3S"
3de Mc^f iie^, de t^fé^or/enjs
w.o. „DE CORINTHIAN"
Met belangstelling heb ik gegrepen naar de Telegraaf met het artikel van G. J. Scheurleer over den wedstrijd tegen Oostenrijk. Er valt immers voor 'n voetballer wel eens wat te leeren uit de opmerkingen van iemand, die op een ander gebied in sport een matador geweest is, temeer waar dat ander gebied de hockeysport is, een spel, dat, wat de taktiek betreft, veel overeenstemming met voetbal heeft.
De lezing bracht mij echter teleurstelling, daar slechts enkele keeren de hockeysport om den hoek kijkt, doch overigens de gewone voetbalkijker aan het woord is. Ik geloof, dat er in sommige opmerkingen van den heer Scheurleer wel iets goeds zit — al is het dan ook niet nieuw —, doch hij heeft z'n wijze woorden zóó grondig verstopt achter onbegrijpelijke en . ten deele ook onjuiste opmerkingen, dat een groot gedeelte van onze Nederlandsche voetballers er niets van heeft begrepen, een ander gedeelte er om heeft gelachen en nog een ander gedeelte er boos om geworden is, en /.ooiets gemompeld heeft van een schoenmaker en een leest.
De fout van te weinig fouten
maken.
Het artikel zit inderdaad vol puzzles.
Wat heeft de schrijver b.v. met het volgende bedoeld: „De Oostenrijksche voorhoede speelt een snel van een hooge klasse, een spel, dat slechts achterhoedespel moet overrompelen en daarom moet een voorhoedespeler voortdurend boven zijn kracht trachten te spelen. Speelt hij binnen zijn kracht, dan blijft hij ook binnen de kracht van een gelijkwaardigen verdediger en verdedigen is gemakkelijke dan aanvallen. De groote, onvergeeflijke fout van de Oostenrijksche voorhoede was, dat zij te weinig fou :c:i maakte".
De bewering, dat een voorhoedespeler voortdurend boven z'n kracht moet spelen, omdat de Oostenriiksche voorhoede een spel speelt van hooge klas, is mij even onbegrijpelijk als de nadere omschrijving van dat spel van hooge klas n.1. „een spel dat slechts achterhoedespel moet overrompelen".
Blijkbaar is hier dan ook wat anders bedoeld.
Oogen-spel.
Er zijn verder passages in de beschouwing, die stellig tot onjuiste conclusies zouden kunnen leiden.
Scheurleer schrijft b.v.: „Het is een algemeene Hollandsche fout om met
niet meer dan een half oog te kijken naar den bal, zoolang men dien niet zelf speelt. Anderhalf oog is dan noodig om positie te kiezen en die der anderen te beoordeelen".
Er zit hier een fout in. Mogelijk een schrijffout? Zoo het er thans staat is er eenige tegenspraak tusschen beide zinnen. Wat hij echter een Hollandsche fout noemt, is naar mijne meening juist iets goeds!
Het is voor een speler, die den bal niet zelf speelt, noodzakelijk iets meer aandacht te besteden aan positiekiezen — wat insluit de positie der andere spelers te beoordeelen — dan aan den bal zelf. Heeft een speler eenmaal den bal, dan moet hij ook aan de positie der andere spelers aandacht geven. Ik adviseer gewoonlijk dan 13^2 °°g voor den bal en Yl oog voor de spelers. Heeft men den bal niet, dan wordt het positiekiezen hoofdzaak en dan is het dus — om in de verdeeling van den heer S. aan te houden —, Yz °°g voor den bal en \Yi oog voor de spelers.
De super-voetballer.
„Pellikaan heeft in zijn spel met de plotselinge explosie van een supervoetballer", zegt Scheurleer. Wat Pellikaan betreft is deze opmerking mogelijk niet geheel juist. Maar stellig is het juist, dat een super-voetballer gekenmerkt wordt door die plotselinge bevliegingen, waarin hij zichzelf overtreft en over schier onoverkomelijke moeilijkheden weet te zegevieren.
De vijf Oostenrijksche voorwaartsen waren prachtige voetballers, doch geen super-voetballers.
Zoo'n super-voetballer is wèl Lagendaal, is wèl Adam — ondanks z'n bescheiden zich achter Wels plaatsen.
In den strijd tegen Frankrijk, Nov. '31, had Lagendaal een paar van die explosies. Drie doelpunten binnen enkele minuten waren er het gevolg van! In Maart '32 had hij tegen de Belgen in Antwerpen weer zoo'n paar bevliegingen. Resultaat: 4 doelpunten! Dat stempelt Lagendaal tot den super-voetballer, dien we in cere moeten houden.
Boven zijn kracht.
Maar nu vraag ik, of de raad van Scheurleer, in het begin van dit artikel aangehaald, niet in strijd is met z'n eigen opvatting. De super-voetballer is de man van de onverwachte explosies, van korte momenten van boven z'n kracht spelen derhalve. Waarom adviseert Scheurleer dan, dat een voorhoedespeler moet trachten voortdurend boven z'n krachten te spelen? En is
dat ook alweer niet in strijd met zijn opmerking, dat de fout van de Oostenrijksche aanvallers was, dat ze te weinig fouten maakten?
De fout der Oostenrijksche aanvallers was niet, dat ze te weinig fouten maakten, doch dat ze hun goed spel niet door plotselinge „explosies" productief konden maken.
Bloomer, de foutenmaker.
Er is mij slechts een enkel voorwaarts bekend, die 'n super-voetballer was, door. . . . het maken van fouten! Dat was Stephen Bloomer in Derby Country, die 23 maal voor Engeland heeft gespeeld. Bloomer liep vaak in het veld rond, of hij er niet bij hoorde. Hij miste soms de gemakkelijkste passes of bracht z'n medespeler door z'n luiheid tot wanhoop. Maar dat alles was slechts schijn. Met 'n half oog zag hij meer van het spel dan menig ander met twee oogen. En als hij het goede oogenblik vond, dan zag men enkele seconden een geheel anderen Bloomer. In de meeste gevallen was het resultaat dan ook een doelpunt!
C. J. GROOTHOFF
ATHLETIEK
Een nieuvoe cluh In de Z&ansiïireek
Bij eenige Athleten uit de Zaanstreek, die lid waren resp. van voetbal- ' en ' gymnastiekverenigingen, heerschte reeds lang het voornemen om eeri specifieke Athletiekvereeniging op te richten.
In een te Wormerveer gehouden vergadering, waarvoor veel belangstelling bestond, is een Commissie benoemd bestaande uit de heeren Cramer, Kelder, Kok en Leeuwerink. Deze heeren, geen onbekenden in onze sport, ziin daarna aan het werk getogen. Met het resultaat dat het op 15 dezer definitief tot de oprichting kwam van een specifieke AthletickVereeniging, die den naam zal dragen „A.V. Zaanland".
Het doel is in Januari aan te vangen met een indoortraining voor dames en heeren, welke onder leiding zal staan van den heer Maarsen vnn der Brink uit Haarlemmermeer, die dit belangloos op zich neemt.
De Vereeniging is op het oogenblik 30 leden sterk. Naar men vertroiwt zal dit getal over eenige maanden veel grooter zijn.
Het Bestuur is als volgt samencsHd: G. Cramer. Voorzitter; J. H. T<~' deiSecretaris. Menschikoffstraat 51. Zaan-? dam; K. Kok. Penningmeester; T. K. Leeuwerink, Commissaris; H. Br,;n, Commissaris.
Wij wenschen de Zaansclie initiare''nemers hartelijk succes.
VOOR
SPORTHORLOGES |
bij Fa. BERKEMEIJER !
Rokin 32 - Amsterdam Onbreekbare Polshorloges j Non-stop Zak- en Taschhorloges j Stopwatches, Chronographes, Enz. I