-398
w.o. „DE CORINTHIAN"
NeéeirlaiRésch^Bellgisch^
>^ iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiM /fff (T IIII II
1HB> Ilil /Th /Th V tril11/ II jana <o *r
EEN GOÉD BELGISCH VOORSTEL
Eenigen tijd geleden heb ik in dit blad een beschouwing geschreven over het Belgische voetbal en de moeilijkheden, die men in België had te overwinnen. Ik wees er daarbij op, dat dit ongeveer dezelfde bezwaren waren, waartegen we ook in ons land hadden te kampen en dat dezelfde factoren, die in ons land de invoering van beroepsspel onmogelijk maakten, ook in België invloed in die richting uitoefenden.
Als een poging om een oplossing uit de moeilijkheden te vinden, eaf ik toen aan, eens te overwegen of het niet mogelijk zou zijn in ons land, zoowel als in België vijf beroepsclubs te vormen en die vijf een Hollandsen—Belgische competitie te laten spelen.
Voorstellen, die niet door de vereenigingen zelf worden gedaan, worden m ons land echter niet besproken, althans niet in het openbaar. Eerst later komt een vereeniging of een official, die er iets bruikbaars in heeft gezien, er mede voor den dag.
Dit is zóó sterk, dat nog niet lang geleden een bondsofficial mij er op wees, dat, indien ik iets in de voetbalwereld wilde veranderen, ik een voorstel daartoe niet in de pers moest publiceeren, doch het via een lid van de algemeene vergadering of van het bestuur openbaar moest maken, daar men van opmerkingen in de pers stelselmatig geen notitie nam.
Wat Langenus er oain denkt
In België denkt men daar blijkbaar anders over. Het bewuste Revue-artikel is tenminste m de meeste groote bladen overgenomen. In L'Indépendance Beige schreef verleden week de heer Langenus er een uitvoerige beschouwing over. Zijn eenig bezwaar was, dat hij niet dacht, dat de door mij bedoelde wedstrijden tot de verbeter ng van het spel zouden voeren, wat juist een der hoofdmotieven van mijn voorstel was. Dhr. Langenus meent, dat men slechts zijn spel kan verbeteren, door het SDelen tegen betere clubs en dat in deze competitie hoofdzake-
Voor degelijk Schoeisel en alle Sportartikelen
HOOGENBOSCH
V/H J. KROES - TELER 351 LANGESTR.78, AMERSFOORT
lijk clubs van gelijke sterkte zouden komen. Ik deel deze meening niet. Het is mogelijk, dat in het eerste seizoen de bedoelde clubs niet zoo bijzonder sterk zullen zijn, doch ik verwacht, dat die vijf beroepsclubs in elk land al heel spoedig zooveel spelers van extra klasse tot zich zullen trekken, dat ze ten slotte zeer sterke elftallen zullen kunnen vormen en juist dat onderling spelen van zeer sterke ploegen, moet aan de verbetering van het spel van die ploegen ten goede komen.
Ten opzichte van die beroepsclubs zouden natuurlijk bepalingen als die van het stelsel Valkema en die, welke op het oogenblik in België gelden, niet gehandhaafd kunnen en mogen worden. Indien een speler naar de beroepsklasse wil overgaan en in zijn eigen vereeniging is daarvoor geen gelegenheid, dan zou het natuurlijk dwaasheid zijn te bepalen, dat hij dan geen beroepsvoetballer zal mogen worden.
M.i. is van het vormen van een klein aantal beroepsclubs het noodzakelijk gevolg, dat die vereenigingen goede spelers van andere clubs tot zich zullen trekken. Men krijgt daardoor dus zeer sterke elftallen en een behoorlijk ontwikkeld spelpeil, wat ook voor de samenstelling van het vertegenwoordigend elftal van groot nut zal zijn.
Intusschen blijft dit alles tot de vrome wenschen behooren, want zoolang de tegenwoordige geest in dc voetbalwereld heerscht, komt iets dergelijks hier nooit. Alleen de vijf vereenigingen, die er onmiddelijk voordeel van zouden trekken, zullen er voor zijn, de rest is er tegen, ook al is men er van overtuigd, dat men daarmede ook tegen het algemeen voetbaibelang is. Het is droevig maar waar.
Belgisch ooorstel
In het artikel van den heer Langenus wordt echter nog een ander voorstel gedaan en wel door den voorzitter van de Belgische club White Star. Het is dus vrij van alle pers-smetten, zoodat onze voetbalofficials zich niet zullen blameeren, indien ze er kennis van nemen. De pers staat er geheel buiten, het is alleen door middel van de pers, dat het bekend gemaakt wordt. Ik zeg dit er uitdrukkelijk bij, omdat er daardoor een kans is, dat de voetbal-autoriteiten er kennis van nemen.
De heer Bournonville — aldus heet de geestelijke vader van dit voorstel —
CARLTONHOTEL
AMSTERDAM
200 KAMERS
200 BADKAMERS
JAC. van EGMOND DRAAGT
| EEN VERO-SPORT |
! De PET der kampioenen ! | De kampioen der Petten i
zou de bestaande overschrijvingsbepalingen gehandhaafd willen zien. Voor ons land zouden dus de bepalingen Valkema kunnen blijven bestaan. Er zou echter nog een bepaling bij komen en wel deze, dat een speler het recht heeft van club te veranderen, indien de oude vereeniging niets doet voor de lichamelijke ontwikkeling van haar spelers noch, hetzij door middel van een bezoldigd trainer of van een bevoegd amateur, het noodige doet om de spelers behoorlijk het spel te leeren.
Men zou hiermede twee vliegen in een klap slaan. Spelers, die in een vereeniging terecht zijn gekomen, die niets doet voor de verbetering van het spel — zoo zijn er nog genoeg — kunnen naar een club, die wel voor een goede opleiding zorgt, overgaan en in de tweede plaats zijn vereenigingen, die tot dusver wat het spel betreft Gods water maar over Gods akker laten loopen, wel verplicht om wat voor de verbetering van het spel te gaan doen, willen ze haar spelers behouden.
Naar mijne meening is tegen een dergelijke bepaling geen enkel bezwaar aan te voeren dan het feit, dat.... een sportblad de primeur er van heeft gehad! Dit is in ons land voldoende, om het geheel kansloos te maken.
C. J. GROOTHOFF
VOETBAL
Tusschen froee omen
De Berlijnsche corr. van de Daily Tel. vertelt, dat een voetbalclub uit Karlsruhe is gestraft, omdat de spelers na een wedstrijd tegen een Fransche ploeg te Nancy niet den Hitlergroet hebben gebracht. De straf bestaat daarin, dat genoemde ploeg in dit jaar niet meer buiten Duitschland spelen mag. Hier moet de politieke overtuiging dus van hoogerhand blijkbaar op de spits gedreven worden. Als de Duitsche spelers den tact willen hebben zich van daden te onthouden, welke in andere landen ontstemming kunnen wekken, dan wordt hun door het eigen land de les gelezen. Men maakt het er in Duitschland de sportsman niet gemakkelijker op.