194

w.o. „DE CORINTHIAN"

WAT IS POSITIE-SPEL?

door J. HOVEN.

Als commentaar op het artikel „Wat is positie-spel?" door onzen redacteur C. ]. Groothojf gepubliceerd in de Revue van 16 October, ontvingen wij onderstaand schrijven van dhr. ]■ Hoven.

Het moet, geachte hoofdredacteur, aan uwe bekende scherpzinnigheid ontgaan zijn, dat professor Groothoff in zijn professorale verstrooidheid in het vorig nummer een theorie opgebouwd heeft over positiespel, die wel een kleine „rechtzetting" van noode heeft. We mogen natuurlijk niet van de veronderstelling uitgaan dat mijn Bilthovensche confrater niet precies zou weten wat onder positie-spel te verstaan is, doch waar hij hier nu eens precies zal vertellen wat nu eigenlijk onder positie-spel verstaan moet worden, daar lijkt het me voor jeugdige en leergierige lezers toch gevaarlijk, als zij de theorie van mijn Bilthovensche confrater als uitgangspunt zouden kiezen.

Groothoff neemt een paar stukjes van mij onbekende schrijvers in mij onbekende bladen (waarom weer niet man en paard!) onder de loupe en meent om te beginnen, dat positie-spel niet opgebouwd kan worden. Naar mijn zeer bescheiden meening is dat juist héél goed gezegd. Men speelt geen ,, positie", men neemt een positie in, of men kiest positie. Dat is de basis van het positie-spel.

Doch dan komt het dienstbaar maken van het positie-kiezen, het positieinnemen en dan komt dus het spel. En dat moet opgebouwd worden op basis van de positie die men kiest. Derhalve is 't ook nog zoo gek niet van den onbekenden schrijver als hij schrijft, „dat het aangeven zeer zuiver was, waardoor het positie-spel uitstekend was." Want het positie innemen is doelloos, leidt niet tot positiespel, als daarbij niet tevens zuiver geplaatst wordt.

Wat mijn geachte confrater dan over het kiezen van een gunstige positie schrijft, zóó, „dat de bal niet alleen gemakkelijk toegespeeld kan worden," enz., is natuurlijk juist maar niet juist is, dat -positie-spel zou zijn. Dat is — het zij nogmaals herhaald — positie-kiezen, van positiespel is eerst sprake als de bal gespeeld wordt.

Het voorbeeld van de kalk en de steenen is dan ook evenmin juist. Kalk en steenen vormen te zamen het spel. Als de kalk het positie-kiezen en de steenen het spelen van den bal voorstellen moeten (oh professor!) dan zijn alleen èn goede kalk èn prima keien een waarborg voor goed positie-spel.

De heer Groothoff schrijft naar aanleiding van het vo¬

renstaande:

Dit is een zeer grappig stukje. De Hr. Hoven meent mij op de vingers te moeten tikken omdat ik een verkeerde opvatting van het begrip „positiespel" zou hebben; nu blijkt echter uit zijn „rechtzetting", dat hij zelf niet weet wat positiespel eigenlijk is. Hij zou anders zeker de enormiteit, dat positie-innemen doelloos is als daarbij niet tevens zuiver geplaatst wordt, in de pen hebben gehouden.

Er zijn tal van spelers, die er precies zoo over denken als de Hr. Hoven. Als ze een positie hebben ingenomen en ze krijgen den bal niet, dan meenen ze, dat ze vergeefsche moeite gedaan hebben. Gebeurt dat een paar maal achter elkaar, dan zeggen ze „ik zal me de moeite maar sparen en maar afwachten tot mij eens een bal wordt toegespeeld!"

Ik geloof, dat ik het beste doe een enkel voorbeeld van positiespel te geven. Mogelijk, dat ook de Hr. Hoven daarna begrijpt, dat dit „samenspel zonder bal" o.m. een hulpmiddel is om „samenspel met den bal" mogelijk te maken, doch dat het nog zooveel andere mogelijkheden opent, dat men terecht positiespel als een der voornaamste onderdeelen van het moderne voetbal moet beschouwen.

De middenvoor brengt den bal op. Nu hebben niet alleen de beide binnenen de beide buitenspelers er voor te zorgen zoodanige positie in te nemen, dat de bal gemakkelijk en voordeelig naar hun toegespeeld kan worden, maar ook zelfs de halfs moeten bereid zijn op een eventueel terugspelen van den bal. In dit geval moeten er dus op z'n minst 5 spelers positiespel spelen. Slechts een hunner echter krijgt den bal; de 4 anderen hebben dus doelloos gespeeld (aldus de Hr. Hoven).

Mijn geachte confrère van Amsterdam Zuid — om in de stijl van den heer H. te blijven — kijkt echter niet verder dan z'n neus lang is. Hij vergeet, dat die 4 andere spelers door hun positie-innemen (zooals de heer H. het noemt) mogelijk nuttig werk gedaan hebben. De linksbuiten is b.v. ver naar voren op den vleugel geloopen teneinde op de juiste plaats te zijn als de middenvoor met een verren trap naar dien vleugel het spel wil openen. Het gevolg daarvan is natuurlijk geweest, dat de rechtsback van de tegenpartij naar den linkervleugel is gegaan, daar hij dien linksbuiten maar niet zoo ongedekt mag laten staan. Nu overziet de middenvoor, die nog steeds den bal heeft, de situatie. Hij ziet, dat de rechtsback iets naar den vleugel is gegaan om den linksbuiten te dekken. Er is daardoor iets meer ruimte voor het doel gekomen, welke ruimte nog grooter

Touringcar Onderneming

B.A.T. O. J. BACKHUYS

Bloemendaalscheweg 2 0 0 OVERVEEN - Telef* 15090 Touringcars en Autobussen voor Gezelschappen beschikbaar. Billijke tarieven.

wordt doordat op den anderen vleugel precies hetzelfde is gebeurd. De middenvoor is een handige dribbelaar. Hij waagt z'n kans om den bal niet alte geven doch te trachten in vollen' ren den spil te passeeren in welk geval hij voor open doel zou komen. Het gelukt hem, hij komt daardoor van aangezicht tot aangezicht met den doelverdediger te staan. Een seconde later schrijft de heer Hoven: „met een hard schot in den hoek werd de uitloopende doelverdediger gepasseerd!" Hij voert hier waarschijnlijk nog aan toe, dat het een staaltje van prachtig, individueel spel van den middenvoor was. Aan de beide vleugelspelers, die door hun positiespel het mogelijk gemaakt hebben, dat het doelpunt tot stand kwam, wordt niet gedacht. Ze hebben den bal niet eens gekregen,, derhalve — aldus den heer H. — is hun positie-innemen doelloos geweest..

De Hr. H. vraagt nog waarom ik niet man en paard heb genoemd. In de eerste plaats niet omdat ik niemand onaangenaam heb willen zijn en in de tweede plaats niet omdat ik, toen ik het bewuste artikeltje schreef, waarlijk niet wist in welke bladen de gewraakte zinnetjes hadden gestaan.

C. J. GROOTHOFF

ADMINISTRATIE- ■ niihli» KANTOOR J.DUlllCI

DELFT Telefoon 1639

v. d. SPIEGELSTRAAT 4 Inrichten en Controleeren van Boekhoudingen

Behandelen van Belastingzaken