559

w.o. „DE CORINTHIAN'

IMPRESSIES VAN EEN LEEK

Hei ipimcltisch imiuif dm Rum SpelUeimqiJuiêies

Eenigen tijd geleden is/ De Telegraaf begonnen met ?; een enrmêfe inzake ruw'

voetbalspel en wij hebben ' kennis kunnen nemen van de opvattingen welke onze vooraanstaande experts daaromtrent koesteren. I,

Mannen met klinkende namen hebben gezegd: je moet de schuld van de heele zaak bij de scheidsrechters zoeken en dan ben je zeker dat je hem vindt ook, betere arbiters, eerlijker spel; mannen met niet minder klinkende namen hebben uitgeroepen: straffen, strenger straffen, dan is de zaak gezond en worden de voetballers reuzesportieve menschen.

Ik heb al die opinies van heeren aan beide kanten van de veertig om eens een klassieke uitdrukking te gebruiken, gelezen en ik zal als jongmaatje, nog zoover van de veertig af dat er nog geen sprake is van een kant, uiterst voorzichtig zijn met 't opgraven van den strijdbijl.

Weliswaar zou ik in het midden kunnen brengen tegen de scheidsrechtersaanvallende partij, dat ik mij best zou kunnen indenken dat iemand die zich beschikbaar stelt als arbiter in sportwedstrijden mogelijk andere illusies koestert dan het fungeeren als onbezoldigd rijksveldwachter, en dat hij bij zijn intrede in de sportwereld een andere roeping heeft meegebracht dan het vangen van onverlaten eiken Zondagmiddag van twee tot kwart voor vieren.

En ik zou misschien tegen de aanhangers van de strenge straffen-theorie kunnen opmerken dat het een raar soort sportiviteit moet wezen, dat je kunt aankweeken door vrees voor straf op te wekken, maar wat zou het voor nut hebben ?

Niemand van al de bevraagde heeren kan in deze materie nog iets nieuws verkondigen, kan iets te berde brengen wat een ander al niet een twee of drie jaar geleden ook reeds betoogd heeft; het beste bewijs hiervoor is wel dat De Revue rustig haar eigen enquête van twee jaar geleden kon ophalen, zonder dat er in de antwoorden eenige wijziging bleek.

Ook twee jaar geleden waren er experts die zeiden: de scheidsrechters hebben Barbertje vermoord, en twee jaar geleden waren er experts die beweerden: de arbiters kunnen er niets aan doen, straffen, streng straffen, dat helpt; en wat hebben al die uitingen van

Èkenners van het spel uitgewerkt? Niets immers, het "' zijn woorden, woorden, woorden gebleven. /; En nu komen weer dergelijke opinies naar voren; 'fde heer Groothoff heeft in deze kolommen gewezen ■ op het ontbreken van een opleiding van scheidsrechters, twee of drie lezingen in een seizoen beschouwt de K.N.V.B. als voldoende om den leiders de noodige tact, spelkennis en zoo bij te brengen, vereischt voor het fungeeren in de allergemoedelijkste onderonsjes, waaruit ons tweede en derde klas voetbal bestaat.

En in feite zal er weer niets gebeuren; scherper optreden tegen onverlaten zeggen anderen. Wel, misschien zal er weer een stijlvolle, netjes uitgevoerde, circulaire van het Bondsbureau uitgaan en het resultaat zal weer nihil zijn.

Trouwens als er wel iets gebeuren zou, wanneer inderdaad eindelijk tot een opleiding van jonge leiders zou worden overgegaan, wanneer inderdaad strenger zou worden opgetreden tegen vlegels, dan zou er fundamenteel niets veranderd worden; ja, heel actieve politieagenten, pardon scheidsrechters zouden er een stelletje boeven uit pikken, a la bonne heure, zeer strenge straffen zouden er den schrik in brengen, prachtig, maar dat alles zou niets veranderen aan de verhouding tusschen de werkende leden van den Bond onderling, die in zeer veel gevallen uiterst bedroevend genoemd moet worden.

Wie daarover ingelicht wil worden moet maar eens een kwartiertje voor den aanvang van een wedstrijd de kleedkamers inwandelen en noteeren hoe de sportlieden over hun aanstaande medesportmakkers praten. Ik heb bij mijn aanteekeningen een serie uitdrukkingen die mijn schrijfmachine niet tikken en de Redactie niet afdrukken wil.

Pas wanneer de Bond, die zelf aan het ontstaan van deze vijandige verhouding heeft medegewerkt, door de plaats op de ranglijst als voornaamste doel van het spel te beschouwen, maatregelen gaat nemen die in dien toestand iets wijzigen, wanneer men serieus moeite wil gaan doen om den spelers — vooral de minder ontwikkelde, voor wie dit voetbalspel een levenskwestie is, bijna belangrijker dan hun werk — op andere waarden in een soprt te wijzen dan een kampioenschap, bereikt door een soort spel van: „slechts over mijn lijk", pas dan is er eenige kans op een waarlijk veranderen in de speelwijze. v. d. B.

band heeft — „mee het gras in te nemen."

Het reglement schrijft voor dat, bij pech in de laatste 200 meter, niet opnieuw wordt gestart. De bedoeling van dat „het gras mee innemen" is dus: den tegenstander dwingen zijn spurt te beëindigen door het middenterrein op te rijden, wat niet zelden ook vallen beteekent en wat onvermijdelijk tot een val moet leiden wanneer een band van den man aan den buitenkant niet langzaam leegloopt doch plotseling springt.

e. „Een gaatje dichtmetselen", waarmede wordt bedoeld: midden op de baan gaan rijden, waardoor het den tegenstander vrijwel onmogelijk wordt om op de normale wijze, dat is buitenom, te passeeren. Wil hij dan binnendoor, dan duikt de ander naar beneden en verspert hem vlug den weg.

f. Het in vollen spurt geven van een Zwieper, wat wel de meest toegepaste, maar tevens de meest schadelijke tactiek is die er bestaat.

De rijder die aan den kop spurt maakt dan, zoodra hij ziet dat hij zal worden voorbij gereden, een korte, voor

het publiek dikwijls onmerkbare slin-

van groote krachtsinspanning. Maar in werkelijkheid is dat de zoogenaamde zwieper, die den aanvaller doet schrikken en hem zijn spurt doet onderbreken, heel even maar, doch juist genoeg om zich de overwinning te zien ontgaan.

De ondergang van de wielersport.

Heeft de aanvaller het ongeluk, dat hij het zwiepertje niet ziet aankomen of niet meer kan ontwijken, welk gevaar lang niet denkbeeldig is, dan is de kans groot dat hij door inhouden alleen zich niet meer kan redden, doch dat hij met zijn voorwiel het achterwiel van den tegenstander raakt, wat een'ernstigen val onvermijdelijk maakt.

En zoo zijn er nog meer trucs in den sprint, maar ook in andere wedstrijden en zoowel op den weg als op de baan. Zij hebben in den loop der jaren den fraaien naam van tactiek gekregen, doch

zij zijn niet anders dan degeueratieverschijnselen in de wielersport en nogwel ernstige. Het zijn verschijnselen die de faire sportsmen afkeerig doet Zijn van de wiersport.

Het toepassen, goedkeuren of zelfs mooi vinden van dergelijke trucs is een kwestie van beschaving en karakter. Wie zich in de sport met dergelijke dingen ophoudt, zal het ook in het gewone leven niet zoo nauw nemen.

Voor hen die het ten opzichte van hun medemenschen niet zoo nauw nemen, bestaat er een strafwetboek. Welnu, voor unfaire wielrenners moet er ook een strafwetboek komen. Bij reglement moet worden vastgelegd welke handelingen op weg en baan zijn verboden en bij overtredingen der bepalingen moeten strenge straffen worden uitgedeeld. Gebeurt dat niet, dan gaat het met de zoogenaamde tactiek en dus met de geheele wielersport steeds verder bergafwaarts.

CCIVI CM IUI van M spannende» wedstrijd, die II zelf opneemt en in het clublokaal ttH rl I-IVI kunt vertoonen, vormt een prachtig studiemateriaal voor de leden van Uw Verceniging en het is niet duur 1 H.H. Secretarissen ! Vraagt inlichtingen hij

ANKERSMIT'S FOTO- EN KINOHANDEL — OVERVEEN — TELEFOON 16012