563

als deze cijfers zouden doen denken, is het nLt gegaan. Immers, na anderhalf uur spelen was de stand i—i. Daar aan den wedstrijd een koperen schaal als prijs verbonden was, moest toen worden verlengd en het was in die verlenging, dat Eddy de Neve Lagendaalsche bevliegingen kreeg, want in een kwartier tijd had hij drie doelpunten gemaakt en ons de overwinning bezorgd. Er zullen bij dien eersten wedstrijd zooveel tientallen Nederlanders geweest zijn als er a.s. Zondag duizendtallen zijn!

In de periode voor den oorlog was het duidelijk, dat het Nederlandsche voetbal boven dat der Belgen stond. Wel verloor onze ploeg den tweeden wedstrijd te Antwerpen, die in 1906, met 5—o, doch verder behaalde ons elftal 6 overwinningen te Antwerpen. Eenmaal werd gelijk gespeeld; in totaal werd slechts tweemaal verloren. Van de 10 wedstrijden voor den oorlog te Antwerpen gespeeld, won Nederland er dus 7.

Na den oorlog is daarin echter verandering gekomen. Het Belgische spel was door voortdurend contact met de Engelschen, sterk vooruit gegaan, waarvan een lange reeks Belgische overwinningen het gevolg was. Het was met die wedstrijden in België overigens geruimen tijd precies zoo als met het voetbal van Lagendaal te Amsterdam.

Onze ploeg speelde in die periode tal van uitstekende wedstrijden, doch Zoodra had men het Antwerpsche terrein niet betreden, of het was weer mis. In ii jaar tijd brachten wij het te Antwerpen slechts een enkele maal tot een overwinning en dat was nog wel een overwinning, waarbij we ons gelukkig mochten achten. Driemaal bracht ons elftal het tot een verdeeling der punten, doch acht maal wonnen de Belgen.

Eerst in het vorig jaar slaagde ons elftal er in aan die reeks nederlagen een einde te maken, door een fraaie 4—1 overwinning.

De eerste overwinning.

Het is natuurlijk niet doenlijk hier over al die 24 wedstrijden in België wat te vertellen, daarmede zouden enkele nummers van de Revue te vullen zijn. Ik wil alleen nog de namen —- -1 A +" -

op België hebben bevochten, hier memoreeren. In het doel stond toen Beeuwkes, de man met het spreekwoordelijk geluk. Hij heeft in totaal 19 maal het Nederlandsche doel verdedigd en dat steeds op voortreffelijke wijze gedaan. Hij was dan ook een der steunpilaren van het Nederlandsche elftal in de periode van 1905 tot 1910, in welk jaar hij door den onvergetelijken Göbel werd opgevolgd. Stom en Stol waren de achterspelers. De Haarlemmer Stol heeft slechts enkele malen voor het Nederlandsch elftal gespeeld, doch Stom heeft tot zijn vertrek naar Indië in 1908 prachtig werk voor het elftal gedaan. Stom was een van die Zeldzame spelers, die zijn beste spel gaf bij de belangrijkste wedstrijden. Van de uit G. A. Kessler, Kamperdijk en de Korver bestaande middenlinie, is de Korver stellig wel de allerbekendste Nederlandsche voetballer uit vroeger jaren. Hij speelde in dien wedstrijd als vleugelhalf, doch heeft in alle verdere wedstrijden voor onze nationale ploeg — en dat waren er in totaal 31 — op de spilplaats gestaan.

De aanval bestond uit Boomsma, Dirk Lotsy, de Neve, Lutjens en de Vos. Van dit vijftal is Dirk Lotsy, de stoere spil van D.F.C., het meest bekend, doordat hij nog lang daarna bleef spelen. Hij heeft Nederland in verschillende internationale wedstrijden goede diensten bewezen en hij zou Stellig nog meer opgesteld zijn, indien wij niet in de Korver zoo'n buitengewoon goeden spil hadden gehad. Toch kwam hij 10 maal voor het Nederlandsch elftal uit.

In totaal werden door onze ploeg in België 23 wedstrijden gespeeld, waaronder ook gerekend een wedstrijd voor het Olympisch tournooi in 1920 en eer extra wedstrijd voor het Belgische eeuwfeest. Van de 23 wedstrijden won Nederland er 9, het speelde er 4 gelijk en verloor er dus 10. België maakte 4 / doelpunten, Nederland 44.

Een overwinning van onze ploeg op den komenden Zondag zou beide landen precies gelijk brengen. Laten we hopen, dat het zoover komt!

Ons team.

Het Ned. elftal, dat Zondag in het veld zal komen, bestaat voor het groot-

w.o. „DE CORINTHIAN"

die reeds tal van internationale wedstrijden achter den rug hebben. Dat geldt hoofdzakelijk voor onze verdediging en de middenlinie. Van'der Meulen speelde reeds 54 maal voor onze nationale ploeg, waarbij ik ook rekening met de z.g. extra wedstrijden houd. Hij is de man van de grootste ervaring. Alieen tegen België speelde hij reeds 19 maal. Van Run heeft thans in 13 achtereenvolgende wedstrijden als back gespeeld. Hij debuteerde op 29 Maart 1931 tegen de Belgen te Amsterdam en heeft daarna in alle wedstrijden van ons elftal meegespeeld, wat voldoende voor zijn capaciteiten spreekt. Weber speelt nu voor de 10e maal. Zijn spel is van dien aard, dat hij vrij zeker — ongevallen voorbehouden — nog heel wat wedstrijden met van Run samen zal spelen.

In de middenlinie gaat van Heel aan het hoofd. Deze speelde 36maal voor het Nederlandsch elftal, waarvan de laatste 15 in successie. Hij debuteerde in 1925 in een wedstrijd tegen Zwitserland te Zürich en zou nog meer malen in de ploeg hebben gespeeld, indien hij niet verschillende malen door ongevallen verhinderd geweest was. Anderiesen speelde voor de eerste maal mee in 1926 tegen Denemarken te Kopenhagen, doch eerst in 1930 speelde hij voor de tweede maal. Daarna stond hij in 12 van de 13 wedstrijden van onze ploeg op de spilplaats, zoodat hij in totaal in 14 wedstrijden is uitgekomen. Pellikaan is eerst een ontdekking van den laatsten tijd.

Hij debuteerde in den extra wedstrijd tegen de Belgen te Brussel in het begin van dit seizoen en speelde verder al onze internationale wedstrijden mee. Hij kwam dus driemaal uit.

Wat de voorhoede betreft, was Wels 8 maal, Bonsema 4maal, van den Broek i2maal, van Reenen 2maal en van Nellen iömaal van de partij.

# fc, *

Er zit dus geen enkele debutant in de ploeg, zoodat we voor debuutkoorts niet bevreesd behoeven te zijn. Over de onderscheidene capaciteiten van de spelers schreef ik elders in dit nummer.

Het resultaat van den wedstrijd? Daarover hoop ik u in de volgende editie uitvoerig te kunnen inlichten!

C. J. Groothoff.

BASEL

Hotel BASLERHOF

CHRISTLICHES HOSPIZ.

AESCHENVORSTADT 55 TELEFOON SAFR.AN 1807

EERSTE 2e RANGS FAMILIEHOTEL, MODERN COMFORT, KAMERS DEELS MET STROOMEND KOUD EN WARM WATER VANAF Fr. 4.50 TOT Fr. 8.—. PRIVÉ BADKAMERS NABIJ ZENTRALBAHNHOF

Directie: FR. ZAHLER

de laatste nederlaag (4—2) in mei 1931 te antwerpen. belgie's tweede doelpunt: van der meulen steekt een been uit naar het schot van voorhoof, dien men juist naast de paal ziet. hij trapte mis en de bal ging over de doellijn.