44 S

w.o. „DE CORINTHIAN"

gesprongen

handen

,PUROL

Doos 30 en 60ct. Bij Apoth. en Drogisten,]

Willy den Ouden ©er heiewi een meireld irecoird in A&rkuus

Zondagavond zijn de internationale zwemwedstrijden in Aarhuus (Denemarken) zeer succesvol voor Holland geweest. Voor Nederland deden mee: Willy den Ouden, Jopie Selbach, Fransje Hessels en de heer /. C. Scheffer.

Een zeer fraaie prestatie verrichtte Willy den Ouden, door de 100 yards vrije slag af te leggen in 59.8 sec, hetgeen een nieuw wereldrecord beteekende. Het wereldrecord stond tot nu toe voor dezen afstand op naam van de Amerikaansche zwemster Helen Madison met een tijd van precies 1 min.

Willy den Ouden.

Ook Stan Scheffer behaalde een mooie zege. Hij bracht een nieuw-Nederlandsch record 100 m. vrije slag op zijn naam, na feilen strijd tegen den Deen J. Christensen, die met o. 1 sec. verschil won en daarmee een nieuw Deensch record vestigde.

De voornaamste resultaten van den geheelen wedstrijd waren: 100 meter vrije slag heeren: 1. Christensen (Denemarken) tijd 1 min. 2.4 sec, nieuw Deensch record; 2. C. Scheffer (Nederland) 1 min. 2.5 sec, nieuw Ned. record.

400 meter schoolslag dames: 1. Else Jacöbsen (Denemarken) tijd 6 min. 29.7 sec; 2. Inge Kragh (Denemarken) tijd 6 min. 33 sec; 3. Fr. Hessels (Nederland) 6 min. 40 sec.

100 meter vrije slag dames: 1. W. den Ouden, tijd 1 min. 9 sec; 2. Lilly Andersen (Denemarken) tijd 1 min. 12 sec; 3. J. Selbach (Nederland) 1 min. 12.2 sec

100 meter rugslag heeren: 1. J. C. Scheffer, 1 min. 15.5 sec; 2. Christensen, tijd 1 min. 20.2 sec.

400 meter vrije slag dames: 1. Lily Andersen, tijd 5 min. 42.1? sec, nieuw Deensch record; 2. J. Selbach, 5 min. 42.7 sec.

Eenigen tijd geleden hebben we in de R e v u e-kolommen de aandacht gevestigd op een kwestie in de hockeywereld, waarin deze nationale hockeyorganisatie een, minst genomen, eigenaardige houding had aangenomen. We noemden in die publicatie eenige feiten. Een hockeyclub wilde zich aansluiten bij de Ned. Hockey- en Bandybond. Zij kreeg bericht, dat zij kon toetreden, mits een aantal leden werd geschrapt. Deze leden zouden niet van het gehalte zijn, dat de nationale bond in zich vereenigde.

Wij schreven, dat dit standpunt van den Nat. Bond ten eenenmale onjuist moest worden geacht. Immers: een landelijke bond heeft de clubs niet te vertellen, welke leden zij al of niet kan aannemen. Die beslissing staat aan de clubs zelf.

We schreven dit en meenden, dat de N.H. en B.B. zijn houding zou rechtvaardigen, althans verklaren.

De N.H. en B.B. bleef zwijgen.

Het hierboven genoemde feit is aanleiding geweest tot de oprichting van een Alg. Hockeybond.

Daarmee deed de splijtzwam haar fatale werk. De eenheid in het Nederlandsche hockey was prijsgegeven. De trieste toestand was geschapen, dat men voor het beoefenen van de hockeysport bij twee bonden terecht kan.

In verband met de oprichting van den Alg. Hockeybond sprak de secretaris van den N.H. en B.B. van een „relletje".

Wij gaven den Alg. Hockeybond gelegenheid de kwestie nader uiteen te zetten. Na deze uiteenzetting _ hebben wij wederom gewacht wat de Ned. Hockey- en Bandyclub had te zeggen.

De N.H. en B.B. bleef zwijgen.

De pers- en propagandacommissie van den Alg. Hockeybond schrijft ons nu o.a.: „Nogmaals willen we de aandacht vestigen op de kwestie in den Ned. Hockeywereld, op dit „relletje", zooals jhr. Quarles van Ufford het heeft genoemd.

Onder een relletje wordt echter in de Nederlandsche taal verstaan: een

kortstondige opschudding. En nu zijn wij het in de eerste plaats, die van ganscher harte hopen, dat deze kwestie zeer „kortstondig" zal wezen. Niet van ons is dit echter afhankelijk.

Zij, die den tijdsduur van deze betreurenswaardige scheiding in de hockeywereld kunnen beïnvloeden zijn: de geachte bestuurderen van den N.H. en B.B.

Herzien zij hun standpunt en erkenzij hun fout dan leggen wij ons werk terzelfder tijd neer.

Wij zijn in staat op overtuigende wijze aan te toonen, dat er in het begin van dit seizoen een vereeniging, die als lid van den N.H. en B.B. toe wilde treden, geweigerd zou worden als zij een if-tal leden, welke aangewezen werden door het Bestuur van den Bond, op haar ledenlijst zou handhaven.

De namen van een groot gedeelte dezer personen kwamen voor in het telefoonboek, met vermelding van een bepaald bedrijf, b.v. aannemer, loodgieter, sigarenwinkelier.

Nogmaals, we vroegen het reeds eerder:

„Waar moeten de leerlingen van middelbare scholen heen, als zij hockey willen spelen en zij hebben een vader, die op een eerbare manier handel drijft?"

Tot zoover de Alg. Hockeybond.

Men zal er uit lezen, dat deze bond zich alleen uit noodzaak geboren weet. Als de noodzaak vervalt legt de bond zijn werk neer.

Dat wil dus zeggen, dat de Alg. Hockeybond zijn voortbestaan afhankelijk stelt van de houding van den N.H. en B.B. Of liever gezegd: van het bestuur van die bond. Want het staat te bezien of een alg. vergadering met het optreden accoord gaat.

We verwachten van de leiding van den N.H. en B.B. nu een duidelijk antwoord, hoe dit ook luiden mag. Dan weten de belanghebbenden ten minste hoe de zaken staan in de hockeywereld.

Blijft Azt antwoord wederom uit, dat is het zwijgen van den N.H. en B.B. voor ons van een bedenkelijke welsprekendheid.