43t
w.o. „DE CORINTHIAN"
revue
Nerveus
Jtaia/p Knol dia//i/ den pimM
Recordhouder speerwerpen neemt afscheidL
Jaap Knol, de man van de ettelijke kampioenschappen speerwerpen, gaat ophouden. Met het speerwerpen, wel te verstaan. Maar als men zooveel jaren zijn tijd en beste krachten aan de athletiek gegeven heeft, als de sport een groot deel van onzen levensinhoud geworden is, dan wordt het onmogelijk om er heelemaal mee uit te scheiden.
Jaap Knol denkt zich dan ook nog „theoretisch" met de athletiek bezig te gaan houden. Hij wil zoo'n beetje een vraagbaak worden van jongere krachten, hij wil ze aanwijzingen en raad geven en. .. . is er wel iemand, die niet naar den jovialen Amsterdammer wil luisteren?
* * *
Dezer dagen kwam hij op de Revueredactie aanzetten. „Eindelijk!" zeiden wij, want ons vriendelijk verzoek om een onderhoud was al haast een maand in zee.
„Ik had het zoo druk", zei K.n o 1 verontschuldigend; „en nu ben ik maar even bij jullie gekomen".
Deze verontschuldiging bleek een tikje fantasie te bevatten; de heer Knol liet even later merken, dat zijn laat-komen eigenlijk „interviewFieber" was geweest. Maar zijn natuurlijke vlotheid behaalde de overwinning en wij hebben ons onderhoud gekregen ....
* * *
„Ik ben begonnen als voetballer in Aiax. Zooals het meer gaat met voetballers, ik voelde me meer tot de sport van de individueele prestaties aangetrokken: de athletiek".
„Eerzucht?" vroegen wij meer openhartig dan beleefd.
„Ja, eerzucht", was het franke antwoord; „wat is eigenlijk een sportsman zonder eerzucht meer dan een ei zonder zout? Wat kan men zonder een beetje gezonde eerzucht bereiken? Dus, zooals gezegd, ik legde me toe op de athletiek. Het loopen beviel me echter niet erg en zoo ben ik gekomen tot het speerwerpen. Natuurlük deed ik de andere takken van athletiek ook wel mee, maar specialisatie op één onderdeel is zeer belangrijk".
We denken aan het lange lijstje prijzen van den speerwerper Knol en moeten hem gelijk geven.
„Thuis heb ik een aparte kast voor al mijn medailles en diploma's laten
rnaken. 2.60 m. breed en 1.40 m. hoog".
In onze gedachten zien we dit gloriestuk van Jaap K n o I's woning al; wat een schat van herinneringen moet aan dit meubel verbonden zijn.
„Toch hebben de jongeren het gemakkelijker dan wij het hadden", zegt
Zóó werd Jaap Knol sprekend geteekend door een Fransch caricaturist.
Knol zeer positief na een rustpauze voor een cigaret. „Voor hen wordt er, wat training betreft, veel gedaan. Wat is die trainings-commissie niet een prachtige instelling. W ij moesten onszelf ontwikkelen. Wij vonden, dat we ergens aanleg voor hadden en leerden het zelf. Het verschil in stijl tusschen werpers uit m ij n tijd en nu is dan ook wel groot".
„Wanneer haalde u eigenlijk uw eerste belangrijke overwinning?"
Knol denkt na... .
„In '24 klopte ik Schilt en werd toen kampioen van Nederland" herinnert hij zich.
„Schilt is altijd mijn groote concurrent geweest. U kunt begrijpen, dat deze overwinning voor mij den jden hemel beteekende".
Alsof Knol zichzelf nu wat al te lyrisch vindt, laat hij erop volgen: „maar Schilt was een fijne athleet hoor en een sportieve tegenstander ook".
Dan krijgen we een anecdote uit den
GRATIS „L U T I N E"~ A ANDEELEN
voor roobers van „Lutine" sigaretten. Yerbrijgbaar bii:
ft
Siaarenmaaaziin ..SELECTA
BINNENWEG 97 - Tel. 28545 - HEEMSTEDE N.B. Yoorverboop Zwemwedstrijden Noorderbad-Zandvoort
en overspannen, onrustig en slapeloos.
Men gebruibe hiertegen de eenuwstillende en Eenuwsterbende
Mijnhardt'sZenuwtabletten
Glazen Buisjes 75 ct. Bij Apoth. en Drog.
tijd, dat Schilt en Knol rivalen waren.
„In Eindhoven heb ik een wedstrijd gehad met Schilt en Harry de Keizer. Ik vond alleen den eerste een bedreiging voor mijn kampioenschap en sprak met hem af, dat de winnaar van ons tweeën een halve flesch champagne moest betalen. Schilt gooit: 49.10 m. Ik schreeuw „dat lap ik 'm beter" en gooi.... 12 cm. verder. Toen was De Keizer aan de beurt. En laat diè nou nog met het kampioenschap naar huis gaan! Tusschen haakjes, wat was dat een prachtkerel."
* * *
Zoo ging Jaap Knol door en vertelde van zijn sport, zijn werk, zijn waardeering voor de Politie-sportbeoefening. Hij vond het prachtig den vooruitgang in de athletiek-organisatie. Hij bewondert van der Putte, dr. Selman, Korver.... kortom hij staat toch nog met zijfi beide beenen in de athletiek-wereld. Op dat afscheid van hem als actief athletieker slaat zeker niet „Partir, c'est mourir un peu". P. B.
Dr. Meurer is voor # pessimisme nief re vinden
De A.B.L.O. zonder subsidie.
Een kort, maar veelbeteekenend berichtje in de dagbladpers voerde ons naar den voorzitter van den A.B.L.O., naar dr. Meurer. Doordat de A.B. L.O. geen gemeentelijk subsidie meer kreeg, heette het, zouden eenige bonden bedanken voor het lidmaatschap, waardoor het voortbestaan van den A.B.L.O. onzeker werd.
Dr. Meurer:
„Het is natuurlijk een groote deceptie, dat we dit subsidie missen moeten. De half jaarlijksche cursussen, zooals we ze b.v. hebben op het gebied van tennis, roeien, athletiek zullen aanzienlijk moeten worden ingekrompen, zeer aanzienlijk. Maar we zullen al het mogelijke doen om te zorgen, dat ze niet verdwijnen. Het is een leelijke streep door de rekening. Maar tè somber mogen we niet wezen. We moeten de zaken voortzetten, op bescheidener schaal, maar toch voorzetten. En wat dat opzeggen van het lidmaatschap door enkele bonden betreft, ik geloof niet dat het zoo'n vaart zal loopen. Het zou den indruk maken of er bii dat lidmaatschap alleen maar baatzucht in het spel was. Neen, dat het voortbestaan van den A.B.L.O. bedreigd wordt, dat geloof ik zeker niet. En verder, ik zeg het nogmaals, zullen we alles doen, om de boel aan den gang te houden, om te zorgen, dat de lichamelijke opvoeding van de jeugd zoo min mogelijk verwaarloosd wordt. We zullen ons moeten beperken, helaas, maar hoofdzaak is, dat het werk doorgaat."