491

w.o. „DE CORINTHIAN"

7%,

„WIE HOETEN •

'llHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIl^

KREIGSHAN HEBBEN

„Mijn hart iis ooi hoop. Ais de beurs mm v>oll omM&ms iis . . . ."

Zoo sprak J. H. E o. d. Putte

Een briefje naar Van de Putte. Met de vraag om een praatje te maken. Maar spoedig! Volgenden middag komt hij binnenvallen. Heeft weinig tijd. Geen nood. Er is nog wel ergens een paar vierkante meter ruimte op de .ftet'Ke-redactie, en een degelijke stoel.

Daarop zit even later dus /. H. E. ven de Putte. Leeraar lich. opvoeding M.O. Laat in bezetten tijd scholieren halve en heele kniebuigingen maken. Reist in zijn vrijen tijd Nederland door om ook andere lieden knie- en andere buigingen te laten maken. Doet dat mt pure liefhebberij. Met daverende geestdrift en stormachtige energie. Tot heil van de Nederlandsche athletiek. Vindt zelf — al te bescheiden — dat hij maar een schijntje van training afweet. Althans bij menschen als Kreigsman, den vermaarden Scandinavischen oefenmeester, vergeleken.

En zegt:

— Op het oogenblik is de training natuurlijk alleen nog maar een conditietraining. Wc hebben centra in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Arnhem, Treebeek (voor het heele Zuiden) en Groningen. Er nemen zoo ongeveer 150 athleten aan deel uit de omliggende plaatsen. Maar ik zei al: dit is alleen nog maar massa-training, gymnastiek en zoo. De groote moeilijkheden komen in het voorjaar, als we met de speciaaltraining moeten beginnen. We. Dat zijn Korver, Paulen en ik.

— Hoe is over het algemeen de me-

J. H. E. v. d. Putte

(Voor de Revue geteekend door H. Èi Stuling).

dewerking van de athleten?

— De ambitie is enorm. En ik zou zeggen, dat is vooral het geval in de plaatsen, die niet in het Westen liggen. Hoe dat komt wil ik mezelf nu niet afvragen. Maar het is een feit, dat de menschen, laat ik zeggen, „in de provincie" het ijverigst en meest enthousiast zijn.

— De vooruitzichten?

Van de Putte brengt op zijn voorhoofd vijf rimpels te weeg en hijscht alle lucht uit zijn longen voor een bedenkelijke zucht.

— Wat wij doen is niet meer (maar vooral ook niet minder! Red.) dan het bijeen brengen van ongeschaafd materiaal: het bijbrengen aan deze lieden van de eerste beginselen van athletiektraining. Zoodat er tenminste een klein beetje een pad gebaand ligt, wanneer we hier een buitenlandschen trainer krijgen.

— En die buitenlandsche trainer....

— ....moet Kreigsman heeten. Dat is dè coach, waar we hier op wachten en waarvoor we op het oogenblik werken. We moeten Kreigsman hebben. Hoe eerder, hoe beter. En hoe langer, hoe liever. Niet tot 1936, maar als het kon tot 1940. Dan zou er gelegenheid voor ons zijn zóóveel van hem op te steken, dat we ervaren Hollandsche trainers kregen in de toekomst. En dien kant moet het toch uit.

— Denkt u, dat Kreigsman hier eerlang weer zijn intrede maakt?

— Mijn hart is vol hoop. Als nu de beurs maar vol guldens is... .

— En als Kreigsman komt vindt hij dan materiaal, dat hij met optimisme en vertrouwen onder handen kan nemen?

— Vast en stellig, zegt van de Putte met overtuiging en over zijn gelaat trekt de zonnige glimlach, die een .Retwe-teekenaar hiernevens heeft geschetst.

— Hebt u hier vooral het oog op de loopnummers?

— Toch niet. In de eerste plaats zitten er natuurlijk beste loopers onder. Bekenden als Berger en Jansen, minder bekenden als Mesman Schulz, Osendarp uit den Haag, Boersma een veelbelovend Amsterdamsch jongeling. Maar ook b.v. op de werpnummers hebben we natuurtalenten. Daar heb je van Dijk uit Kampen, een kerel, die een discus op de een of andere manier beetpakt en 'm een allemachtig eind wegsmijt, zónder techniek. Als zoo iemand onder leiding komt! En dan zitten daar in het Noorden oersterke kerels, zóó weggeloopen van een houtsnede van Jan Franken Pzn. Ook die komen geregeld en ernstig trainen. Neen, aan materiaal en beloftevol materiaal ontbreekt het niet."

Zoodat we maar willen besluiten, dat ook de trainer niet ontbreken mag, die uit dit materiaal een aantal degelijke Nederlandsche successen ter Olympische Spelen slaat. . . .

HAN G. HOEKSTRA

Aldus, vertrok trainer Kreigsman in November 1928, na 2 jaar aan de Hollandsche athletiek zijn krachten te hebben gegeven. Het wachten is nu op den trein, die hem terugbrengt!