2l6

w.o. „DE^£j

Ee/ra hesclhouwmg oeer Nederlands<A ElftMD.IF.C. Pr<aiag

D.F.C. is de eerste „sparring partner" geweest voor de Nederlandsche voetballers, die dit seizoen waarschijnlijk geroepen zullen worden de nationale kleuren in internationale wedstrijden te

verdedigen. Men kan met anders zeggen dan dat men met voldoening op deze eerste oefeningen kan terug zien. Het was, zooals men wel van te voren had kunnen voorspellen, voor de Praagsche amateurclub D.F.C. een te zware taak om op twee achtereenvolgende dagen met nog geen 18 uur tusschenruimte, twee nationale ploegen te bestrijden. De D.F.C.-ers hadden bovendien reeds daarvoor een zwaar programma afgewerkt. Na eenige vermoeiende competitiewedstrijden in eigen land hadden ze kort achter elkaar drie zware wedstrijden in België gespeeld. Het spel, dat de Praagsche club hier tegenover zich kreeg, was bovendien, zooals de leider ons nog met nadruk verzekerde, van een geheel ander soort dan dat waaraan de heeren in eigen land gewoon waren.

De snelheid van het Belgische en het Nederlandsche spel had hun nog al parten gespeeld, bovendien leverde de buitenspeltaktiek hun groote moeilijkheden op. Dat laatste werd nog erger, doordat de Belgische scheidsrechters — althans volgens den secretaris van D.F.C. — een ongelooflijk goeden kijk op buitenspel.... van de tegenpartij hebben! Aan al die bijkomende omstandigheden weet hij het falen van de ploeg eigenlijk nog meer, dan aan het feit, dat men zulke sterke ploegen tegen hen in het veld had gebracht.

Tot mijn spijt kon ik den wedstrijd van Woensdagavond op het veld van V.U.C. niet bijwonen. In Den Haag schijnt men te denken, dat dit speciale wedstrijden voor Hagenaars zijn. De wedstrijden beginnen n.1. zóó laat, dat bezoekers van buiten slechts met veel moeite den laatsten trein kunnen halen. Begon men om half acht in plaats van 8 uur dan zou aan dat bezwaar tegemoet gekomen zijn.

Het moet overigens in Den Haag een aardige wedstrijd geweest zijn, waarin verschillende spelers van de Bploeg uitstekend werk hebben laten zien. Het nuttig effect van de oefeningen te Rotterdam op Donderdagavond moet hier reeds merkbaar geweest zijn.

Hoewel het weer Donderdagmiddag hcelemaal niet meewerkte, is de strijd

tusschen onze A-ploeg en D.F.C. toch stellig een gang naar het Stadion van Sparta waard geweest.

Het spel van D.F.C. was geen bijzondere openbaring, maar toch viel het mee; na de diverse nederlagen had ik een zwakker spel verwacht. Het is te begrijpen, dat er van een geheel frisch D.F.C.-elftal veel meer kracht zal uitgaan. Nu kon men in het begin van den wedstrijd duidelijk zien, dat de spelers eenigszins vermoeid waren. Eerst toen men een half uurtje aan den gang was, hadden de gasten zich wat ingespeeld, ze deden toen ook beter werk. Het elftal bestond vrijwel geheel uit oudere spelers, die hoofdzakelijk op hun routine steunden. Het was dan ook geen felle strijd, dien de gasten te zien gaven, doch meer een spel van rustig overleg. In geen enkel opzicht was er van deze ploeg voor onze spelers wat te leeren, het elftal speelde juist goed genoeg om een nuttigen oefenwedstrijd voor onze ploeg mogelijk te maken.

De uitslagen van de beide wedstrijden tegen D.F.C. (7—4 in Den Haag en 6—4 te Rotterdam) hebben geleerd, dat onze aanvallers wel van voldoende kracht zijn, doch dat de achterspelers nog niet in vorm zijn. Gelukkig heeft men echter nog een zestal weken vóórdat onze ploeg tegen Oostenrijk in het veld moet voor den eersten interlandwedstrijd van het seizoen, zoodat er nog gelegenheid genoeg is om weer in vorm te komen.

Overigens heb ik toch met voldoening deze eerste oefening van ons elftal gevolgd. Als men zoo bij een wedstrijd als Duitschland—België zit toe te kijken en men ziet met welk gemak de Duitsche voorhoede doelpunten maakt tegen een achterhoede als die der Belgen, waartegen onze aanvallen al zoo dikwijls te pletter geloopen zijn, dan komt men onwillekeurig over ons voetbal in een pessimistische stemming. Nadat ik ons elftal Donderdag weer heb zien spelen, moet ik evenwel onmiddellijk verklaren, dat er voor sombere stemmingen nog geen plaats is.

De Duitsche voorhoede speelde Zondag onder heel wat gunstiger omstandigheden; indien men daarmede rekening houdt, dan kan men gerust verklaren, dat ons aanvalsspel toch niet zoo heel veel voor dat der Duitschers behoeft onder te doen.

We hebben in Adam en Mulders

een paar goede vleugelspelers, waarbij

ik de vraag of Adam een beter binnendan buitenspeler is, maar buiten beschouwing zal laten. Mulders gaat sterk vooruit, zoodat hij op het oogenblik reeds stellig boven van Nellen te stellen is. Het is alleen jammer, dat hij bij Ajax tegenwoordig binnen speelt, wat mogelijk op zijn spelen als vleugelman in onze nationale ploeg van ongunstigen invloed zou kunnen zijn. Hij verrichtte Donderdag vaak uitstekend werk. Adam demonstreerde, vooral in het tweede gedeelte, zijn geheele repertoire van handigheidjes, ïk kreeg den indruk, dat de rest van de voorhoede wel een voldoende kijk op z'n spel had, doch dat alleen de lastige terreinsomstandigheden oorzaiK waren, dat van de vele openingen, die hij wist te maken en van zijn goede, hoewel af en toe wat te veel op het doel gerichte voorzetten, geen profijt werd getrokken. Lagendaal heeft als middenvoor verdienstelijk gespeeld, zooals hij trouwens steeds op het Rotterdamsche veld doet. Het gladde terrein was zeer in zijn nadeel. Van Bonsema en Mol zou men alleen nog wenschen, dat ze het leder wat sneller door gaven, wat aan de snelheid van den aanval ten goede zou komen. Juist in dat overrompelend snelle ligt onze groote kracht.

Met bijzondere voldoening heb ik ditmaal Anderiessen zien spelen. Hij was ditmaal buitengewoon goed op dreef. De verbetering, die reeds in het vorig seizoen in zijn spel merkbaar werd, heeft zich nog verder doorgezet, zoodat hij ook in dit seizoen — ongevallen voorbehouden — van zijn plaats in de ploeg zeker kan zijn. Zijn koppen was uitstekend, vooral , bij hoekschoppen. Hij maakte daarmede twee goede doelpunten. Bovendien heeft hij misschien meer goede schoten op het doel gelost, dan een der voorwaarts. Ook Pelikaan is weer goed op dreef. Van Heel is nog steeds een voortreffelijk half, maar hij neemt voor alles wat hij doet z'n tijd.

De achterspelers zijn nog niet op dreef. Als we denken aan het spel van de Duitsche en de Belgische backs op den vorigen Zondag te Duisburg, dan is het spel van ons tweetal nog een klasse minder. Dat was wel het zwakke punt in onze ploeg, vandaar ook, dat de tegenpartij het nog tot 4 doelpunten

Drie spelmomenten hieronder

r

C. J, GPC

heeft kunnen bi . de goed, al had FVl« m.i. moeten vf^van de nieuwe ft Fa stellig veelbelovC^8 ook met belangsl' v nemingen tegem1

De positij-^j? sterkt.

, iin , De eerste hel ,

.- erbr, was voor die

lijk geen vold« ^er

lukkig heeft '

gedeelte veel ae

was het tenrf ,ee

naar het vlotte, ^

mers te kijken. L '

eens laten zien, L^.1

ploeg is, die in ■ ^

kelijkste voetbal L

ker het antwoolj,^

deze Amsterdan1^ r

geweldigen aanlj-j

uitwedstrijden l„

ploegen ware kjar

bij 't Gooi ditflj

veel toeschouwe'l"jCli

afgaande thutswj a

tribune zat voU

dat was niet M

duidelijk te hof' ^

Geudeker en ljgei loges als vertegd1 ^ sterdamsche per'erd Prof. Snapper, 0^ ker — die in Cri alleen Kees hc-'^nj mannen uit de ''osJtj te studies omtPCr]^ Geudeker, als Sn nolds, hem inh'dan' heeft het niet f1, r, z'n stoel uitgelT-ajj. een staanplaats ^ der in z'n be*anlrt

Toen alle A^e^ gezeten waren, in het veld ei'. f,e Wolf den strijd an (

Wat heeft 't ^als mers, zoowel b1

TouringcL 1 o A^r

Bloemcnda

OVERVEE'

Touringc'

bussen schappei*. Billijk^

Pel

et