596

: Hët'kweekcnI (J-A.B.).. Behalve van I door zijn groote

Wielrenners. ï Pannen voor de

' ' ■ ■ ■ ■ " Rijswijksche en

Rotterdamsche Wielerbaan hoopt de heer Grolms de Nederlandsche wielersport nog verder nieuw leven in te blazen door de oprichting te Rotterdam en Rijswijk van een trainingsschool voor wielrenners, welke onder leiding staat van den bekenden oud-renner Guus Schilling, die ook den langen Haarlemmers Jacques van Egmond heeft geholpen bij het behalen van zijn Olympisch kampioenschap. Royaal gesteund door de directie van de banen zal Schilling een ieder, die zich aanmeldt, trainen en aan de besten onder hen zal geregeld gelegenheid tot starten worden gegeven, hetzij als professional, onafhankelijke of amateur. Naast idealistische overwegingen wordt de heer Grolms bij de organisatie van deze school ook gedreven door zakelijke. Wat toch is het geval? Door het feit, dat nergens ter wereld zooveel wordt gefietst als hier te lande, heeft men hier het allerbeste materiaal, zij het in onbewerkten toestand, aanwezig. Maar hoeveel uitblinkers bezitten we'.' Met Pijnenburg, Wals en met de oude bekenden als Piet van Kempen en Moeskops, en nog enkele anderen, zijn we uitgepraat. Wil daarom ook in de toekomst de wielersport bloeien, dan moet nu noodig een aanvang worden gemaakt met het kweeken van een nieuwen aanwas.

Het particulier init'atief komt hier natuurlijk eenigszins op het gebied van de Nederlandsche Wielren Unie, maar waa. deze zich niet met de opleiding van de renners heeft bemoeid, of — pecunia causa — zich niet heeft kunnen bemoeien, heeft de combinatie van den heer Grolms een gedeelte van die taak overgenomen, een faak, welke — zooals de heer Grolms vertelde — de N.W.U. den heeren baan-directeuren in hun eigen belang wel als een olicht zou kunnen opleggen!

="""1§ Enkele weken geil Late illusie. I ledenhieldhetNed.

1 Olympisch Comité

" ' ' 1 • 1 »»= een buitengewone

Alg. Verg. ter bespreking van denkbeelden, om geld bijeen te brengen voor 1936. Teloren werd van bestuurszijde aan bonden en officials met nadruk gevraagd om tijdig met event. plannen te komen. In gemeenschappelijk overleg zou dan over de uitvoering gesproken kunnen worden. Ter vergadering bracht het N.O.C.-bestuur een aantal ontwerpen ter tafel, die getuigden van goeden wil en waarvan het hoofdbestanddeel — de Olympi sche dag — alle kans heeft om te slagen. Uit de vergadering zelf kwamen geen voorstellen: men achtte dit, en o.i. terecht, de taak van het bestuur.

Maar dezer dagen zond ons de heer C. F. Kellenbach, voorzitter van den Ned. Zwem-

had. In dat schrijven spreekt hij zijn afkeuring uit over de door het bestuur geopperde plannen, om daarna een nieuw denkbeeld aan de hand te doen dat volgens schr. afdoende is: namelijk de verplichte verkoop door N.O.C. en bonden van sluitzegels. De heer Kellenbach wil dat men de bonden verplicht tot afneming van een bepaald aantal zegels, die zij dan weer op hun beurt over de vereenigingen moeten distribueeren. De opbrengst van een en ander zou ƒ 200.000 zijn, voldoende voor de uitzending. Late illusie!

Waarom heelt de heer Kellenbach dit kennelijk goedbedoelde maar naieve voorstel niet gedaan te juister tijd en op de goede plaats, namelijk op de N.O.C.-bijeenkomst van 31 Maart? Daar was die vergadering voor. En dan: denkt de heer Kellenbach nu in ernst dat de verkoop van die zegels voldoende zal zijn om de uitzending mogelijk te maken? Kent de praeses van den Zwembond dan zoo weinig de mentaliteit van de meeste Nederlandsche sportbesturen en sportbeoefenaars ? Zelfs al zou de heer Kellenbach zijn voorstel door de bonden aangenomen krijgen, hetgeen wij betwijfelen, dan nog

w.o. „DE OORINTHIAN'

voorspellen wij — gezien de ervaring met soortgelijke experimenten — een pijnlijk fiasco. Met dezen brief heeft de heer Kellenbach blijk gegeven van een ongemotiveerd optimisme en een bijna kinderlijke naïviteit.

Zwemsuc- I ^ zwemwt^uiju

cessen in i Denemarken—NeKopenhagen. 1 derland, die in een

"•" overwinning voor

onze ploeg eindigde met 28! tegen 22g punt, is een grootsch succes voor onze nationale zwemsport geweest. Onze landgenooten hebben een schitterend figuur geslagen, met als gloriepunt de verbetering van het Europeesch record 200 m. vrije slag door Corrie Laddé, met 0.8 sec. Niet alleen dat dit meer is dan haar vorige verbetering, maar deze kon bovendien thans wel erkend worden, hetgeen met de vorige verbetering door een kleine nalatigheid niet het geval was. Onze zwemmeisjes zijn toch maar onze nationale trots op sportgebied en het stemt bovendien verheugend, dat thans ook enkele heeren op internationaal peil gekomen zijn. Scheffer en Stotijn hebben het er ^ kranig afgebracht, vooral de laatste*.

Voetbal

BIJNA NEDERLAND—ZWITSERLAND

Grasshoppers slaan de Zwaluwen (3—1).

(M.I.). Op den schoonen, zij het niet stormvrijen, tweeden Paaschdag speelden op het uitverkochte Houtrustterrein in ons Haagje twee voetbalteams van verschillende nationaliteiten, een Zwitsersch, dat sterker was dan het officieele Zwitsersche elftal, en een Nederlandsch, dat zwakker was dan de oranjeploeg. De mannen uit de bergen, de Grasshoppers, hadden in hun elftal verschillende internationals van eigen bodem, maar bovendien verschillende beroemde beroepsspelers van vreemden grond, die niet in een officieel nationaal Zwitsersch team mogen uitkomen. Zoo speelde als spil de Oostenrijker Schneider en als middenvoor de Joego-Slavische international Hitrec, twee krachten die een groote versterking vormden voor de club van onzen Adam, die zelf wegens studieredenen niet van de partij was.

Het Nederlandsche Zwaluwen-elftal telde slechts enkele spelers uit het oranje team: Van Heel en. Weber, en verschillende spelers die de oranje-trui reeds gedragen hebben of als reserve fungeerden van onze nationale ploeg, als Van Male, Lagendaal en Vente, terwijl Breitner, Duijnfiouwer en Westdijk spelers zijn die op den voorgrond treden.

De kracht van de Zwitsers bleek voornamelijk tegen het einde, toen de Zwaluwen uitgespeeld waren en de gasten zelfs nog frisscher leken dan in het begin. De Grasshoppers toonden nog iets in reserve gehouden te hebben en toen gaven zij tien minuten lang supervoetbal te zien.

Voor den oppervlakkigen toeschouwer scheen het of gedurende de heele match de Nederlanders verre in de meerderheid waren. En inderdaad was dat in het begin waarschijnlijk ook wel zoo, toen de Zwitsers een lauw spelletje speelden, waaruit verschillenden concludeerden dat de vermoeidheid van vier wedstrijden in vier dagen de Grass-

overvloedig en dat onze voorhoede middels Lagendaal — die beter speelde dan wij ooit in het Amsterdamsche Stadion van hem zagen — slechts één geval maakte, was te verwonderen. Te meer omdat de beide backs Weiier en Minelli heelemaal niet zoo'n geweldigen indruk maakten. Maar in werkelijkheid hadden de Nederlanders over het algeneen geen meerderheid, doch had het illeen maar de schijn er van door den pelbouw van de Zwitsers. Deze hielden i un middenlinie namelijk achter, terwijl f en der voorwaartsen, meestal Xam Abeggler, als schakel tusschen voor en achter fungeerde en den bal steeds ophaalde. En systeem dat Adam hier vaak vertoond heeft. Daardoor had ons elftal een flink stuk vrij terrein, zoodat het steeds weer een aanval op kon bouwen. Tot men op den wal van ue viji over gebleven Zwitsers stuitte, een onoverwinnelijke macht. Daarentegen brak de Zwitsersche voorhoede zich keer op keer door onze ploeg heen om alleen onze achterhoede nog tegenover zich te vinden. En het is de verdienste geweest van Weber, die — evenals van Heel — meesterlijk speelde, dat aan die stormloopen het hoofd geboden werd. Weber was overal waar gevaar dreigde en zijn ingrijpen was bijna steeds afdoende. Aan de drie doelpunten die de Zwitsers maakten had hij noch Van Male schuld. Die goals waren overigens staaltjes van subliem voetbalspel.

Wat het aantrekkelijke aan dezen wedstrijd gaf, was naast de technische vaardigheid van de gasten, het élan waarmede de Hollanders speelden. Er werd ons geen grootschen wedstrijd voorgezet, maar wel een die het aanzien ruimschoots waard was.

Verbaasd hebben wij ons alleen over scheidsrechter Van Moorsel, een onzer beste arbiters, die echter Maandagmiddag vele beslissingen gaf, die van de tribune af nog al onlogisch leken. Het-