442-

w.o. „DE CORINTHIAN'

♦ ONZE DAHES-ATHLETEN EN DE

.. .1 Illlll lllllll tl III ■ Illlllllllllll III . . ■■ IK I L 11 IIH I Ül 1 11 Hl-lil'» "1"'

K.N.A.U. JAARVERGADERING ♦

iiiniiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiMiiin^

Een laafsfe kreet ....

Een medewerker voor damesathletiek schrijft ons:

De komende dagen zullen voor de Nederlandsche athletiek van buitengewoon belang zijn. Van zoo'n belang, dat de beslissingen van Zondag de toe komst onzer athletiekbeweging voor lange jaren in handen hebben. En dat het simpel aannemen der voorgestelde reglementen alleen allerminst voldoende zal zijn, hebben de betoogen in De Revue van een deskundige als dc heer Burger voldoende aangetoond. Nu men de zaak toch onderste boven gooit is het maar te hopen, dat het mes er direct op afdoende wijze wordt ingezet. Laat Bureaucratius in godesnaam niet nog langer de hoofdrol spelen, ten koste van de athletiek-zelf. Tijd en geld behooren voor minstens 90% ten directe bate van onze athleten zelf te worden aangewend.

Dat deze vergadering tevens — onafhankelijk van den uitslag — een keerpunt zal worden in de damesathletiekbeweging mag als vaststaand worden aangenomen. Verwerping van de bekende Brunhildevoorstellen zal er dc nekslag voor worden, zal nog meer teruggang van het aantal athletes, nog geringere deelneming aan wedstrijden ten gevolge hebben. Het zou de voorvechters der beweging, waarvan verschillende nu reeds met moeite te vinden waren voor een laatsten veldslag, het restje animo doen verliezen.

We hebben in deze richting reeds eerder pogingen ter K.N.A.U.-vergadering meegemaakt, die echter steeds bij voorbaat tot ondergang gedoemd waren door gebrek aan eendracht onder de dames-zelf. Er ontbrak centrale leiding, algeheel overleg, waarvan de tegenpartij dankbaar gebruik maakte. Voor ons ligt thans een oproep namens Brunhilde, Groningen, Hygiea, den Haag, Brunhilde Leiden, A. D. A., Amsterdam, Hollandia, Rotterdam en NieuwBrunhilde, Leiden, te samen formeeren-

de de stemgerechtigde specifieke damesvereenigingen in de K.N.A.U., tot een bespreking van alle vereenigingen met damesleden te Utrecht op een Zondagmorgen van de Jaarvergadering. Hier wil men verdere plannen ontwikkelen, samen één lijn trekken, zoodat ter jaarvergadering voor het eerst een aaneengesloten blok damesvertegenwoordigers verwacht kan worden.

Wijst dit er niet voldoende op, dat het ernst is dezen keer bij onze dames?

Iedere nieuwigheid brengt in eerste instantie bezwaren met zich. Maar die zijn op den duur te ondervangen en mogen allerminst een beletsel vormen om het met dat nieuwe te probeeren. Zoo hebben wc ook tegen het zelfbestuur der dames, tegen aparte kampioenschappen, velerlei hooren aanvoeren. Alhoewel allerminst van principieelen aard. Er waren te weinig damesleden voor een eigen organisatie, hoe moesten ze zich tinantieel bedruipen; speciale dameskampioenschappen waren alweer om dezelfde redenen onuitvoerbaar. De dames moesten zich dan ook maar geheel alleen helpen zonder heeren-voorlichting (weg dus met v. d. Putte!); athletiek voor dames was toch precies zoo als voor heeren, kon toch best door dezelfde experts geregeld worden (hef op dus dien Intern. Vrouwen Athletiek Bond).

We willen niet trachten hier deze bezwaren . te ontzenuwen. Ter jaarvergadering zullen bevoegder monden dit zeker doen. We willen alleen een vraag stellen. De terugslag is onder het regime, onder het systeem van de laatste jaren zouden we willen zeggen, met cijfers onomstootelijk aan te toonen. Ondanks het goede hart en den goeden wil, waarmee het huidige Bondsbestuur ten opzichte van de dames zoo graag schermt en waaraan we ook direct gelooven. Is het dan niet logisch, dat men bij falen van de eene methode grijpt naar een andere? Vooral wanneer die, volgens insiders zoowel als alle belanghebbenden, in casu alle damesvereenigingen en vele vereenigingen met damesleden, slechts verbetering van den toestand zal gaan brengen?

Onder de omstreeks 3000 leden, die de K.N.A.U. telt, bevinden zich een 400 dames. Dat beteekent dus, dat de dames slechts een zeer klein percentage van het totaal aantal stemmen ter vergadering gaan uitbrengen en dat de uiteindelijke beslissing ligt in handen van de heerenvertegenwoordigers. Die zullen dus een besluit moeten nemen over iets, dat ze noch kunnen beoordeelen nóch hun kan interresseeren. Men vraagt hun geen opofferingen, men vraagt hun geen geld, geen verlies aan

J. KUIPERS - Leeuwarden

SCHflPESTRflOT 15 - Telef. 3052

Spec. Fabr. Loodsen en Gara- i ges in iedere afm. RjJwïelStan-

ders, de meest practische mo- ;

dellen voor sportterr., scholen, :

fabr., rijwielremises. - Inl. en :

prosp. gaarne toegezonden. i

Desk. vert. voor Rijwielstanders i

: v. N.-Z.-Holland en Utrecht is : I C. Pereboom, Cerampl. 41 Tel. 51105 A dam j

macht of zeggingschap. Veel zal afhangen van het nog niet verschenen advies van het bondsbestuur, waarvoor we echter vrezen.

We vertrouwen echter op het gezonde oordeel van de vergadering, we zullen zoo noodig een beroep doen op voormannen als Burger, v. d. Putte, v. d. Berge, die zich meer dan eens uitspraken voor eigen kampioenschappen of voor een eigen damesbeweging. Dan kan het niet uitblijven, dat de vergadering meegaat met den wensch van een zoo bijzonder deel harer leden.

AVeaertoMCT s deelneming aan de a.s. Olympische Spelen

N.O.C. lepelfjes

Aan de kleine dingen in het leven ergeren wij ons soms het meest. De smakelijke thee is minder smakelijk in een leelijk kopje. En als er dan nog een lomp lepeltje naast ligt....

De firma Gerritsen en van Kempen te Zeist heeft dat psychologisch trekje begrepen, toen zij — met toestemming en medewerking van het N.O.C. — een zilveren lepeltje in den handei bracht. Zij produceerde een sierlijk voorwerpje, getooid met den klassieken discuswerper en de initialen van het Ned. Olympisch Comité. Van elk verkocht exemplaar van dit sportieve sieraad wordt aan het N.O.C. ƒ 035 afgedragen. De firma heeft den verkoop zóó georganiseerd, dat in bijna elke plaats, waar sportvereenigingen zijn (en waar zijn die vandaag den dag niet?) lepeltjes te verkrijgen zijn. Het N.O.C. zal de aldus ontvangen gelden storten in het trainingsfonds voor de Olympische Spelen 1936.

Er bestaat een onvriendelijk gezegde, waarin de laksheid wordt gehoond: Ieder uur een paplepel.

Het N.O.C. zal niet ontevreden zijn, wanneer er dit andere gezegde voor in de plaats kwam: Ieder uur een N.O.C.lepel. Een dergelijk gemiddelde zou een aardigen duit in het zakje beteekenen. En die aardige duit kómt er als alle sportbeoefenaren en sportminnenden in Nederland er zich op toeleggen voortaan een N.O.C.-lepeltje te hanteeren.