daar ze toch reeds zoo'n zwaar programma hebben af te werken.
En dan zal men zich ook de vraag stellen, waar of de grens is? Vandaag vraagt de regeering medewerking om het Concertgebouw te helpen en morgen zal mogelijk het openbaar onderwijs gered moeten worden.
Bovendien zullen de voetballers stellig ook de vraag doen, wat stelt de regeering hier tegenover? Wat heeft de regeering tot dusver voor de sport in het algemeen en voor voetbal in het bijzonder gedaan? Het antwoord kan heel kort zijn.
Slechts een enkel woord: „niets!"
Indien het bestuur van den K.N.V.B. het mogelijk acht het denkbeeld van Min. Marchant te verwezenlijken, dan zal men toch wel in de eerste plaats den eisch mogen stellen, dat de regeering dan ook voetbal officieel als een onderdeel van de lichamelijke ontwikkeling van ons volk zal beschouwen en dat derhalve zoo spoedig mogelijk aan alle mogelijke voetbalverboden en belemmeringen van de uitoefening van voetbal, een einde worde gemaakt.
Het zou dwaas zijn, indien de voetballers te Amsterdam de regeeringstaak zouden vergemakkelijken en dat in andere deelen van ons land de regeering zou toelaten, dat burgemeesters, zich vastklemmende aan een verouderde wet, de beoefening van het spel eenvoudig verbieden.
De officieele volkomen vrijheid voor de beoefening van voetbal onder alle omstandigheden, is met de recette van een grooten wedstrijd zeker niet te duur betaald. C. J. GROOTHOFF
Schoone perspectieven —
Een ironisch medewerker schrijft ons: Wij leven in een schoonen tijd van vrede. Overal ter wereld wordt over de vele goede bedoelingen gepraat, die we allemaal hebben om elkaar maar welgevallig te zijn. In Duitschland eet men één dag in de weck rijstebrij, teneinde de op deze wijze bespaarde hors d'oeuvre varié, caviaar, oesters enz. onder de werklooze hakenkruizen, die er nauwelijks meer zijn, te verdeden. In Frankrijk schrijft men gratis chcqué's uit om er zoo maar wat arme stakkers mee te helpen. In Italië trouwt men de menschen gratis met uitzet en luiermand incluis en bij al deze edelmoedigheid wil men in Nederland niet achterblijven. Reeds hield men straatcollectes ten behoeve van noodlijdende vereenigingsbesturen en betoonde men op andere wijze zijn liefde voor „volksgenooten".
Thans heeft onze minister van O., K. en W. echter een idee gehad, dat vele schoone en wijde perspectieven biedt. Immers indien de bestuurders van den K.N.V.B. er in toe zouden stemmen hun wel voorziene kas ten dienste te stellen van arme musici, zou dat voorbeeld stellig navolging op wijde schaal verdienen. En wat dan zou komen, daar zijn de reeds bestaande „Heilstaten"
slechts een kinderachtige voorloopcr wan. Wij willen slechts eenige mogelijkheden aan de hand doen: Zesdaagschen ten bate van leiders aan
vallende ziekte.
Gala-uitvoering van de „Jantjes" ten
behoeve van den Ned. Zwembond.
Bokswedstrijd ten behoeve van ontslagen Straperlisten.
Kienen voor de vorming van een
strijdkas tegen het boksverbod.
Het ministerie houdt zich inmiddels
minzaam voor andere aanbiedingen op
dit terrein aanbevolen....