526
w.o. „DE CORINTHIAN'
De training oimzeir <aiihllèten ooo/r
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM^
cfe Olympische Spellen in 1/936
lllllllllllllllillllil^
EN WAAROM DEZE NIET ANDERS IS
Zoo omstreeks twee jaar vóór de Alleen heeft mej. du Jour haar opeOlympische Spelen pleegt men zich ratie-terrein wat te beperkt gekomet wat meer nadruk te gaan bezig zen, want dat wat voor de dames houden met de wenschelijkheid van geldt, geldt in dezelfde mate en een buitenlandsch trainer. Mej. Olga ongewijzigd voor de heeren. Deze du Jour heeft zulks gedaan in een vo- zijn in geen enkel opzicht bevoorrige Revue der Sporten in een recht wat de qualiteit der training betoog, waarin zij als haar meening betreft, uitspreekt, dat onze con-amore trainers, de heeren van de Putte en Kor- Wij Faken achteiT
ver, vooral op de werpnummers niet ~ , . , j . j 5 1 t tn ten slotte doet net mij gedat voor de dames kunnen doen, wat , , ■, , c • it
i i i"i noegen — al kan ik net reit zelf
wel wenscheli k ware. . B . , , , .
u _ • • uil i met aangenaam vinden — dat nier
tiet is nog niet zoo heel lang gele- . , .... ° . .. . . , , j„ j„. -i ■ !• ■• > eindelijk van de zijde der dames beden, dat ik in dit orgaan pagina s . { , ' .. . .
ïii v • j vestigd wordt, wat ik al jaren gevol heb geschreven om iemand te , , a , , ' , , ' D
i--i i •■ leden heb voorspeld, toen men er
overtuigen van zijn ongelijk, toen hij , u 1 1
i ? i j i .i- i • i ju van bepaalde zijden, ook van achter
beweerd had, dat die buitenlandsche . ■ , e r i i i 1
„„„„U„ • i'-j , . -i i i • de bestuurstafel, een zeker behagen m
coaches eigenlik van twijfelachtige , ' , u
„,„„_j. „ j ' i ' • i schepte om er den mannelijken ath-
waarde waren en dat we beter deden . F .. , , '
naar onze binnenlandsche krachten te "en °\ te, wl)zen' dat hu,n ,vrou«e-
grijpen, die toch zoo hard hun best hJke c°llega s cen zoo,veel 'beter fl"
hadden gedaan, en z. i. met succes, |uur sloegen, zoo veel meer succes
om het vak te leeren. hadden.
Ik zal wel niet in mijn bedoeling Ik heb er toen en ,later n°g .efnlge
geslaagd zijn, doch tot troost moge malen 0PU1g.eJ^eZeTl• daj ?£n Zich,,te
het mij strekken, dat dergelijke op- vrocS. verblijdde Dat de heeren-athle-
vattingen tot de zeldzaamheden gaan tiek 'n tegenstelling met die der da-
beh oren mes 'welke vrijwel gelijk ontstond en
tegelijk opbloeide met de buitenland-
Menschen als van de Putte en sche) een grooten achterstand tegen-
Korver die toch werkelijk wel wat °ver_, het buitenland had en dat ook
... , . ïii de dames achter zouden raken, indien
hebben geleerd en er heusch wel een de inv,oed der betere oefengelegenhe_
en ander van weten, zijn sterker dan den, der betere trainingsopvattingen
wie ook overtuigd, dat hun krachten en van veelvuldiger goeden tegenstand
niet ten volle toereikend zijn en dat m wedstrijden de buitenlandsche con-
currentie zich zou doen gelden.
zij geen menschen als Hjertberg en
Kreigsman kunnen vervangen *). We zii'n rceds zoover en mej. du
Jour erkent het volmondig: de pres-
Het is trouwens de gewone gang ...... , ■ .
1 , D • i- taties zijn bn ons over de geheele li-
van zaken: zoodra men iets dieper ' ' °
is doorgedrongen in een of ander nlc niet noemenswaard vooruitgegaan,
vak, ziet men duidelijker in hoeveel die van het buitenland wel! men nog te kort schiet. Alleen zij
die er weinig van weten, gelooven Maar daarnaast geloof ik het op
gaarne van zichzelf dat zij er zijn. één punt niet met mej. du Jour eens
En daarom stemt het tot voldoe- te mogen zijn. Ik ben er namelijk
ning, dat er thans ook uit het kamp heelemaal met van overtuigd, dat de
der dames stemmen opgaan, die er buitenlandsche dames waarmede de
blijk van geven dat de situatie juist onzen m contact komen (behouden?
wordt ingezien. misschien een heel enkele uitzonde-
ring) over een trainer beschikken die
*) Inderdaad. Daar kwam v. d. Put- beter is, dan zij die zich op het oogen-
tc in een recent Revue-interview blik met de training onzer beste ath-
rond voor uit. Red.) leten belast hebben.
Wat wil men' trouwens? Onze beide
: : trainers zijn nauwelijks hun arbeid be-
I ELECTRISCH KOKEN IS G0EDK00PER ; gonnen, wat zij doen lijkt nog niet op
Laat U inlichten dOOr ! wedstrijdtraining, mag het op dit
: r : oogenblik nog met zijn. Mogelijke •—
]Qfm VIIN VEEREN & CO. voor mij waarschijnlijke — resultaten
_ . i zullen eerst later kunnen blijken.
RINGDIJK 28
! AMSTERDAM - TEL. 52087 j De voorsprong van het buitenland
\ ; is vóór alles een andere: een zich
reeds over eenige jaren uitstrekkende grootere animo om inderdaad iets te bereiken door middel van ijverige, nauwgezette training en het deelnemen aan een flink aantal wedstrijden.
Onze dames moeten in dit opzicht werkelijk de hand in eigen boezem steken en niet voor een mea culpa terugdeinzen. Want het begrijpen en het erkennen van de voornaamste fouten is een primaire eisch voor beterschap.
En ik moge in dit verband verwijzen naar de vele wedstrijden met dames-nummers, waarin de enkele vertegenwoordigsters der schoone sexe als eenzame, zij het bekoorlijke, figuren over het veld dwaalden.
Mej. du Jour zij gerust en verlieze den moed niet: noch in Duitschland, noch in Engeland, noch in Polen en nog minder in België of Frankrijk beschikken de dames over een coach die maar in de schaduw kan staan van de buitenlandsche specialisten, welke zich hier eenige malen voor korten tijd met de heeren hebben geoccupeerd.
Zij behoeven tegenover het buitenland werkelijk niet achter te zijn, als zij slechts zorgen zelf de voorwaarden te scheppen die nivelleering der prestaties mogelijk maakt, als daar zijn: een behoorlijken aanvoer van materiaal, waaruit de leiders een keuze kunnen doen, een regelmatige conscientieuse training en controle daarop en voldoende deelneming aan wedstrijden.
Dat daarnaast een prima buitenlandsche coach ook zegenrijk kan werken ten behoeve der dames, weinigen zullen het ontkennen en wat geïnteresseerde kringen betreft, beteekent een pleidooi daarvoor de poging tot het intrappen van een open deur.
Buitenlandsche coach
En nu de mogelijkheid van dien buitenlandschen coach op dit oogenblik. Reeds lang vóór mej. du Jour de pen opnam voor haar in principe volkomen juist betoog, was over deze mogelijkheid reeds lang gepeinsd en veel gesproken, doch het N.O.C. meent daarvoor zijn medewerking niet te mogen verkenen. Wij, athlcten, voelen heel sterk de waarheid, dat de athletiek de hoofdschotel vormt bij de Olympische Spelen, dat geen enkele overwinning internationaal van zoo groote propagandistische waarde voor een land is als een in athletiek. Als Finland tot nu toe alle overwinningen in alle ruitertournooien van alle Olympische Spelen had gewonnen, dan zou het daarmede nog niet zijn naam op zooveel lippen over de geheele wereld gébracht hebben als thans geschied is door de successen van een Nurmi.
Hoe het ook zij: zij die buiten onze sport staan, en daartoe behooren alle N.O.C.-leden (er is geen sportief ontwikkeld land ter wereld buiten Nederland dat een Olympisch Comité kent waarin de athletiek geen pleitbezorger vindt), voelen dit niet of wenschen dit niet te erkennen en meenien taktischer te doen door dichter te blijven bij het „eerlijk zullen we alles deelen.
En om het kind bij zijn naam te noemen, wat mej. Olga du Jour voorstelt, n.1. een poging om reeds thans