SS9

w.o. „DE CORINTHIAN"

ATHLET1EK

Rondom de A.A.B.*Kömpioenschappen

Toen men Zaterdag welgemoed zou beginnen met de atletiekwedstrijden om het kampioenschap van Amsterdam, tevens voorwedstrijden voor de nationale kampioenschappen, viel er wat water uit den hemel. Droge hemden stegen in prijs, bliksemafleiders werden veel gevraagd, athletiekliefhebbers lusteloos. De baan een halve meter onder water.

Zondagmorgen was het water vervangen door wind, hetgeen in combinatie met de Juli-zon toch wel iets beter te genieten was dan de zondvloed van den laatsten werkdag van de week. De baan was weer uit de golven herrezen, alleen de publieke belangstelling was nog beneden peil. Vandaar dat er veel programma's overbleven, hetgeen wedstrijdleider Cramer toeschreef aan onvoldoende verkoopsters en scheidsrechter Van Doesburg aan een gebrek aan toeschouwers. Misschien hebben ze allebei gelijk en maken ze een volgenden keer goedkooper, eenvoudiger en minder programma's.

* * *

Stellig uitgaande van het principe een is geen, waren er twee starters in functie. Ze waren geen van beide ideale starters, P a a u w en E 1 d e r m a n, jammer alleen dat het toch aardige kerels zijn. Er waren menschen die er zich over verwonderden, dat Nico Paauw zoo'n mooie witte startersjas droeg. Maar dat komt, omdat die jas, voor hij in de wasch ging, slagersjas was. Men moet het maar weten. Overigens waren er verschillende starten niet minder valsch om. Als men dat zoo meemaakt hier in Holland, dan ^roeit de bewondering voor een M i 11 e r, de eenige official die in 1932 voor rekening van Amerika naar Los Angeles kwam, en die niet één valsche start had bij de heele Olympische Spelen. De mare gaat, dat Hil v. d. M e ij aspiraties had voor de nobele startspert, omdat goede starters zoo schaarsch zijn. Tot iemand hem onder een borrel verklapte, dat hij tijdens het schot zonder mankeeren zijn oogen dicht knijpt. Als Hil ze weer open doet, zijn alle athleten natuurlijk al weg, te vroeg of niet.

V u ij k maakt geen tijden. Dat doet hij niet. Maar bij het eerste nummer van den Zondag was er wel een klein misverstand. Bep du Mee won op haar schoone wenkbrauwen de 100 meter voor de ADAsche Doorgeest. Dat ze gewonnen heeft verbaasde haar zelf nog, zoo gering was het verschil. Maar de chronometers wezen een verschil uit van 0,5 seconde! Er waren menschen die beweerden dat zulks misschien onmogelijk was. Doch die kregen ruzie met den leider van de tijdwaarnemers Vuijk. Waar of ze zich mee bemoeiden. Als hij het zoo opkreeg dan was het zoo. Je kunt toch geen tijden maken, o zoo! Er waren er overigens meer die geen tijden maakten. Dat waren de athleten. Bizondere prestaties waren er niet.

* * *

Het was Zondag erg winderig. Maar

zeg dat niet tegen Jaap Knol, want

ongeluk de speer 56.88 meter te gooien en het Ned. record is maar 55.30 meter. Bij het nameten sprong de brave Knol als een kikker heen en weer van plezier. „Het wordt toch niet erkend," wist er een. „Er stond veel te veel wind." „Wat nou wind," vond Knol furieus. „Ach man," plaagde een ander, „tusschen die rooie vlaggen is maar 40 meter. Je hebt maar 46 meter gegooid." Knol werd gevaarlijk. „Niks hoor!" beet onze brave politieagent alles en iedereen toe. En dus zal het record wel erkend wordem

Er ontbraken weinig athletiek-autoriteiten. In de eerste plaats was aanwezig — hij vroeg ons om het vooral te vermelden, dat kost hem een doos sigaretten — dc heer A. P ij p e r, vergezeld van zijn charmante „Kees". De penningmeester van de K.N.A.U. bleek niet erg te spreken over de scheiden van de functies penningmeester en secretaris. Nu hebben ze den braven man eerst een pleizier gedaan met de scheiding, die hem minder werk moest bezorgen, en nu blijkt dat het werk vermeerderd is. En daarom is Pijper boos. En Pijper is een veel te aardige baas om boos te zijn.

Verder was dr. M e u r e r aanwezig en K r a m e r van den A.B.L.O. en de dames van de jury-leden, die zeer populair schijnen te zijn, en hun kroost. En er waren de verloofden of wat daar voor doorgaat van de deelnemers, ja, er was zelfs nog wat publiek.

Eigenlijk is het maar gelukkig dat de vrouw tegenwoordig zooveel aan athletiek doet, want waar moest een verslaggever anders naar kijken op zijn kostelijken Zondagmiddag, als daar niet die aardige, kleurige, lieftallige, vroolijke sportmeisjes waren om het oog te bekoren. Het heeft ook zijn nadeelen, want het deed ons werkelijk leed te moeten aanzien, dat een frisch en vriendelijk blondje niet hooger kon springen dan 1.36, terwijl haar rivale 1.38 haalde. Gelukkig was nummer één ook een lief meiske, maar een mensch heeft nu eenmaal zoo zijn favorieten, niet waar!

Enfin, er was zoo weer van allerhande. Zeegers demonstreerde op dc 5000 meter zijn beroemde eindspurt, ADA liet bij de 4 X 100 meter estafette in de laatste wissel het stokje vallen, hetgeen niet mag, zoodat ze het eerst moesten oprapen, waardoor ze niet nummer één werden, wat ze anders wel geworden zouden zijn. Maar dat zijn van die kleine sport-verdrietelijkheden. Gymkhana, waarvan Bep de Mee de aanvoerdster is, startte maar heelemaal niet op dit nummer, omdat die arme kinderen Dinsdag examen moeten doen. Bep du Mee zelf verklapte, dat ze zulke aardige vorderingen maakt in.... het kogel stooten.

En och, de rest heeft u al in de krant gelezen; die uitslagen weet u beter dan wij....

MAX IZAAKS.

GEREED VOOR DEN SPRONG.

Mej. L. Mesman van Allen Weerbaar tijdens het hoogspringen op de A.A.B.-