539
w.o. „DE CORINTH1AN"
De imieume koers ium de K.N.A.U.
EEN ONDERHOUD MET SECR.-PENN.
.,- |,u ■ i ' ■ ■
Drs. W. F. VAN LEEUWEN •
„.„, , „. .,„ 11: lilllllllllll lllliMii: 'ii ':n. 'Mini iimmi miiiiiuiiimi mi iii'..!1 ■
Mijn hoofdredacteur scheen er meer van te weten, toen hij me er op uitstuurde om een interview te hebben met den nieuwen secretaris penningmeester van de K.N.A.U., den heer Drs. W. F. van Leeuwen, en daarbij als titel voor mijn artikel „De Nieuwe Koers in de K.N.A.U." opgaf! Want gedurende mijn onderhoud met den heer Van Leeuwen kwamen de woorden „de nieuwe koers" herhaalde malen naar voren, sterker, werd het vrijwel een slagwoord, het slagwoord, waaronder het Bestuur van de Athletiek-Unie aan het werk zal gaan, om het athletieklichaam gezond te maken, zonder verdere ruzies, zonder bloedarmoede wat leden en uit blinkers betreft.
„Wat omvat die nieuwe koers van de K.N.A.U.", vraag ik den pas benoemden secretaris-penningmeester.
Energiek klinkt het:
„ie. het vergrooten van het leden-' tal
2e. het verbeteren van de prestaties.
3 e. het wegnemen van tegenstellingen in de athletiekwereld.
4e. het kweeken van een gevoel voor orde."
„Hoe denkt U de plannen te verwezenlijken?"
„Men moet het den menschen steeds maar weer vertellen, er op hameren, dat de K.N.A.U. een nieuwen koers is ingeslagen, steeds maar weer op de voordeden van de athletiek wijzen en de gelegenheid geven door wedstrijden in het genre van de „Provinciale I933"> om met onze sPort kennis te maken. Wij zullen de moeilijkheden bij den kern aanvatten en dan uit de wereld helpen. Tegenstellingen als die tusschen de hoogere en de lagere athletiek, tusschen het Westen en de Provinciën, tusschen dames- en heerenathletiek moeten verdwijnen en plaats maken voor een harmonieus samengaan, waarvoor het K.N.A.U. bestuur de richtlijnen zal aangeven.
Wij zullen een grootscheepsche propaganda voor de athletiek voeren, noem het desnoods reclame, daarmede zullen wij de lagere athletiek dienen, dan echter zullen wij niet vergeten, dat sterren door hun prestaties de beste propaganda vormen en wij willen uit die massa athleten de uitblinkers ziften en ons op verbetering der prestaties toeleggen. Daarvoor zullen wij een trainer moeten engageeren, die veel ten goede van de geheele athletiek zal kunnen verrichten. Wanneer de athletiek overal zal hebben doorge¬
werkt, zal de antithese Westen—Provincie vanzelf verdwijnen. Verder zullen wij de dames in de dames-athletiek de vrije hand laten, echter onder toezicht van de Unie, die als leidend orgaan voor de athletiek in ons land, de dames-athletiek niet geheel mag loslaten."
Men ziet het, aan optimisme en
Drs. W. F. van Leeuwen
idealen ontbreekt het de heer Van Leeuwen niet. Men heeft vele plannen in petto om de athletiek te^ propageeren en vertrouwt dat de uitgave
' I April a.s. — van een nieuw
Haagsch Officieel Orgaan van de K.N.A.U. er toe zal bijdragen, dat de belangstelling voor athletiek meer dan voorheen zal worden gewekt.
En dan de coach — waarschijnlijk Kreigsman.
Erg dik in de pecunia heeft de K.N.A.U. nimmer gezeten, maar de heer Van Leeuwen onthulde, dat er een plan bestaat, waardoor de mogelijkheid geopend wordt, dat spoedig voldoende gelden beschikbaar zullen komen om Kreigsman naar Nederland te laten komen.
„Onze sport heeft in het huidig wereldbestel een taak te vervullen, sport is een belangrijk onderdeel van de maatschappij geworden", zegt v. Leeuwen. „Vroeger vonden de jongeren der samenleving onmiddellijk hun bestemming in de maatschappij, tegenwoordig staan zij voor een afgrond, waarin zij dreigen onder te gaan. Hier moet de sport toonen meer dan een
spel te zijn. Het is een oefenschool voor de moeilijkheden, welke het leven zal bieden, tegelijkertijd een afleiding, welke evenwicht geeft tegenover de decepties, waaraan de huidige jeugd blootstaat."
„Ik ben daarom een overtuigd voorstander van het systeem van „mentaltraining", zooals dat in „de Trekvogels" 'wordt toegepast. Daar wordt niet uitsluitend het lichaam voor de sport in conditie gebracht, doch ook dc geest wordt vaardig gemaakt, om het lichaam bij zijn prestaties te ondersteunen. Er is in „mental-training" veel overeenkomst met de „concentratie-theorie" van den heer K. J. J. Lotsy bij de Ned. elftal-oefeningen. Er is echter één belangrijk verschilpunt en dat is dat de concentratietheorie gericht is op één wedstrijd, terwijl onze z.g. „mental-training" verder gaat en een verdieping van de sport in het algemeen wil geven en de sport in verband tot de maatschappij, tot het leven beschouwt."
De heer Van Leeuwen vervolgt:
„Omdat ik zoo diep overtuigd ben van de waarde van sport, goed-geleide sport zonder uitwassen, heb ik me er in begeven en ben ik bereid er al mijn krachten aan te wijden. Ik geloof, dat het bijbrengen van de beteekenis van sportbeoefening, het kweeken van enthousiasme voor de sport om der sport wille er veel toe zal bijdragen, dat de K.N.A.U. in de toekomst tot bloei zal komen. Ook de toepassing van „mental-training" in K.N.A.U.verband zal noodig en nuttig blijken.
De Unie heeft momenteel een gunstigen tijd met zich mede. Er is een kentering merkbaar onder de vereenigingen, die inzagen dat het zoo niet langer ging. Een zuinig beheer zal gevoerd moeten worden om de financiën van onze athletiekbeweging in het reine te brengen."
„En verder zijn er enkele gebeurtenissen op athletiekgebied in het vooruitzicht, die een waardige vertegenwoordiging van ons land vragen en nopen tot het ineenslaan van alle handen. Dat zijn: de Engelsche kampioenschappen, de Vrouwen-spelen te Londen, de Europeesche kampioenschappen in Turijn, en de Olympische Spelen 1936 te Berlijn. Voor de Spelen te Londen hopen we een goede ploeg te kunnen afvaardigen, naar Italië kunnen we waarschijnlijk drie man voor rekening van den Italiaanschen Bond uitsturen en wij zullen pogen er nog eenige voor onze eigen rekening te zenden. Met Berger en Jansen voor de sprints, nog twee sprinters om een estafetteploeg te vormen, waarmede ons land kampioen kan worden, en met b.v. Kaan voor de horden ziet het er voor ons niet slecht uit! En dan een groote ploeg naar Berlijn. Nog zoover af en toch zoo dichtbij. -q. "•!,„„ „,„ Kü At-ye Gebeurtenissen
successen, dan zal dat onze athletiek zeer veel goed doen."
Van Scheveningen pr>ar Voorburg, van het Unie-secretariaat naar mijn huis, is een ommelandsche reis, gedurende welke ik volop gelegenheid had te bedenken, dat deze nieuwe Uniesecretaris eenzelfde heerlijk enthousiasme, optimisme en werkkracht bezit als Lotsy bij den K.N.V.B. zoo succesvol heeft getoond, eigenschappen, die de Nederlandsche athletiekwereld van een nieuwen gezonden geest zullen doordringen. J. A. BRONGERS