627
Bedenke!$$ke Schirijjoeirl]
Over een vermeende Amsterdamsche hetze.
Zoolang onze geachte confrater Meerum Terwogt onder schuilnaam in ons — van een blijkbaar te vroegen dood herrezen — zusterorgaan S.i.B. blijk gaf van zijn onvervalscht Rotterdamsch georiënteerde visie op het hem blijkbaar iets ontgroeiende voetbalwereldje, waren geen termen aanwezig daaraan meer aandacht te wijden dan aan de als grappig „bedoelde" dagboekstukjes geschonken worden kon. Ze waren niet serieus bedoeld. Nu echter onze geachte Rotterdamsche confrère een met eigen naam geteekend, serieus bedoeld stuk schrijft, waarin insinuaties voorkomen, die èn van een totaal verkeerd inzicht èn van een betreurenswaardig gemis aan collegialiteit getuigen, nu meenen we een dergelijke uitlating van den Rotterdamschen schrijver toch even nader onder de loupe te moeten nemen.
De heer Terwogt praat nog eens na over de qualiteiten van Lagendaal, van Reenen c.s. als spelers van het Nederlandsch elftal. Vaardiger pennen dan de onze en meer toegewijde insiders dan de heer Terwogt en schrijver dezes hebben daarover, toen het actueel was, hun meening gezegd en het eenige, dat we er nu nog van willen zeggen, is dat Lagendaal, na herhaald falen, toch telkens weer opgesteld werd en dat van Reenen, na volgens velen (o.a. volgens den sportredacteur der N.R.C.!) onder bij uitstek moeilijke omstandigheden niet onverdienstelijk gespeeld te hebben, zijn trial al weer gehad heeft.
Maar daar gaat het voor ons niet om. Wat dat betreft, hadden wij niet noodig nog eens bevestigd te krijgen, dat men het passeeren van Lagendaal in Zekere Rotterdamsche kringen, waarvan de heer Terwogt blijkbaar als tolk fungeeren wil, als het gevolg van een boosaardige critiek beschouwt.
Waar het voor ons echter om gaat, dat is de volgende passage in des heeren Terwogt's artikel:
„Bij den wedstrijd tegen de Hongaren is deze speler door het Amster¬
damsche publiek op ergerlijke wijze gehoond, hetgeen bij vorige wedstrijden ook al gebeurd was. Het was zelfs zóó erg, dat Lagendaal het niet waagde om vóór den strijd, zooals te doen gebruikelijk is, met het elftal in het veld te komen, om het zoo even te probeeren. Als het de bedoeling van de Amsterdamsche schrijvers geweest is, om het tot dit sportief succes te leiden, dan zijn zij inderdaad uitnemend geslaagd."
Kijk, dat de heer Terwogt boos is, dat moet hij weten. Doch dat deze „schrijver" zonder meer zijn hoofdstedelijke confraters in de schoenen schuift, dat zij de bedoeling konden hebben het publiek te animeeren om Lagendaal te h o o n e n, dat is een uiting waarvoor een journalist, die voor ernstig wil doorgaan, zich dient te schamen. De heer Terwogt meende onlangs mede te moeten werken tot de oprichting van de vereeniging De Nederlandsche Sportpers en van die jonge vereeniging is hij dan ook lid.
Wij betreuren het juist een der oudere leden er met nadruk op te moeten wijzen, dat de eerste eisch wellevendheid en collegialiteit is.
*
Wanneer de heer Terwogt in staat is één uitlating van een Amsterdamschen sportjournalist over de keuze van Lagendaal te citeeren, die tot een zoo vér-strekkende beschuldiging aanleiding zou kunnen geven, dan nóg blijft zijn uitlating dubieus (omdai de opzet van boosaardige ophitsing dan nóg geenszins vast staat), maar dan kan men er nog eenigszins inkomen, dat de heer Meerum Terwogt, in zijn blijkbaar toch zeer beperkte visie, tot een dusdanige uitlating komt. Maar klakkeloos, zonder eenige aanleiding, zuiver uit een misplaatst nijdig of teleur gesteld zijn, een dergelijken blaam werpen op collega's, het getuigt niet van journalistieke sportiviteit.
De geest van de jongeren, die in de Nederlandsche, de Haagsche en de Amsterdamsche vereenigingen tot dusverre tot uiting komt, is gelukkig geheel anders!
w.o. „DE CORINTHIAN'
Engeland, sportland
bsf\uitnemendlheiid.
Over een bloemlezing uit de Britsche sportliteratuur.
Sport is er beoefend, haast zoolang als de menschheid dit ondermaansche bevolkt. Om niet tot de tijden van Adam en Eva terug te gaan, wijzen we op de Egyptenaren, Romeinen, Grieken, op de Gallische volkeren uit de duistere tijden voor en in de Middeleeuwen, op het oude Holland uit de 17e en 18e eeuw. En thans zien we een gedetailleerde en geperfectionneerde sportbeoefening in alle landen der wereld, bij de geciviliseerde zoowel als bij de ongeciviliseerde volkeren. Man, vrouw en kind, zij allen beoefenen sport; de sport heeft een vlucht genomen, welke geen der sport-bedrijvers uit dat verre verleden ooit zal hebben gedroomd.
Toch is er één land, dat een sportleven, zooals dat heden ten dage bestaat, reeds eeuwenlang kent. Dat is Engeland. In den Brit is de sportsman gepersonifieerd; zijn opvoeding, het leven met zijn vele tradities, alles is op sport ingesteld. Zoo heeft Engeland de sport voor alles in den breede beoefend ; van tien willekeurige Engelschen zullen er zeker negen daadwerkelijk sport beoefenen, het zullen niet allemaal kampioenen zijn, doch in hun middelmatigheid zullen zij ten allen tijde negen willekeurige Franschen, Duitschers of Hollanders in een wedstrijd kloppen.
Het behoeft derhalve geen verwondering te wekken, dat ook de Engelsche dichters en schrijvers zich in hun werk dikwijls door de sport hebben laten leiden. Terwijl in ons goede Vaderland de sportliteratuur zeer beperkt is, en het onderwerp — op een enkele gunstige uitzondering na — steeds op droge wijze, van zuiver technisch standpunt is behandeld, is er in Engeland door de eeuwen heen een zeer uitgebreide sportliteratuur ontstaan, waarin ook de poëzie een voorname plaats inneemt. De leiders van de bekende Lonsdale Library hebben de goede gedachte gehad, uit deze literatuur een bloemlezing te doen samenstellen door een bij uitstek deskundige op dit gebied, n.1. den heer Eric Parker, die behalve een uistekend literatuurkenner, tevens een sportsman van reputatie is. Zoo is het fraaie werk „The Lonsdale Anthology of Sporting Prose & Verse"1) ontstaan, dat naast tal van mooie illustraties een keur van gedichten en proza bevat.
Van Andrew Lang, dien all-round sportpoëet, die de forellenrivier uit zijn jeugd bezingt tot William Shakespeare en Sir Walter Scott, die ons de fraaiste jachttafereelen voor oogen tooveren. Over voetbal en cricket, over boksen en wintersport, kortom over schier alle sporten is er een fijn stukje proza en poëzie in het boek te vinden.
Sport- en literatuur-liefhebbers zullen dit werk zeer zeker als een welkome aanwinst voor hun boekenkast beschouwen !., J. A. B.
x) Uitg. Seely, Service & Co., Ltd, 196 Shaftesbury Ave, London, io/6.
riii'ïöfiiiisii I
= N.Z. VOORBURGWAL 258 j
Telefoon 33857 [ Prima Consumptie
Extra Lage Prijzen j
A. HEDDES-DUIJTS [
„HUNGARIA" - RESTAURANT-CAFE
UTRECHTSCHESTRAAT 139 AMSTERDAM - Telef. 33904
Ie klas pikante keuken - Intern, eetspecialiteiten Hongaarsche wijnen - Uitzending van diners tegen reductie - Matige prijzen - Maand-abonnementen
— »-1 | nn van een spannenden wedstrijd, die TJ zelf opneemt en in liet clublokaal
tb IV I* I l»lwl kunt vertoom»), vormtéén prachtig studiemateriaal voor de leden van Uw Vereenigine en het is niet duur ! H.H. Secretarissen ! Vraagt inlichtingen hij
ANKERSMIT'S FOTO- EN KINOHANDEL — OVERVEEN - TELEFOON 16012 OUD CHEF-BEDRIJFSLEIDER CAPI (IVENS & Co.)