58o

w.o. „DE CORINTHIAN"

WEER IIINI BELGIË GEWONNEN

SinJld mee/r spannend dan fraai

Nederland wint met 3=1 van de Roode Duivels

Voor den grooten strijd.

Antwerpen is heden in feestdosch. Reeds Zaterdagavond was de drukte geweldig. Er zullen toen reeds duizenden Nederlanders in de Scheldestad geweest zijn. In de groote hotels was dan ook geen enkele kamer meer beschikbaar.

De nog al luidruchtige Nederlandsche supporters hebben, ter inleiding van den grooten dag, te Antwerpen feest gevierd. Tot laat in den nacht kon men tenminste de beroemde liederen van „Houdt er den moed maar in", van de klokken, die men laat luiden en tal van bekende „Film-Schlagers" door de straten hooren weerklinken.

De Zondag kwam met het prachtigste weer, dat men zich denken kon, waardoor de drukte overweldigend werd.

Het Nederlandsch elftal kreeg men niet te zien. Het kwam om kwart over 12 te Antwerpen aan, doch de spelers werden onmiddellijk per auto doorgevoerd naar een rustige plaats buiten Antwerpen.

De uittocht naar Kiel begon reeds heel vroeg, daar er nog een wedstrijd van Belgische juniores aan den grooten strijd voorafging, voor welken wedstrijd de Belgische toeschouwers zich blijkbaar interesseerden.

Bij dien uittocht naar het terrein van de Antwerp F.C. zal het velen, die regelmatig de Amsterdamsche internationale wedstrijden bezoeken, weer eens duidelijk geworden zijn, hoe ver de organisatie van het verkeerswezen in onze hoofdstad toch boven die in vrijwel alle andere steden verheven is. Te Antwerpen leek het, eerlijk gezegd, nergens op. Van eenige regeling van het verkeer was geen sprake. We kwamen met onze auto op een plein, waar van verschillende kanten wagens kwamen toerijden. Het verkeer zat hier zoo geweldig in den knoop, dat het meer dan een kwartier tijd kostte om dat plein te passeeren. Gelukkig hadden we een handige chauffeur, die langs een omweg ons in betrekkelijk korten tijd op het terrein bracht. Dat was een uur vóór den wedstrijd reeds zoo vol gepakt, dat de ambulance reeds toen bezig was met het wegvoeren van toeschouwers op de staanplaatsen, die in het gedrang flauw gevallen waren. Dat heeft zoo vrijwel den geheelen wedstrijd geduurd, wat wel bewijst, hoe groot de druk op de staantribunes wel was.

Tegen het uur van aanvang was er natuurlijk geen plaatsje onbezet. Ook het officieel gedeelte van de tribune was vol met belangrijke persoonlijk-

neden uit de sportwereld en uit het

DOOR

staats- en gemeentebestuur.

Men volgde wel het spel, dat door de juniores werd gespeeld, doch men was toch meer in verwachting voor hetgeen komen zou, zoodat het eigenlijk wel eenige verlichting was, toen de scheids-

Het noodlot

van eigen hodem.

Felbegeerde zege behaald.

Wederom heeft het Nederlandsch elftal op vreemd terrein een overwinning behaald. Dat is iets dat men blijkbaar op eigen grond niet volbrengen kan. Zes maal achtereen werd een tegenstander in eigen huis geslagen en tot dusverre verloor ons nationale team iedere thuiswedstrijd, zelfs als het op het oog heelemaal niet noodig was.

Eerst zou men nog kunnen gelooven dat ons van uit den vreemde sprookjes overgebracht worden, dat men pers en supporters gehypnotiseerd heeft. Maar de overwinning van dezen Zondag sluit ook die fantastische verdenking uit: 15000 landgenooten waren getuige van de zege en Hollander hield de andere 71/2 millioen Nederlanders seseconde voor seconde op de hoogte.

Er is één speler met wïen wij medelijden hebben bij dezen merkwaar'digen gang van zaken : stellig zou L agenda al ook thans weer in Antwerpen een goed figuur geslagen hebben als steeds in het buitenla n d. Waarom hij niet en de anderen wel? In het Amsterdamsche Stadion is blijkbaar ook hij slechts speelbal van duistere machten en in hem zag men de zondebok voor ollen....

Maar b a di na ge d part.' Onze jongens hebben weer een kranige overwinning behaald. Het mag dan geen klassieke wedstrijd zijn geweest, de spanning moge grooter geweest zijn dan nuttig was voor excelleei end spel: dank zij onze verdediging vooral werd ee i overwin ang behaald op een gevreesde tegenstander, een overwinning die tot de meest-begeerden behoort in onze internationale wedstrijden-cyclus. En dat is reden tot juichen !

rechter het einde van den voorwedstrijd aankondigde, waarna even later de ploegen van Nederland en België in het veld verschenen. Bij het binnenkomen der oranjemannen bleek duidelijk, hoe talrijk het aantal landgenooten was, want van alle kanten werd met rood-wit-blauwe vlaggetjes gewapperd en het „Wien Neerland's bloed" werd luid meegezongen. Natuurlijk viel ook de Belgen een hartelijke begroeting ten deel. De Engelsche scheidsrechter Crew liet niet lang op zich wachten. Er werd getosst, waarbij België de gelukkige was, waarna precies om drie uur de groote strijd begon.

Het verloop van den strijd.

Over het geheel genomen, kan men van dezen wedstrijd zeggen, dat hij meer spannend dan fraai geweest is. Er waren van beide kanten momenten van goed voetbal, doch over het algemeen werd er meer gezwoegd dan fijn voetbal vertoond. Dat was vooral op de Belgen van toepassing. Die hard liepen, trapten en hard werkten, doch hun aanvallen zeer onzuiver afwerkten. In het Nederlandsche spel zat iets meer rust, en dat heeft ons ten slotte de overwinning gebracht. Onze spelers wisten een beter gebruik te maken van de kansen. Ze hebben niet zoo heel veel kansen meer gehad dan de Belgen, doch ze hebben ze beter gebruikt. Dat was de hoofdzaak.

Het eerste doelpunt kwam reeds na 18 minuten. Het kwam uit een goed door Wels genomen hoekschop. De bal werd door den doelman gestopt; doch niet ver genoeg weggewerkt. Bonsema sprong er op af en schoot onmiddellijk het leder hard en zuiver langs den grond in het net. De doelman kreeg geen schijn van kans, ook doordat zijn uitzicht door de vele verdedigers vlak voor hem belemmerd werd. Hierna was het geruimen tijd een vrijwel gelijk opgaand spel, waarbij aan beide kanten de verdedigers zich hebben onderscheiden. Het eenige onaangename was, dat het Belgische publiek nog maar steeds niet blijkt te weten, dat een doelverdediger aangevallen mag worden indien hij den bal in handen heeft. Telkens wanneer een onzer spelers op den doelman in ging, klonk een oorverdoovend gefluit. Zou het nu toch niet eens mogelijk zijn, dat men de Belgische toeschouwers op duidelijke wijze aan het verstand brengt, dat een doelverdediger onder sommige omstandigheden aangevallen mag worden ? Men Zou daardoor zeker heel wat onaangenaamheden voorkomen. Gelukkig was het, dat de Engelsche scheidsrechter

Zich van dat geloei mets aantrok.